Groen is lange tijd een sluitpost geweest, stelt natuurinclusief landschapsontwerper Nico Wissing. ‘Groen werd gezien als kostenpost, als een decoratief onderdeel van een project. Het had voor ontwikkelaars geen waarde, geen betekenis. Terwijl groen juist heel bepalend is voor het welzijn van ons allen. En dan niet groen in de vorm van aangeharkte perkjes en grasvelden, maar robuust groen dat in directe verbinding staat met de omliggende natuur.’
Gebieden moeten volgens Wissing altijd in balans zijn met die omliggende natuur, of het nu gaat om woonwijken, zorgterreinen of schoolpleinen. ‘De verbinding met de natuur moet bij gebiedsontwikkeling altijd leidend zijn. Als we de natuur in haar kracht zetten, bevorderen we de biodiversiteit, gaan we klimaatrisico’s tegen en zorgen we voor een gezonde leefomgeving waarin mensen zich prettiger voelen en minder zorg nodig hebben. Met groen kunnen we echt enorm veel uitdagingen het hoofd bieden.’
NL Greenlabel beheert inmiddels vier labels: het producten- en materialenlabel, het plantlabel, het terreinlabel en het gebiedslabel. Elk label maakt de mate van duurzaamheid van een product, plant, terrein of gebied inzichtelijk en biedt handvatten om verder te verduurzamen. ‘Met onze labels kunnen we het brede begrip ‘duurzaamheid’ vertalen in tastbare resultaten’, verduidelijkt Wissing. ‘Doordat thema’s als biodiversiteit, klimaatadaptatie en gezonde leefomgeving meetbaar worden, is het vervolgens mogelijk om hierop gericht te sturen en ambities te borgen.’
Gebiedsontwikkeling
NL Greenlabel heeft drie stappen gedefinieerd om tot een integrale aanpak te komen bij een natuurinclusieve gebiedsontwikkeling. In de eerste stap wordt een gebied met de NL Omgevingsscan geanalyseerd. Deze analyse dient als basis voor een onderbouwd plan richting alle betrokken stakeholders. In stap twee helpt NL Greenlabel met de begeleiding van een project en worden tussentijdse metingen gedaan. In stap drie wordt een definitieve beoordeling gegeven en wordt het certificaat overhandigd. Met behulp van een dashboard kunnen de prestaties op gebied van duurzaamheid en natuurinclusiviteit vervolgens blijvend worden gemonitord.
Wissing: ‘Met onze labels kunnen we wetenschappelijk onderbouwd aantonen wat de waardes van groen zijn in een gebied. Dat sluit mooi aan bij de steeds strengere duurzaamheidseisen die aan bedrijven en nieuwbouw- en ontwikkelprojecten worden gesteld. Zo geven we inzicht in 9 van de 17 Sustainable Development Goals (SDG’s) en maken we koppelingen met diverse convenanten en wetten, zoals de Klimaatmeetlat, het Framework for Climate Adaptive Buildings en CSRD.’
Gevoel van urgentie
Participatie van gemeenten, ontwikkelaars en financiële instellingen is volgens Wissing essentieel bij groene gebiedsontwikkeling. ‘Die participatie, daar ontbrak het tot voor kort nog te vaak aan. Er was geen gevoel van urgentie.’ Wissing voelde zich regelmatig een roepende in de woestijn. Maar het tij lijkt langzaamaan te keren. Steeds meer partijen zien het belang van natuurinclusief bouwen en groen is niet langer een sluitpost. ‘Een positieve ontwikkeling, want we moeten elkaar vastpakken om samen de systeemverandering door te voeren die nodig is om natuurinclusief bouwen tot norm te verheffen.’
NL Greenlabel wil daar een belangrijke bijdrage aan leveren door kennis over natuurinclusieve gebiedsontwikkeling te ontsluiten. Wissing: ‘Het vergroenen van Nederland is voor ons echt een roeping geworden en data spelen hierbij een cruciale rol. Vandaar dat wij in 2022 het Register Duurzame Leefomgeving hebben gelanceerd. Dit register maakt voor iedere kavel in Nederland de kansen en risico’s inzichtelijk op het gebied van biodiversiteit, klimaat en gezondheid. Op het digitale platform kunnen bouwers, ontwikkelaars en vastgoedpartijen snel inzicht krijgen in de kwaliteit van de buitenruimte van hun gebieden.’