U zult denken: dit is toch een blad over vastgoed? Wat moet ik met dit verhaal?
Vervang het woord ‘Letty’ door woningcorporatie. Hoe vaak wordt er niet gesproken over wooncoöperaties of woningbouwverenigingen, terwijl men woningcorporaties bedoelt? Dat bewoners spreken over ‘de woningbouw’ snap ik. Na talloze fusies zijn die soms ook de draad kwijt en weten niet meer wie hun huisbaas is. Mijn frustratie richt zich veel meer op journalisten en politici, die vanuit hun professionele rol iets van woningcorporaties vinden, maar achteloos verenigingen en stichtingen door elkaar gooien en corporaties en coöperaties over één kam scheren. Politici roepen graag hoeveel woningen de overheid de komende kabinetsperiode wel niet gaat bouwen. Vlak voor de verkiezingen viel mij dit nog op in het BNR Nieuwsradiodebat met de woordvoerders wonen. De overheid bouwt geen enkele woning. Daarvoor hebben we immers woningcorporaties en marktpartijen. Die hebben de overheid wel nodig om hun werk te kunnen doen: heldere randvoorwaarden en kaders, doorzettingsmacht en her en der een stimuleringsregeling of subsidie. Daar hoorde je de woordvoerders niet over. Gelukkig zijn deze zaken met Hugo de Jonge, onze eerste minister van Volkshuisvesting sinds lange tijd, weer op de agenda gekomen en is de rolverdeling weer een stuk duidelijker. Met een nieuwe lichting Tweede Kamerleden en ministers in de coulissen is het opnieuw afwachten.
Nu begint elke verandering bij jezelf, dus ik kan wel blijven fitten op journalisten en politici, maar ik kan ook keer op keer blijven vertellen over onze rijke geschiedenis van 100 jaar volkshuisvesting en over die rare woningcorporaties: geen overheid, geen markt, maar iets anders. Private instellingen met een publieke taak, sociale ondernemers of geef het een andere mooie naam. Als corporaties zijn we misschien ook wel zelf ons eigen verhaal kwijt geraakt. Waar komen we vandaan? Waar staan we voor? Wat is onze bijdrage aan de toekomst van Nederland? Ook onze rol is niet in beton gegoten en ook wij moeten ons voortdurend aanpassen aan de veranderende maatschappij. Als grootstedelijke corporaties zijn we binnen De Vernieuwde Stad hard op zoek naar dat verhaal over onze rol in het ecosysteem van de stad. Dat doen we samen, want ook al zijn we allemaal anders, wat ons bindt is volgens mij sterker dan waarin we van elkaar verschillen. En voor de buitenwereld gaat het zelden over corporatie X, Y of Z, maar over ons als sector.
Dus volgende keer als iemand vraagt hoe ik heet, zeg ik ‘Letty’. Dat is L, E, dubbel T, Y. En het is een afkorting van Aletta.