Het verduurzamen van bestaand vastgoed met biobased materialen biedt enorme kans. Om deze transitie verder aan te jagen hebben Building Balance en OnderhoudNL een commitmentverklaring opgesteld. In een paar maanden tijd is deze door meer dan 150 bedrijven en organisaties ondertekend. Biobased verduurzamen krijgt daarmee steeds meer momentum.
De keuze voor biobased verduurzamen is eigenlijk een no-brainer, stelt Marjet Rutten, bouwactivator bij Building Balance. ‘Het mes snijdt aan vele kanten. Niet alleen verwerpen we hiermee CO₂-intensieve materialen, we slaan ook CO₂ op in de gebouwen die we biobased verduurzamen. Daarnaast bieden we een alternatief voor CO₂- en stikstofintensieve agrarische bedrijven, te weten landbouw die pesticidevrij is. Het is daarmee veel beter voor mens en milieu. Zo kunnen we vandaag al een enorme impact maken. Zeker voor onderhoudsbedrijven en woningcorporaties biedt dit mooie kansen.’
Ook Henk den Boer, bestuursvoorzitter van brancheorganisatie Koninklijke OnderhoudNL, ziet enkel voordelen in biobased renoveren en verduurzamen. ‘Het belang is groot. We staan voor een aantal maatschappelijke opgaven waar biobased materialen een schitterend antwoord op bieden. Denk aan de stikstofcrisis, de landbouwcrisis, de wooncrisis. Er is eigenlijk geen reden meer te bedenken om niet met biobased materialen te werken. Vandaar dat we vanuit OnderhoudNL en Building Balance dit verder proberen te evangeliseren.’
Toch zullen er ook in de verwerkingsindustrie nog stappen gezet moeten worden. Rutten: ‘We hebben meer schaal nodig om het voor ondernemers interessant te maken hierin te investeren. Zij hebben zicht op afzet nodig voordat ze een fabriek draaien of neerzetten. Dat is logisch. Die zicht op afzet, daar moeten we de komende tijd dan ook vol op inzetten.’ Als voorbeeld noemt Rutten het ontbreken van een wolverwerkingsfabriek in Nederland. ‘Om wol te verwerken moeten we naar Duitsland, met alle bijkomende transportkosten en -uitstoot van dien. Het is dus tijd voor een dergelijke fabriek in Nederland. Maar die komt er pas als we voldoende volume hebben, dat is ook een voorwaarde voor investeerders.’
Rutten is hoopvol gestemd. ‘Er is lange tijd nauwelijks aandacht geweest voor de materiaalimpact in de bouw, terwijl deze impact goed is voor 11% van de wereldwijde CO₂- uitstoot. Die aandacht begint de laatste jaren enorm te groeien en dat zie je terug in de bouw- en renovatiewereld. Ik heb nog nooit een transitie in de bouw meegemaakt die zo snel gaat als deze.’
Laaghangend fruit
De transitie naar biobased ziet Rutten als laaghangend fruit. ‘Niet alles hoeft morgen meteen 100% biobased te zijn. Maar met de switch van fossiel isolatiemateriaal naar biobased isolatiemateriaal kunnen we al stappen zetten. Die switch is simpel te maken. Het is nu vooral zaak voor opdrachtgevers om dit uit de pilotsfeer te halen en project overstijgend aan te pakken. Het gebruik van biobased materialen moet in de strategie van organisaties worden opgenomen. Dan heeft iedereen een helder beeld van waar we naartoe gaan.’
We hebben telkens twee biobased alternatieven naast de traditionele aanpak gezet en doorgerekend wat dat betekent voor het project. Ook hebben we de voor- en eventuele nadelen in kaart gebracht. Dit boek geeft daarmee een mooi overzicht van wat er vandaag al mogelijk is.’
True pricing
Goede ketensamenwerking is belangrijk om dit thema verder te brengen. OnderhoudNL heeft daarom een community opgericht voor jonge professionals uit de onderhouds- en corporatiesector. Den Boer ‘Wij brengen de werelden van vastgoedonderhoudsbedrijven en corporaties dichter bij elkaar. Met dit netwerk zorgen zij voor een verdere versnelling van de verduurzaming in de bestaande bouw.’ Volgens Rutten helpt samenwerking zeker, maar kan dit ook tot ingewikkelde processen leiden. ‘We moeten niet op elkaar gaan zitten wachten, maar gewoon zelf aan de slag gaan. Het is vooral zaak dat organisaties dit oppakken vanuit hun eigen businesscase. En die businesscase wordt door de komst van Europese regelgeving en true pricing de komende jaren alleen maar interessanter. Daar ben ik van overtuigd.’