Dat opladen gebeurt met 2400 zonnepanelen op de bedrijfslocatie van Van der Zanden in Moergestel. ‘Jaarlijks wekken we voor ruim 900.000 kWh aan groene stroom op. Daarmee voeden we onze elektrische bedrijfsauto’s en het overige materieel.
Circulair slopen wordt steeds meer gemeengoed voor woningcorporaties. De Brabantse corporatie Alwel ging een stap verder en koos bij een project in Breda voor circulaire én emissieloze sloop. Aannemingsbedrijf van der Zanden uit Moergestel voerde dit CO2-neutrale project uit. ‘Dit is de toekomst van het slopen.’
Geen ronkende en naar diesel stinkende kranen en aggregaten op de bouwplaats aan de Stationslaan in Breda. Wel een powerunit met de afmeting van een grote zeecontainer. Deze Powerhub, ‘s werelds grootste mobiele batterijsysteem, is van Hollands fabricaat en levert 2,3 megawatt. De bouwkraan kan er volgens aannemer Tijs van der Zanden acht tot twaalf uur op draaien. ‘Is de unit leeg, dan brengen we hem naar ons bedrijf waar hij in vijf uur weer wordt opgeladen.’
Dat opladen gebeurt met 2400 zonnepanelen op de bedrijfslocatie van Van der Zanden in Moergestel. ‘Jaarlijks wekken we voor ruim 900.000 kWh aan groene stroom op. Daarmee voeden we onze elektrische bedrijfsauto’s en het overige materieel.
Zo hebben we een volledig elektrische 35 tons rupskraan, een elektrische miniloader en twee Powerhubs. Deze Powerhubs hebben we samen met DENS, een high-tech technologiebedrijf uit Helmond, ontwikkeld om het emissieloos slopen mogelijk te maken. Binnenkort volgen nog vier Powerhubs, een vrachtwagen, een minishovel en een trekker. Zo breiden we ons elektrische wagen- en machinepark steeds verder uit.’
Het was Van der Zanden die begin dit jaar aan Alwel voorstelde om bij het project in Breda 100% emissieloos te slopen. ‘Zij hadden de aanbesteding voor dit circulaire sloopproject gewonnen en wilden graag een stap verder gaan en emissieloos slopen’, vertelt projectleider Jelle Vos. ‘Wij hebben gekeken wat dat precies inhoudt en welke meerkosten dit met zich meebrengt. Die meerkosten zijn behoorlijk, maar Van der Zanden heeft wat water bij de wijn gedaan en zo zijn we toch tot een deal gekomen.’
Volgens Vos is emissieloos slopen nog redelijk onbekend terrein voor Alwel en andere corporaties. ‘We hebben wel al een visie ontwikkeld op circulair slopen, maar nog niet op emissieloos slopen. Vandaar dat dit voor ons een interessant project is. We staan helemaal achter het idee en willen graag helpen om deze beweging verder op gang te brengen.’ Vos verwacht overigens dat emissieloos slopen op termijn meer gemeengoed zal worden. ‘We zullen straks wel moeten vanwege de hele stikstofproblematiek. Anders komen heel veel bouw- en sloopprojecten in grote steden op de tocht te staan.’
Tijs van der Zanden
Aannemingsbedrijf Van der Zanden
De sloop in Breda is inmiddels afgerond en Alwel heeft berekend wat er aan CO2-uitstoot is bespaard. Vos: ‘Het betreft een relatief klein project waarbij vijf huizen en een bedrijfsgebouw zijn gesloopt. Maar Van der Zanden heeft door de inzet van elektrisch materieel toch mooi voor 7700 liter aan diesel bespaard. Dat is goed voor een CO2-besparing van 20.000 kilo. Een mooie bijvangst daarbij is dat we veel minder overlast hebben veroorzaakt voor de omgeving. Emissieloos slopen scheelt behoorlijk in de geluids- en stankoverlast.’
Vos benadrukt dat de CO2-besparing die in Breda is behaald nu nog niet verzilverd kan worden. ‘Daarvoor zal er eerst wet- en regelgeving moeten komen rondom CO2-emissierechten.’ Die regelgeving verwacht Vos wel de komende jaren. Dat is volgens hem hard nodig om emissieloos bouwen en slopen een impuls te geven. ‘Nu besteden corporaties nog vooral aan op prijs en kwaliteit, waarbij de prijs een zwaarwegende factor is. We werken nu eenmaal met maatschappelijk geld en vinden het belangrijk om de juiste euro op de juiste plek te laten landen. Dat staat emissieloos aanbesteden nu nog in de weg.’
Jelle Vos
Projectleider Aannemingsbedrijf Van der Zanden
Of Alwel bij een volgend project weer kiest voor emissieloze sloop, durft Vos niet te zeggen. ‘Bij kleine projecten wellicht wel, maar bij grote projecten niet. Dat is eigenlijk nog niet te betalen. Eerst zal goede regelgeving het speelveld voor de aanbieders meer gelijk moeten maken. Als we eenmaal zo ver zijn, dan kiezen we uiteraard standaard voor emissieloos aanbesteden. Dan zal het een vast onderdeel worden van ons beleid. Met het project in Breda hebben we in ieder geval alvast kennis en ervaring opgedaan.’
Ook voor het aannemingsbedrijf was het project in Breda een goede leerschool. Van der Zanden: ‘Dit was het eerste 100% emissieloze sloopproject in Nederland en daar zijn we trots op. Wij steken onze nek uit door te investeren in elektrisch materieel en dan is het fijn als we dat ook kunnen inzetten.’ De eigenaar van het aannemingsbedrijf verwacht de komende jaren meer opdrachten waarbij emissieloos gewerkt moet worden. ‘Die kant gaat het zeker op, maar dat mag van ons nog wel wat sneller gaan.’
Van der Zanden was dan ook blij toen onlangs het Convenant Schoon en Emissieloos Bouwen werd getekend (zie kader). ‘Veel opdrachtgevers hebben de ambitie om duurzaam en emissieloos te werken, maar in de praktijk komt daar nog te weinig van terecht. Met goede regelgeving en de juiste subsidies kan de overheid hier een sturende rol in spelen. Wij zijn er in ieder geval klaar voor.’
Het Emissieloos Netwerk Infra (ENI) is opgericht in september 2020 en heeft als doel om emissieloos werken in de bouw te versnellen. Om dit te realiseren pleit ENI voor een nieuwe manier van samenwerken tussen bouwbedrijven, importeurs en ontwikkelaars van bouwmateriaal, internationale concerns, start-ups en leveranciers van energiedragers.
Het doel van het netwerk is om de emissieloze bouwplaats tegen aanvaardbare kosten in 2026 mogelijk te maken. Het netwerk van koplopers organiseert een programmatische aanpak van pilots, verzamelt gebruikerservaringen, maakt prototypen van emissieloos bouwmateriaal mogelijk door vraagbundeling en stimuleert een duurzame uitvraag. Met opdrachtgevers en brancheorganisaties vindt afstemming plaats via diverse klankbordgroepen. De opgebouwde kennis wordt daarna gedeeld met de kennispartners. Zo zorgen de deelnemers als koplopers samen dat de emissieloze bouwplaats versneld wordt gerealiseerd.
Vijfenveertig partijen tekenden onlangs het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB). Het convenant met routekaart geldt voor duizenden ondernemingen in Nederland. In de routekaart staat stap voor stap uitgelegd hoe en in welk tempo bouwmachines de komende jaren worden vervangen door minder vervuilende exemplaren om uiteindelijk over te gaan op schone of emissieloze varianten. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ondersteunt de ondernemers in de bouwsector met de Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB) bij de overstap naar duurzamer bouwmaterieel. Een Specifieke Uitkering (SPUK)-regeling van in totaal 180 miljoen euro zorgt ervoor dat medeoverheden die het convenant tekenen, de extra kosten die emissieloos aanbesteden met zich meebrengt deels gesubsidieerd krijgen. Tot slot ondersteunt de Rijksoverheid de ontwikkeling van kennis op het gebied van ‘slimmer werken’ door procesmaatregelen, prefab en andere tools.