> Sandra Nap is directeur-eigenaar van Holland Houtland, een organisatie die zich inzet voor het opschalen van biobased en materiaalefficiënt bouwen, renoveren/isoleren en splitsen. Ze is een circulaire pionier en aanjager, onder andere als spinner bij Cirkelstad.
Nap las ooit in een bijlage van het Klimaatakkoord dat er 100 megaton CO₂-besparing te vinden was in het bouwen van de toen één miljoen beoogde woningen in hout. ‘Wij trokken het breder, richtten Holland Houtland op en keken daarbij vooral naar snelgroeiende materialen voor de boer. Ons doel was om deze materiaalswap een belangrijk onderdeel te maken van de energietransitie en de circulaire bouweconomie. Daar ontbrak deze blik en dat is vrij snel door stakeholders opgepakt.’
Haar ambitie om in 2030 minstens 50 procent van alle nieuwbouw biobased te realiseren gaat waarschijnlijk niet lukken. Maar het zou al mooi zijn als 30-30-30 van de Nationale Aanpak Biobased Bouwen slaagt: 30 procent nieuwbouw, met 30 procent biobased materialen in 2030 als ondergrens.
‘Belangrijke marktpartijen en projectontwikkelaars hebben zich hieraan al gecommitteerd, een enorme stap voorwaarts’, zegt Nap. ‘De materiaaltransitie is nu een volwaardig onderdeel van de energietransitie. Daarbij is ons adagium: kijk niet pas aan het einde van de levensduur naar hergebruik van materiaal, maar neem de opslag van CO₂ mee als essentieel onderdeel in de strategie.’
De beweging is inmiddels breed vertakt. Meer dan zestig architectenbureaus ondertekenden de verklaring ‘biobased, tenzij’. Een andere hoopgevende ontwikkeling is dat de Rabobank en ontwikkelaar BPD de komende jaren meer dan honderd miljoen euro investeren in biobased woningbouw en waterbesparende systemen.
Hoewel het onderwerp nu in de politiek weinig aandacht krijgt, ziet Nap de biobased toekomst optimistisch tegemoet. ‘CO₂ heeft al lang een vaste plek in de Excel-sheets van bouwbedrijven. Veel werken met Het Nieuwe Normaal (een raamwerk gericht op de materialentransitie) of whole life carbon van de EU.’
Ze verwacht veel van het Europese beleid dat CO₂-uitstoot over de hele levenscyclus van gebouwen meeneemt. ‘Dat betekent dat ook CO2-uitstoot bij de productie van materialen en de opslag van CO₂ in materialen een belangrijke rol speelt. Daar kijken wij al jaren naar uit.’
Een positief voorbeeld van de toepassing van snelgroeiende materialen is de prefab Strotec Gevel, die Holland Houtland mede heeft ontwikkeld. ‘Woningcorporatie Trudo heeft in Eindhoven 90 woningen gerealiseerd met dit materiaal en er is nu ook een biobased fabriekshal én een woontoren in realisatie. Industrieel bouwen met natuurlijke materialen maakt veelvormige, innovatieve ontwerpen mogelijk, in tegenstelling tot de bekende rijtjeswoningen in de bestaande bouw.’
Met 8,3 miljoen bestaande Nederlandse woningen is er met biobased isoleren en renoveren ook veel impact te behalen. ‘Biobased isoleren bespaart CO₂, maar levert ook gezondheidswinst op’, benadrukt Nap. ‘Reguliere isolatiematerialen zoals PUR en PIR zijn bewezen ongezond. Natuurlijke materialen zoals houtvezel, hennep en stro zorgen voor een prettig binnenklimaat. Bovendien verminderen natuurlijke materialen de hittestress en zijn er minder technische installaties nodig.’
Voor de bouw is er eigenlijk nog maar een beperkt CO₂-budget, op is op. ‘Daarom richt Holland Houtland zich inmiddels ook op impact door materiaalefficiëntie: optoppen, aanplakken, transformeren. Hun ontwerpchallenge ‘Benut de overruimte’ laat zien dat er veel ruimte schuilt in wat er al staat. ‘Als mensen in staat zijn en toegestaan wordt om hun woning te splitsen of aan te passen, is de woningvoorraad snel uit te breiden. Dat mag nu op veel plekken niet, maar wij richten ons liever op wat wél kan. Koplopers kijken niet naar belemmeringen, maar naar mogelijkheden. Dat is de houding die we proberen te stimuleren.’
Met de challenge maken we de creativiteit in de samenleving zichtbaar en benutten die door koudwatervrees te verminderen en burgers te activeren. We hebben bij de energietransitie gezien hoeveel we samen kunnen bereiken. Dat kan ook met de wooncrisis! Driedubbele winst: snel, goedkoper en wat je niet hoeft te bouwen, kost geen CO₂.’
Hoe kunnen opdrachtgevers volgens Nap beter sturen op biobased materialen?
‘Bereid je voor op whole life carbon en stel ook streef- en plafondwaarden vast voor CO₂, zoals zestien ontwikkelaars en corporaties nu doen. Of beter nog, vraag uit op wat het maximale is dat leveranciers kunnen en begin vandaaruit. Het is hoog tijd om biobased materialen uit de pilotfase te halen en te verankeren in de mainstream.’
‘Mijn belangrijkste tip: neem aan de voorkant de tijd om met de opdrachtnemers de kansen en mogelijkheden te onderzoeken. En neem de Europese richting, dus whole life carbon, als uitgangspunt. Neem de gewenste eindresultaten als uitgangspunt, zoals de bijdrage aan gezond wonen of werken en hittestress. Neem ook de CO₂-opslag serieus. Het is een dunne lijn, want je moet geen onnodige barrières opleggen. Zoals lokale teelt of in Nederland bewezen resultaten, als deze in het buitenland al bewezen zijn. Laat partijen zelf voorstellen hoe ze hun doel halen.’
‘En tot slot: hou je eigen proces scherp. Ik hoor te vaak dat een project heel ambitieus is uitgevraagd, maar dat dit halverwege steeds verder verwatert. Er is veel enthousiasme voor biobased. Door die vervlakking te voorkomen, versnellen we echt.’