Het is volgens Dick Takkebos, directeur van WarmteStad, geen toeval dat juist in Groningen het duurzame nutsbedrijf een vliegende start heeft gemaakt. De problemen rondom de aardgaswinning spelen hierbij een grote rol. ‘Het besef en de urgentie om het anders te gaan doen, was bij de gemeente al vroeg aanwezig. Er is daarom al snel gekeken naar goede alternatieven voor aardgas. Het maatschappelijk draagvlak is hier bovendien groot, dat maakt het makkelijker om een nutsbedrijf als WarmteStad van de grond te krijgen.’
Maar makkelijk was de start van WarmteStad in 2014 niet, verzekert Takkebos. ‘Dit is een immens grote en integrale opgave. Dat kun je niet alleen doen, daar heb je meerdere partijen voor nodig. En dat gaat met vallen en opstaan. Je loopt als voorloper nu eenmaal tegen beginnersfouten aan. Je stoot af en toe je hoofd en hebt te maken met behoorlijke aanloopkosten. Maar als je die start niet maakt, kom je er nooit. En dus hebben de gemeente en Waterbedrijf Groningen in 2014 de handen in een geslagen en de sprong gewaagd.’
Warmtenet
WarmteStad werkt inmiddels al bijna tien jaar aan de warmtetransitie in Groningen. In die tijd heeft het nutsbedrijf diverse bronnen voor warmte- en koudeopslag gerealiseerd waar meer dan duizend woningen en bedrijven op zijn aangesloten. In het noordwesten van de stad werkt het bedrijf momenteel aan de aanleg van een warmtenet. Met dit warmtenet worden in de nabije toekomst meer dan 15.000 huishoudens, instellingen en bedrijven voorzien van duurzame warmte.
Takkebos: ‘Het warmtenet gaan we de komende jaren organisch uitrollen. Wijk voor wijk gaan we door. Vanaf het noorden naar het westen en vervolgens naar het oosten van de stad. En als onze aandeelhouders daarin meegaan, willen we uiteindelijk ook aan de zuidkant van de stad een ring aanleggen zodat we enkele zuidelijke stadwijken kunnen bedienen. We verwachten op termijn door te groeien naar 50.000 tot 60.000 woningequivalenten die we van duurzame warmte voorzien. En dan heb ik de utiliteitsbouw nog niet eens meegerekend.’
‘We kijken naar factoren als betaalbaarheid, beschikbaarheid en duurzaamheid’, verduidelijkt Takkebos. ‘Betaalbaarheid en betrouwbaarheid waren hierbij relatief zware wegingscriteria. Zodoende zijn we bij datathermie uitgekomen, maar we hadden en hebben zeker meer pijlen op onze boog.’
Met twee datacenters voor de deur heeft WarmteStad een degelijke bron aan warmte waaruit geput kan worden. Toch kunnen de datacenters niet voor de volledige productie zorgen en daarom is besloten hieraan een tweede bronmodule toe te voegen: zonthermiepark Dorkwerd dat in oktober wordt geopend. Takkebos: ‘Dit wordt het grootste zonthermiepark van Nederland en het derde grootste ter wereld. Dit park ontwikkelen en exploiteren we niet zelf, dat doet een private partij. Wij kopen simpelweg extra warmte in bij deze partij.’
Onmisbare schakel
In de WarmteCentrale Zernike, die in 2022 is geopend, komen de verschillende warmtebronnen van WarmteStad bij elkaar. Een onmisbare schakel voor het Groningse nutsbedrijf. Takkebos: ‘De WarmteCentrale heeft de techniek om bronnen van verschillend temperatuurniveau aan te kunnen. Al deze warmte wordt in de centrale naar de gewenste temperatuur gebracht zodat we vervolgens de warmtelevering aan onze klanten kunnen verzorgen. Op termijn zullen we ook in andere delen van Groningen dergelijke warmtecentrales openen.’
WarmteStad kijkt inmiddels ook met een schuin oog naar de Eemsdelta. ‘In samenwerking met een aantal grote spelers kijken we of we restwarmte kunnen winnen uit de Eemshaven en Delfzijl’, verduidelijkt Takkebos. ‘Dat gaat om enorme hoeveelheden restwarmte die voldoende moeten zijn om heel Groningen van warmte te voorzien. Het gaat nog jaren duren voordat we die restwarmte op een goede manier kunnen inzetten, maar als dat lukt ben je wel in een klap volledig zelfvoorzienend.’
Eerlijke prijs
WarmteStad wil dat de duurzame Groningse warmte voor alle bewoners van de stad toegankelijk, flexibel, maar vooral ook betaalbaar is door eerlijke prijzen. En dat ook blijft. Met aandeelhouders en woningcorporaties zijn daarom afspraken gemaakt over de tariefstelling. Takkebos: ‘We verlenen korting ten opzichte van het ACM-tarief en door deze gezamenlijke afspraken houden we de vaste kosten laag. Zo betalen woningcorporaties de huur van de afleverset in de woning, waardoor die voor huurders subsidiabel wordt. Daarmee zijn we de afgelopen jaren een van de goedkoopste warmtebedrijven van Nederland voor warmtenetklanten, zo niet de goedkoopste. Op termijn willen we warmte leveren op basis van kostprijs. Dan kunnen we voor langere periode vaste en eerlijke prijzen garanderen. Daar houden we nu met onze lange termijn inkoop al rekening mee.’
Volgens Takkebos heeft de gemeente er heel bewust voor gekozen zelf de regie te voeren op de warmtetransitie. ‘De gemeente ziet onze klanten niet primair als consumenten, maar vooral als inwoners die ze wil voorzien in een basisbehoefte. Alle Groningers moeten tegen schappelijke tarieven kunnen beschikken over een duurzaam verwarmd huis. Door het in eigen hand te houden, zorgt de gemeente voor een stukje stabiliteit en continuïteit.’
Maatschappelijke winst
Takkebos: ‘Een goede regisseur is bij een onderneming als WarmteStad onmisbaar. Daarnaast heb je commitment nodig van alle stakeholders. Gezamenlijk moet je continu op zoek naar de maatschappelijke meerwaarde, de maatschappelijke winst die je samen kunt realiseren. Als je dat op een slimme manier doet, en daarbij de agenda’s zoveel mogelijk matcht, dan kun je geld maken met geld. Dan houd je de kosten van de verschillende opgaven zo laag mogelijk en kun je meerdere projecten tegelijk aanpakken.’
WarmteStad weet inmiddels de ogen op zich gevestigd. En dat is volgens Takkebos niet vreemd. ‘Er zijn maar weinig publieke warmtebedrijven in Nederland die vanaf nul zijn opgebouwd. Wij zijn in die zin echt koploper. We zijn bovendien al redelijk ver met onze bedrijfsontwikkeling, business development en strategie. Veel partijen die aan de lat staan van de warmtetransitie, kijken naar WarmteStad. Dat gaat vooral over gemeenten, maar bijvoorbeeld ook waterbedrijven. Zij komen regelmatig in Groningen kijken hoe wij dit hebben aangepakt.’
Spin-off
Takkebos wil niet zeggen dat ze in Groningen dé succesformule hebben ontwikkeld voor een rendabel warmtebedrijf, maar hij denkt wel dat andere partijen veel van WarmteStad kunnen leren. ‘Het gaat om goede samenwerking tussen de verschillende publieke én private partijen en het commitment van deze partijen. Het gaat om oog hebben voor elkaars belangen en het managen van die belangen. En als basis daarvan uiteraard ook de bewonersbelangen. Als je daarin slaagt, dan is iedereen tevreden. Dan krijgt een project spin-off en ontstaat er een sneeuwbaleffect. Dan komen er subsidies in beeld en durven partijen te investeren.’
Voorwaarde is volgens Takkebos wel dat bewoners actief betrokken worden bij de plannen. ‘We hebben intensief contact op organisatorisch niveau met al onze stakeholders, maar we gaan ook zeker de huiskamers in als dat nodig is. We leggen bewoners precies uit wat we doen en wat we te bieden hebben. We geven voorlichting in huiskamers, wijkgebouwen en in mobiele containerunits. We doen er alles aan om continu in contact te zijn met de klant en de potentiële klant.’
Lef tonen
Een laatste advies van Takkebos is simpel: ‘Gewoon beginnen. In het kader van de energietransitie zie je overal lange tafels met mensen die praten over hoe het zou moeten, maar op een gegeven moment moet je lef tonen en gewoon beginnen. Dat is wat we in Groningen met elkaar hebben gedaan en daar heb ik veel respect voor.’