Nieuwe woonzorgconcepten zijn volgens Stunnenberg hard nodig om een samenredzame gemeenschap vorm te geven. ‘Daarbij hebben we een heleboel partijen nodig: gemeenten die locaties aanwijzen voor nieuwbouw, woningcorporaties en projectontwikkelaars die mooie nieuwe woonzorgcomplexen realiseren en investeerders en beleggers die hierin investeren. Dit weten we al jaren, maar het valt tegen hoeveel er momenteel gebouwd wordt. Daarin moeten we echt gaan versnellen.’
Volgens Stunnenberg is het belangrijk dat we als maatschappij de knop omzetten. ‘Het is geen automatisme meer dat ouderen kunnen blijven wonen waar ze altijd hebben gewoond, en dat ze daar hun zorg ontvangen. Mensen zullen er daarnaast aan moeten wennen dat ze een deel van hun opgebouwde vermogen of inkomen moeten inzetten om in een aangepast huis te wonen. Dat is voor heel veel mensen nu nog een taboe. Daarin hebben we als maatschappij een switch in denken te maken.’
Toch zijn er al de nodige initiatieven om de zorgtransitie op gang te brengen. Stunnenberg noemt SamenThuus als voorbeeld. Met dit nieuwe concept werkt Markenheem aan de toekomst van zorg. ‘Mensen leven zoals zij willen, gesteund door hun omgeving en waar nodig door Markenheem. Wij leveren de zorg, de welzijnsvragen worden door andere partijen en door de directe omgeving van mensen opgepakt. Op die manier kunnen we de zorg ontlasten en kunnen mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen.’
Dat sociale netwerk wordt heel belangrijk, stelt Stunnenberg. ‘Die moeten we mobiliseren. Daar ligt een grote uitdaging.’ Tijdens de zorgvastgoeddag gaat de zorgbestuurder ook in op de plannen van zorgminister Fleur Agema om verzorgingshuizen weer in ere te herstellen. ‘Daarover gaan wij als ActiZ met de minister in gesprek. Het is ons nog niet geheel duidelijk hoe zij dat voor ogen ziet. Dat plan kost veel geld en is moeilijk te bemensen. Met nieuwe concepten als SamenThuus is de stap terug naar het verzorgingshuis bovendien helemaal niet nodig.’
Simpele oplossingen zijn er niet, benadrukt Stunnenberg. ‘We zullen anders naar de zorg moeten kijken. Daar kunnen we niet omheen. Iets simpels als het recht op zorg moeten we bijvoorbeeld ter discussie stellen. Recht op zorg voor iedere oudere is een ingewikkeld begrip, waar we wellicht afscheid van moeten nemen om juist het recht op zorg voor de meest kwetsbare groep ouderen in het verpleeghuis veilig te stellen. We komen hoe dan ook voor moeilijke keuzes te staan de komende decennia. Goed zorgvastgoed en ondersteunende technische oplossingen zijn daarom van groot belang. Daar zullen met elkaar hard aan moeten werken.’