
c.v. Marijn Sauer is sinds oktober 2022 programmamanager Circulaire Economie bij de gemeente Leiden. Hiervoor was zij in verschillende rollen actief voor de gemeente Leiden. Onder andere als beleidsadviseur circulaire economie.
De gemeente Leiden zet koers naar een circulair Leiden in 2050. Aan het roer staat programmamanager Circulaire Economie Marijn Sauer. Ondanks dat er nog een lange weg te gaan is, ziet zij dat er de laatste jaren enorme stappen zijn gezet. ‘De mindset van de meeste medewerkers is positief veranderd. Dat is goud waard.’
In 2050 moet Leiden volledig circulair zijn. Wat dat precies inhoudt is volgens Sauer en haar collega’s nog niet duidelijk en ook de weg ernaartoe is nog enigszins ongewis. Het eerste ijkpunt is 2030. Dan moet het fossiel materiaalgebruik met 50% zijn teruggeschroefd ten opzichte van 2016. Alle gemeentelijke aanbestedingen rondom bouwprojecten zijn dan bovendien 100% circulair, conform de Transitieagenda bouw. Om hier richting aan te geven werkt de Zuid-Hollandse gemeente met het programma Circulaire Economie. ‘In 2020 hebben we onze eerste strategie opgesteld, de strategie voor de periode 2020 tot 2023. Circulariteit stond voor de gemeente Leiden toen nog in de kinderschoenen. Sterker nog, de kinderschoenen moesten nog gekocht worden. We hebben toen vooral de doelstellingen overgenomen die door het Rijk waren bepaald. Daarnaast hebben we een subsidiepot in het leven geroepen voor inwoners en ondernemers die met circulariteit aan de slag wilden.’
Inmiddels werkt de gemeente voor de bouwprojecten met een nieuw programma voor de periode 2024-2027. De doelstellingen voor 2030 zijn daarin helder beschreven. ‘Ook hebben we helder in beeld gebracht waar we qua materiaalgebruik stonden in 2016, onze nulmeting, en waar we naartoe willen voor 2030. Dat geeft rust in de organisatie. Iedereen weet wat ons te doen staat en hoe we daar systematisch naartoe kunnen werken, stapsgewijs en gemeentebreed. Door onze collega’s hierbij in hun kracht te zetten, kunnen we veel meer bereiken. We willen ze niet meer werk geven, maar wel dat ze het werk anders gaan doen. Dat vraagt om een andere kijk en mindset. Gelukkig zien we die mindset bij de meeste medewerkers echt veranderen. Een focus op circulariteit wordt steeds vaker gezien als een positieve uitdaging.’
Om te beoordelen of projecten circulair worden uitgevoerd, ontwikkelde de gemeente de Leidse Ladder. ‘Dit is een monitoringssysteem voor onze eigen bouwprojecten, zowel in de openbare ruimte als in ons vastgoed. Het betreft een gekwantificeerd systeem dat precies vertelt hoeveel punten een project haalt op het gebied van circulariteit. Stapsgewijs wordt het aantal punten dat minimaal moet worden gehaald de komende jaren opgeschroefd. Vanaf 2030 moet elk project het maximum aantal punten scoren. Dan zijn al onze projecten 100% circulair.’
‘Het is meer een sociaal-organisatorische transitie, dan een technisch-inhoudelijke’
Volgens Sauer kent dit monitoringssysteem veel voordelen. ‘We kunnen nu beter analyseren waar het goed gaat en waar het niet goed gaat. We kunnen vervolgens verbeteringen toepassen in de werkwijze en beleid maken, schrappen of aanpassen. Het systeem is daarnaast een goed gedachtegangsysteem voor onze collega’s. Zij zien waar ze punten kunnen scoren en waar ze dus het verschil kunnen maken. Dat geeft houvast. Voor sommige collega’s wordt het echt een sport om het maximale aantal punten te scoren. We zien dan ook dat er bij veel projecten al meer mogelijk is dan we in eerste instantie hadden gedacht. Dat is mooi om te zien.’
Het goed borgen van circulaire uitgangspunten binnen processen, is volgens Sauer heel belangrijk. ‘Voor deze transitie hebben we een lange adem nodig. Er zijn en komen geheid tegenslagen en er zijn altijd mensen die hun hakken in het zand zetten. Het is daarom belangrijk dat we de hele organisatie meekrijgen en dat alle medewerkers positief blijven meedenken. Het is in mijn ogen tot nu toe meer een sociaal-organisatorische transitie, dan een technisch-inhoudelijke. Ons doel is dan ook om deze transitie voor iedereen behapbaar te maken en te zorgen dat iedereen weet hoe ze vanuit hun eigen rol aan dat grotere doel kunnen bijdragen. Niet door elke maand met nieuwe plannen en nieuw beleid te komen, maar door het beleid goed te borgen en met tools iedereen in zijn of haar kracht te zetten.’
Ook de vastgoedafdeling van de gemeente werkt met de Leidse Ladder. ‘Dat is de paraplu en de kapstok bij alles wat ze doen. Bepaalde thema’s, zoals circulaire sloop, zijn inmiddels gemeengoed. Wanneer er meer dan tien kuub aan materiaal vrij komt bij een sloopproject, moet het materiaal zo hoogwaardig mogelijk ontmanteld worden. Dat is niet persé duurder, maar neemt wel wat meer tijd in beslag. Er moet dan goed in beeld gebracht worden hoe de materialen zo hoogwaardig mogelijk hergebruikt kunnen worden. En dan het liefst op locatie. Maar aanbesteden bij een circulair sloper kan uiteraard ook.’
Binnen de vastgoedafdeling komt ook steeds meer focus op biobased materialen, losmaakbaar bouwen en materialenpaspoorten. ‘Materiaal wordt steeds meer waard en die ontwikkeling zet nog wel even door. Vandaar dat we nu ook de stap maken naar rekenen met restwaarde. Daardoor kunnen we projectbudgetten verhogen en aan de voorkant nog duurzamere keuzes maken. Zo kunnen we maatschappelijke waarde toevoegen aan projecten en krijgen we betere, gezondere en duurzamere gebouwen.’
Ook hierbij gaat het volgens Sauer vooral om een andere manier van kijken, om een sociaal-organisatorische uitdaging. ‘We zullen onze financiële systemen anders moeten inrichten om dit goed van de grond te krijgen. Veel mensen vinden dat nog spannend. Het is toch een beetje in je glazen bol kijken. Niemand weet precies wat de prijzen van materialen gaan doen en hoe de toekomst zich ontvouwt. Maar persoonlijk zie ik in rekenen met restwaarde een heel mooi middel om meerdere maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Vandaar dat we in pilots de mogelijkheden hiervan onderzoeken.’
Zo wordt er in Leiden steeds meer door die circulaire bril naar projecten gekeken. ‘Als we hier goed op sturen, kunnen we kosten besparen en processen leuker maken. Dan krijgen we de mensen vanzelf mee. De energietransitie ging ons voor, maar dat is inmiddels gemeengoed. Nu is het de beurt aan de circulaire transitie. Daar moeten we vol op inzetten.’
c.v. Marijn Sauer is sinds oktober 2022 programmamanager Circulaire Economie bij de gemeente Leiden. Hiervoor was zij in verschillende rollen actief voor de gemeente Leiden. Onder andere als beleidsadviseur circulaire economie.