Henk: ‘Als planontwikkelbedrijf zijn we al heel lang bezig met het bedenken van nieuwe woonvormen als alternatief voor traditionele verpleeg- en verzorgingshuizen. We doen dat onder het motto: ‘van verblijf naar wonen’. De basisgedachte hierbij is hoe we mensen met een intensieve zorgvraag kunnen ondersteunen in de persoonlijke leefbehoeften. Dat heeft in de afgelopen jaren mooie nieuwe concepten opgeleverd met prachtige resultaten. Toch loopt het huidige institutionele systeem tegen haar eigen grenzen aan. Het systeem is niet te financieren én niet te bemensen. We moeten dus nog een grote slag maken. Wij denken dat we de stap moeten maken de lokale gemeenschap als uitgangspunt te nemen voor integrale woonzorgconcepten.’
Stefan: ‘Wij zien ook dat de lokale gemeenschap een antwoord kan zijn op leefbaarheidsvraagstukken. De helft van onze huurders is 65 jaar of ouder, we zitten middenin de vergrijzing. Wooncompagnie is actief in 60 kernen in Noord-Holland. Veel kernen kenmerken zich doordat er een gemeenschap is waar mensen naar elkaar omkijken. Als die er niet is, dan gaat dat ten koste van de leefbaarheid en de mogelijkheid voor mensen daar op een goede manier oud te worden. We spannen ons als corporatie om die reden ook echt in om de gemeenschap veerkrachtig te houden.
Kun je gemeenschapszin organiseren?
Henk: ‘De vraag die daaraan vooraf gaat, is: waarom is die noodzaak er? Dat komt doordat wij de afgelopen decennia alles zorg zijn gaan noemen: de gewone medische zorg, het eten en drinken, de lichamelijke verzorging, de huisvesting. Je kunt je afvragen of dat een verstandige ontwikkeling is geweest. We zijn trots op onze verzorgingsstaat, maar als je de pech hebt dat je het niet allemaal zelf meer kunt regelen, wordt je persoonlijke leven helemaal overgenomen door een ingewikkeld institutioneel systeem. We zijn daardoor verleerd om als gemeenschap naar elkaar om te kijken. Stap één naar meer gemeenschapszin is: opnieuw definiëren wat nou echt zorg is en hoe je zorg en welzijn anders kunt definiëren.’
Staat de ingewikkeldheid van het huidige stelsel verandering in de weg?
Govert: ‘Ja, behoorlijk. Van belang is onderscheid te maken tussen complex en ingewikkeld. Mijn credo is: het is complex, maar we maken het ingewikkeld. Complexe processen ontwikkelen zich. Je haalt het wikkel eraf, als het ware. Bij ingewikkeldheid wikkel je processen in, waardoor de bewegingsruimte afneemt. Dat nekt ons. Gezondheidszorg is bovendien vaak ziektezorg geworden. Daardoor missen we de mechanismen in onze samenleving die zorg dragen voor gezondheid. Gezondheid is een complex proces, wat moeilijk te reguleren is. Ziekte daarentegen kun je wel reguleren: inpakken in normen, regels, protocollen en procedures. Daardoor wordt het ingewikkeld. We isoleren het ziektepatroon en geven daar een specifieke behandeling bij. Gevolg is dat al die behandelingen bij elkaar niet meer betaalbaar zijn. Mensen zijn losgeweekt van wie ze zijn. De gemeenschap reikt de complexiteit aan die nodig is om een gewenste ontwikkeling in te zetten.’
Stefan: ‘We hebben een leuk experiment gedaan in een oud verzorgingshuis met aanleunwoningen in een parkachtige omgeving in Winkel. De oorspronkelijke bewoners waren vertrokken en het werd antikraak bewoond. We wilden het herontwikkelen, maar als woningcorporatie krijg je buikpijn van al dat groen dat je moet onderhouden. Toen hebben we gedacht, laten we het omkeren en beginnen bij een gemeenschap die verantwoordelijkheid neemt voor het wonen en de woonomgeving. Een deel van de antikraakbewoners was de startgroep. We hebben gezinswoningen, seniorenappartementen en startersappartementen gemaakt en ontzettend veel instrumenten van stal gehaald om te zorgen dat er een gemeenschap ontstond: een ontmoetingsruimte, een bewonersvereniging, een app, een community-coach. We zijn nog aan het uitzoeken wat werkt, maar in ieder geval dat je iemand van tevoren vraagt wat diegene kan bijdragen. Niet denkend vanuit vragers en dragers, maar: iedereen kan bijdragen. Als iemand koffie zet voor de tuinploeg, dan is dat ook waardevol.’
Waar begint verandering?
Henk: ‘Vaak leeft er in een gemeenschap al veel. De eerste stap moet zijn: hoe kunnen we daarop aansluiten? Vragen: wat hebben jullie nodig om het met elkaar te regelen? We moeten ook leren niet al met standaardoplossingen de wijk in te gaan, en veel adaptiever aan de slag te gaan met wat er uit de gemeenschap zelf wordt aangedragen. Dat leidt tot veel meer variëteit in woonconcepten, maar ook in zorg- en dienstverleningsconcepten, die echt aansluiten op de couleur locale.’
Govert: ‘Uiteindelijk moet wet- en regelgeving zich aanpassen aan de praktijk. Daarom is het van belang de overheden actief in dit proces te betrekken. Ze zijn zelf ook onderdeel van de gemeenschap. Je mag van hen verwachten dat ze kaders stellen en daarbinnen ruimte voor ontwikkeling mogelijk maken. Nu is het precies andersom. Kaders zijn er bijna niet, wel ontzettend veel regelingen tot op detailniveau die regelmatig met elkaar in strijd zijn. Kaders moeten geleiden en niet blokkeren.’
Stefan: ‘Wij hebben bijvoorbeeld samen met HevoFame de Friese Vlaak in Volendam gerealiseerd, een innovatief zorgconcept waar zelfs mensen met de zwaarste zorgvraag zelfstandig wonen. Stellen waarvan een van de partners in een zorgomgeving woonde, kunnen weer gaan samenwonen. Iedereen wil dat we deze beweging maken, maar dan kom je de systeemwereld tegen. Daarom zit de gemeente bij dit soort concepten in de stuurgroep om samen met ons en de zorg- en welzijnspartners te zoeken naar oplossingen.’
Wat als partners zeggen: ik wil het wel, maar de wet- en regelgeving staat het niet toe?
Henk: ‘Dan zeg ik, dat begrijp ik, maar we hebben geen keuze. Een van de succesfactoren is als de belangrijkste stakeholders zoals wethouders en bestuurders met elkaar afspreken: we gaan hier echt iets anders doen. Een wenkend perspectief bieden. We weten dat we tegen allerlei regels aanlopen, maar we geven onze eigen organisaties de opdracht naar oplossingen te zoeken. Je moet het er met elkaar over eens zijn dat je bepaalde bakens gaat verzetten.’
Creëer je geen nieuwe ingewikkeldheid?
Govert: ‘Een bepaalde ingewikkeldheid is nodig. Zonder normen en regels kun je niet. Maar nu is het doorgeslagen. Bij complexe vraagstukken is het de kunst deze klein, lokaal en concreet te maken en in de praktijk aan de slag te gaan. Zowel een wenkend alternatief als handelsperspectief bieden.’
Is de financiering anders dan we gewend zijn?
Govert: ‘De financieringsstructuur is erg ingewikkeld door gelabeld geld. Er zijn verschillende ministeries met hun eigen budgetten en beleidsdoelen. Je mag niet een stukje zorg besteden aan een trap of mooie groenvoorziening. Daardoor besteden we het geld geforceerd aan dat waar het voor bedoeld is. Als we het labelen los durven laten, krijg je geïntegreerde oplossingen voor minder geld.’
Stefan: ‘Het toverwoord is vertrouwen. Om het gesprek over geld goed te voeren, moeten we bereid zijn onze businesscases open op tafel te leggen. Dat zorgt ervoor dat ik mij medeverantwoordelijk voel voor de gezonde businesscase van mijn zorgpartner en de gemeente.’
Henk: ‘In de media lijkt het alsof de mensen waarover het gaat er sterk op achteruitgaan. Ik denk dat het mogelijk is om de geldstromen anders te structureren, waardoor mensen juist meer waar voor hun geld krijgen. Een intramurale vergoeding is inmiddels even hoog als sociale huur. De huisvestingskant is het probleem niet meer.’