ONDERWIJSGEBOUW
4 Nationale Trendradar Onderwijsvastgoed Het onderwijsgebouw moet
samenvallen met de opdracht
die een kennisinstelling heeft,
zodat het beste leerrendement
behaald wordt. Als gevolg van de
opkomst van ‘blended learning’
en daarmee samenhangende
afwisselende onderwijsvormen
zullen gebouwen niet meer zo groot
zijn. Van belang is een uitnodigende
omgeving, zowel binnen als in
verbinding met de omgeving. Een
plek waar men graag wil zijn.
De ambities betreffende
duurzaamheid in de meest brede
zin liggen hoog, niet in het minst
omdat leerlingen en studenten
zich daar prettig bij voelen, zich
goed mee kunnen identificeren.
De ambities gaan verder dan strikt
noodzakelijk en gaan niet alleen
over materiële zaken. Zo gaat het
ook over gezondheid en een prettig
binnenklimaat om in te verblijven.
Ook wordt meer en meer de term
‘natuurinclusief’ gebruikt, wat zich
vaak vertaalt in: groen binnen, op
daken en gevels en in de relatie
tot de omgeving. Verbreding van
duurzaamheid is op korte termijn
de grote trend.
ADAPTIEF
De maatschappij verandert.
Voortschrijdend inzicht verandert
de visie op het gebruik en de
inrichting van ruimten. Gebouwen
moeten meer dan ooit daarin
kunnen meebewegen. Dat moet in
het DNA van het gebouw zitten, een
adaptieve omgeving waar mensen
graag komen. Om goed mee te
kunnen bewegen met verandering
krijgt het gebouw daarmee een
universeler karakter.
PLEKKEN EN DOMEINEN
Een gebouw wordt meer en
meer gezien als een plek of een
verzameling plekken waar mensen
zich thuis voelen en productief
kunnen zijn. Die plekken zijn dan
weer onderdeel van één of meer
domeinen. Extreem doorgetrokken
blijft dan eigenlijk alleen de schil van
het gebouw. Plekken en domeinen
worden daarmee meer en meer
onderdeel van interieurarchitectuur.
ONDERWIJSGEBOUW
GERT-JAN TER HOOR
CNB CLIMATE NEUTRAL BUILDING
‘Zet innovatie-
partnerschap in om
schoolgebouwen
beter te maken’