[Door: Ivo van der Hoeven, redactie IVVD]
Belangrijke spil bij de nieuwbouw vormt de gebruikersorganisatie, een organisatie die in het leven is geroepen om de gebruikers van het gebouw, de studenten en medewerkers, mee te laten denken over de nieuwbouw. Merel de Boer, die eerder betrokken was bij het programma van eisen voor het nieuwe hogeschoolgebouw, is sinds 2020 projectleider van de gebruikersorganisatie. Zij houdt zich onder andere bezig met de inrichting en de faciliteiten die in het nieuwe Inholland-gebouw komen.
Nieuwe kansen
De Boer: ‘Super cool dat Inholland dit zo doet; dat ze een gebruikersorganisatie hebben opgetuigd om de medewerkers en studenten nauw bij de nieuwbouw te betrekken. Een nieuw gebouw biedt natuurlijk altijd mooie nieuwe kansen, maar het is voor een lopende organisatie lastig om die kansen optimaal te verzilveren. De medewerkers hebben vaak niet de tijd om zo’n intensief traject op te pakken naast het gewone werk. Wil je die kansen voor vernieuwing pakken, dan zul je dus moeten investeren in extra mankracht. Dat heeft het bestuur gelukkig heel goed begrepen.’
Sinds 2020 buigt de Boer zich met haar collega’s van de gebruikersorganisatie over allerhande onderwijs en nieuwbouw gerelateerde zaken, van de indeling en inrichting in het nieuwe gebouw tot aan de verbinding met de buurt. De Boer: ‘Met de gebruikersorganisatie kunnen we ons echt verdiepen in bepaalde onderwerpen. We kunnen medewerkers en studenten bevragen, onderzoek doen, in pilots nieuwe dingen uitproberen, leren van onze fouten en vervolgens de plannen bijsturen waar nodig. Die tijd hebben we en die tijd wordt ons ook gegund. Dat is heel belangrijk.’
Just in time
Bij de nieuwbouw van Inholland wordt gewerkt met het ‘just in time-principe’. Dat betekent dat zoveel mogelijk keuzes over indeling en inrichting zo lang mogelijk worden uitgesteld. De Boer: ‘De plannen zijn op hoofdlijnen vastgelegd in het programma van eisen, maar we hebben daarin zo veel mogelijk flexibiliteit ingebouwd. Zo voorkomen we dat keuzes die vooraf gemaakt worden bij de oplevering alweer achterhaald zijn. In dit project krijgen de plannen voor de inrichting daarom pas concreet vorm tijdens de nieuwbouw. En we kunnen die plannen tot het laatste moment bijsturen.’
Binnen vijftien ‘create zones’ in het nieuwe gebouw, generieke onderwijszones van circa 300 vierkante meter met lokalen en leerpleinen, kan de gebruikersorganisatie volop schuiven met de benodigde faciliteiten. ‘Welke functies en welke onderwijsruimtes hebben we nodig om aan te sluiten bij het onderwijs van 2024? Dat is telkens de overkoepelende vraag’, stelt De Boer. ‘Die keuzes maken we zo laat mogelijk en samen met de gebruikers. Het Studenten Adviesteam Nieuwbouw speelt hierbij een cruciale rol.’
Post-corona onderwijs
Voormalig student Maarten Mansveld was lange tijd kartrekker van het Studenten Adviesteam. Inmiddels heeft hij zijn studie Facility Management afgerond en is hij in dienst getreden bij de gebruikersorganisatie als projectmedewerker nieuwbouw. ‘Het just in time-principe heeft ons enorm geholpen de gevolgen van de coronacrisis in de nieuwbouwplannen te verwerken. Het traditionele frontaal en formeel lesgeven is door corona echt op de schop gegaan. We gaan steeds meer richting praktijkgericht onderwijs. Vandaar dat we veel tijd hebben gestoken in het ontwikkelen van goede Active Learning Classrooms, ALC’s. Die vormen straks de hoofdmoot in het nieuwe gebouw.’
In de nieuwe onderwijsruimtes, de ALC’s, de specials en de skillslabs, kunnen studenten straks samenwerken aan allerhande praktijkvraagstukken. Mansveld: ‘We willen de studenten praktijkfaciliteiten bieden waarmee ze zo echt mogelijk kunnen oefenen. Ruimtes met beeld, licht en geluid. We willen alle zintuigen prikkelen en de werkelijkheid zo goed mogelijk nabootsen. Met dat soort ruimtes geven we kracht aan die praktijkgerichte ontwikkeling in het hoger onderwijs.’
Het Sluislab
Verbinding met de buurt wordt een belangrijk thema in het nieuwe Inholland-gebouw. De Boer: ‘We willen een open organisatie zijn en de mensen uit de buurt binnenhalen. Daarin speelt het in 2019 gestarte Sluislab een belangrijke rol. Dat is een onderzoeks- en onderwijslab waar studenten en onderzoekers samen met bewoners en lokale bedrijven onderzoek doen naar allerhande vraagstukken rondom de nieuwbouwwijk. Met het Sluislab hebben we al echt voeten aan de grond in de nieuwe wijk. Dat is heel prettig.’ Het Sluislab, de gebruikersorganisatie en de vastgoedafdeling vormen bij de nieuwbouw echt een drie-eenheid, stelt De Boer. ‘We trekken samen op, we vullen elkaar aan en versterken elkaar.’
De verbinding met de buurt wordt straks onder andere gerealiseerd in de plint van het nieuwe gebouw. Hier komen een horecagelegenheid en een voorziening die zowel door de studenten als door de buurtbewoners gebruikt kan worden. De Boer: ‘Maar die verbinding zit voor een belangrijk deel ook in de programmering. We hebben als hogeschool een maatschappelijke functie en die kunnen we straks in het nieuwe gebouw veel beter benutten. Daar zien we echt mooie kansen. Maar dat vraagt wel om specifieke ruimtes en faciliteiten.’
Sticky Campus
De vele doelen die Inholland heeft met de nieuwbouw vat De Boer als volgt samen: ‘Zo veel mogelijk gelukkige gebruikers realiseren door de kansen voor vernieuwing te pakken binnen de kaders van dit project.’ Dat begint volgens haar met het creëren van een aantrekkelijke, bruisende campus die mensen verleidt om langer te blijven plakken. De werkterm hiervoor: een sticky campus, oftewel een campus met plakkracht.
‘De sticky campus was vanaf het begin van de nieuwbouwplannen een belangrijk uitgangspunt. Dat proberen we te realiseren door op alle verdiepingen livings te plaatsen. Een soort huiskamerachtige plekken met een mooi interieur, een koffiecorner, veel groen en diverse spelelementen. Deze livings zijn mooie ontmoetingsplekken voor iedereen, studenten en medewerkers. Door dit soort plekken moet het nieuwe gebouw straks echt gaan bruisen.’
De Boer: ‘Zodoende kunnen we veel beter sturen op het binnenklimaat en op de benutting van de ruimtes. Met die data kunnen we bijvoorbeeld op een andere manier gaan kijken naar het roosteren. We kunnen dan precies zien hoeveel capaciteit bij iedere les wordt benut en daarop acteren. Dat komt de benutting van het gebouw sterk ten goede.
Mansveld: ‘Het wordt echt een state of the art gebouw. We gaan van een DAF naar een spaceshuttle en hebben straks veel meer stuurinformatie. Dat is niet alleen handig voor de interne organisatie, maar ook voor partijen als de catering en de schoonmaak. We zitten bij Inholland echt op een goudmijn aan data die we in het nieuwe gebouw veel makkelijker kunnen ontsluiten. Ook dat komt het gebruikersgemak en daarmee de stickyness ten goede.’
Duurzaam gebouw:
Architectenbureau Cepezed ontwierp het bijna energieneutrale hogeschoolgebouw van Inholland in de Sluisbuurt. Het deels remontabele gebouw kenmerkt zich door een hoge mate van flexibiliteit en modulariteit. De gevelbekleding heeft geïntegreerde pv-cellen en het gebouw krijgt een WKO-installatie. Een unieke innovatie is een ondergronds systeem voor afvalverzameling- en verwerking.