Inclusief onderwijs ontstaat niet zo maar. Daar is aandacht voor nodig. Niet alleen in de onderwijsvisie van scholen, maar ook in de onderwijsgebouwen zelf. Dat vraagt om een brede blik die verder reikt dan de gemiddelde leerling. Ook minder-valide kinderen moeten zich vrij kunnen bewegen in een schoolgebouw. En kinderen die prikkelgevoelig zijn, hebben recht op een prikkelarme omgeving. De vraag is, hoe we dit soort extra wensen kunnen vertalen in schoolgebouwen. Kortom, hoe creëren we leeromgevingen die geschikt zijn voor ieder kind?
Dat is in veel gevallen nog een hele zoektocht, stelt Rob van der Westen, beleidsadviseur huisvesting bij SPO Utrecht. ‘Inclusief onderwijs vraagt vooral om flexibele schoolgebouwen zonder allerlei figuurlijke en letterlijke drempels. Een inclusieve school biedt, wat mij betreft, aan zo veel mogelijk kinderen een passende plek en de mogelijkheid tot het volgen van onderwijs. Bijna alle kinderen uit een wijk moeten deel kunnen uitmaken van die schoolgemeenschap, ongeacht behoefte, denkniveau, achtergrond en religie.’
Van onderaf
Van der Westen is al dertien jaar werkzaam bij SPO Utrecht en in die tijd betrokken geweest bij 28 nieuwbouw- of uitbreidingsprojecten. Daarbij lag de focus vooral op de juiste onderwijskundige visie en op het realiseren van moderne, toekomstbestendige en duurzame schoolgebouwen. Het thema inclusiviteit is daar de laatste jaren bijgekomen. Toch heeft het Utrechtse schoolbestuur nog geen strak omlijnde visie waar het inclusief onderwijs betreft. ‘Dat gaat bij ons meestal van ‘onderaf’. Ouders geven aan dat een kind extra behoeften heeft en de desbetreffende school zoekt hier bijpassende oplossingen bij.’
Met de juiste aandacht en soms kleine aanpassingen in een schoolgebouw kan dat inclusieve onderwijs worden gerealiseerd. Een schoolgebouw kan echter niet altijd aan alle kinderen de juiste leeromgeving bieden. Van der Westen: ‘Soms hebben kinderen meer baat bij gericht onderwijs op een school voor speciaal onderwijs, of speciaal basisonderwijs. Daar is de samenwerking met bijvoorbeeld een fysiotherapeut, een orthopedagoog of een psycholoog van belang. Dat vraagt ook iets van de indeling van ruimtes in het gebouw. Bij nieuwbouw voor speciaal onderwijs wordt hier in het ontwerp uiteraard op ingespeeld.’
Open en transparant
Een recent opgeleverde school van SPO Utrecht waarbij nadrukkelijk rekening is gehouden met inclusiviteit is OBS Jules Verne. Deze school, naar een ontwerp van Brique Architecten, opende in 2021 de deuren. Het betreft een open en transparant gebouw met roldeuren die in het plafond verdwijnen. Jessica Geldof, directeur van de school in de wijk Ondiep: ‘Het onderwijskundig programma van eisen vanuit SPO Utrecht vormde de basis voor de architect. Hierin hebben we ook inclusiviteit geborgd en dat uit zich onder andere in die roldeuren.’
De roldeuren van Jules Verne zijn nog nooit eerder in een schoolgebouw toegepast en volgens Geldof uiterst effectief. ‘Heel gedurfd, maar ik ben erg blij dat we dit voor mijn school hebben kunnen realiseren.’ De deuren vormen de scheiding tussen de groepslokalen en de leerpleinen en zorgen voor veel meer flexibiliteit in het gebouw. ‘Ook de centrale ontmoetingsplek middenin de school, waar je contact met iedereen kunt hebben, is een treffend voorbeeld van de openheid, transparantie en toegankelijkheid die we met dit gebouw zo nadrukkelijk nastreven.’
Voorbeeldfunctie
Volgens Geldof heeft een school een duidelijke rol als spil in wijken waar inclusiviteit wordt nagestreefd. Als voorbeeld noemt ze de Paarse Vrijdag, de tweede vrijdag van december waarop scholieren door het dragen van paarse kleren hun solidariteit tonen met lhbt+’ers. ‘Daar doen wij bewust aan mee. Hiermee laten we zien dat iedereen in ons gebouw mag zijn wie hij of zij is. Voor sommige culturen is dat nog een ‘no go’. Het gebeurt wel dat kinderen niet aan de paarse groepsactiviteiten meedoen. Of dat ze heel bewust hun ogen sluiten. Daar valt nog wel wat te winnen. Het kost veel werk om inclusiviteit echt vanzelfsprekend te maken.’
Joeri Baartscheer, directeur van De Klimroos, is het roerend met zijn collega eens. Zijn school staat in de wijk Leidsche Rijn waar mensen uit alle werelddelen wonen. Het onderwijs van De Klimroos is daarom internationaal gericht. ‘Kerk en staat moet je gescheiden houden. Ik ben voorstander van openbaar onderwijs waar iedereen welkom is. Daarmee voorkom je segregatie. We moeten mensen niet scheiden, maar juist bij elkaar brengen. Een onderwijsgebouw moet dan ook open en transparant zijn. Daarmee kun je die verbinding stimuleren.’
Verschillende religies
Baartscheer herinnert zich nog de onrust die jaren terug ontstond toen de Islamitische school vanwege leegstand van lokalen tijdelijk in De Klimroos onderdak vond. Ouders waren ongerust en soms zelfs angstig, terwijl dit in de ogen van de directeur juist mooie kansen bood. ‘Een school moet optimaal bereikbaar zijn voor iedereen. Voor mensen van verschillende religies, voor minder-validen en voor alle genderidentiteiten. Dat laatste is nog wel een moeilijk thema omdat dit bij sommige culturen gevoelig ligt. Die mensen wil je niet bij voorbaat uitsluiten, maar je wilt hierin ook niet teveel toegeven. Best lastig om daarin de goede balans te vinden.’
Geldof: ‘Er is nog een lange weg te gaan voordat we 100% inclusieve scholen hebben. We zullen de boventoon moeten veranderen en in sommige gevallen andere wegen zoeken. Inclusiviteit hoort dan wel bij het openbaar onderwijs, maar het hoort eigenlijk bij iedere onderwijsvorm of onderwijspilaar. Ik vind dat je dat zo veel mogelijk moet kunnen terugzien in het gebouw.’