Voor de transitie naar een circulaire bouweconomie zijn veel ketenpartners nodig, van slopers en bouwbedrijven tot architecten en wetenschappers. Het begint echter allemaal bij de opdrachtgevers. Zij moeten het startsein geven. Voor steeds meer woningcorporaties is circulair bouwen het speerpunt voor de komende jaren. Maar verdere versnelling lijkt noodzakelijk.
Ook Wonion, een woningcorporatie met ongeveer 4.000 woningen in de Achterhoek, maakt inmiddels op kleine schaal werk van circulair bouwen. In gemeente Silvolde zet de corporatie 28 nul-op-de-meter-woningen neer die zo veel mogelijk circulair zijn. Dat doet Wonion in nauwe samenwerking met waterbedrijf Vitens, de gemeente, het waterschap en sloopbedrijf Dusseldorp. Veel bouwmaterialen zoals bakstenen en dakpannen komen bij dit project van gesloopte woningen. De overige bouwmaterialen zijn zoveel mogelijk biobased zoals hout en vlas. Behalve nul-op-de-meter zijn de nieuwe woningen in Silvolde zeer zuinig met water. In verschillende experimenten wordt regenwater en douchewater gezuiverd voor hergebruik als drinkwater of water voor het doorspoelen van het toilet.
Circulair renoveren
Naast circulair bouwen zet een groeiend aantal woningcorporaties in op circulaire renovatieprojecten. Zo is Ymere onlangs gestart met de circulaire renovatie van 288 woningen in Haarlem die van het gas worden gehaald. ‘Geoogste’ materialen worden hier zoveel mogelijk hergebruikt. Nieuwe materialen die worden toepast hebben een lange levensduur. Collega-corporatie de Alliantie koos bij de circulaire renovatie van Amsterdamse portiekwoningen uit de jaren 50 voor refurbished sanitair, circulaire keukens en circulaire dakbedekking die na 30 jaar eenvoudig vervangen kan worden.
Mooie voorbeeldprojecten en een duidelijk signaal dat steeds meer corporaties de noodzaak van circulair bouwen inzien. Toch staat het thema zeker nog niet overal hoog op de agenda. Om daar verandering in te brengen is het Versnellingslab Circulaire Bouw opgericht (zie kader). De oprichters zien een verkokering in de bouw- en verwerkingsketen die funest is voor een goede, structurele ontwikkeling van circulair bouwen. Samenwerking en betere afstemming tussen partijen is volgens hen noodzakelijk. Dat begint al bij het in kaart brengen van de materialenstromen. Vier woningcorporaties in Den Bosch hebben hier onlangs het goede voorbeeld voor gegeven.
Databank van materialen
BrabantWonen, Zayaz, Mooiland en JOOST hebben samen met de gemeente Den Bosch en het Stedelijk Huurdersplatform ’s-Hertogenbosch de eerste stap gezet om tot een databank van bouwmaterialen te komen. Gezamenlijk hebben ze inzichtelijk gemaakt welke werkzaamheden in een jaar zijn gepland en uitgevoerd. Deze werkzaamheden zijn vertaald naar materiaalstromen. Hiermee is een overzicht ontstaan van materalen die worden gebruikt bij bepaalde werkzaamheden. De bijbehorende milieu-impact is beoordeeld met de Milieuprestatie van Gebouwen (MPG).
Uit de resultaten van het onderzoek in Den Bosch blijkt dat nieuwbouw de grootste milieu-impact heeft. Maar ook de impact van renovatie is groot. Glasvervanging, aluminium en koper en staal zijn bij nieuwbouw en renovatie de meest gebruikte materialen. Uitgedrukt in gewicht, gaat het dan om 200 ton nieuwe materialen en 200 ton afgevoerd materiaal. Als hier wordt gekozen voor het hergebruik van materialen, dan hoeven corporaties steeds minder nieuwe materialen aan te voeren en minder afval af te voeren. Dat begint allemaal met goed inzicht in de materiaalstromen.
Intensief samenwerken
Al dit soort pilotprojecten helpt woningcorporaties in hun zoektocht naar de beste aanpak voor circulair bouwen. Maar om een circulaire economie echt dichterbij te brengen, zullen corporaties meer moeten doen dan pilots draaien. Daarvoor moet circulariteit structureel deel gaan uitmaken van al hun afwegingen in nieuwbouw, renovatie en onderhoud. Dat vraagt om een gezamenlijke focus bij het aanbrengen van circulaire keuzes. Want alleen als corporaties intensief samenwerken, met elkaar en met marktpartijen, kan de circulaire bouweconomie serieus versneld worden.
Versnellingslab Circulaire Bouw
Het Versnellingslab Circulaire Bouw is een meerjarig leer- en ontwikkelprogramma dat loopt van november 2022 tot en met 2025. Groene Huisvesters, Alba Concepts, Cirkelstad en Platform31 bieden het gezamenlijk aan om woningcorporaties te helpen concrete stappen te zetten naar een circulaire praktijk bij het bouwen en verbouwen. Het lab richt zich op medewerkers van woningcorporaties op toezichthoudend, bestuurlijk en operationeel niveau. De drie groepen krijgen elk een eigen programma aangeboden met werksessies.
Erwin Fijt is vanuit Alba Concepts betrokken bij het programma voor de operationele medewerkers. ‘Corporaties staan voor een ingewikkelde, complexe uitdaging. Hoe kunnen zij circulair bouwen integreren in zowel het beleid als de projecten? Hoe maken ze het meetbaar en hoe kunnen ze het monitoren? Dit vraagt niet alleen om goede interne samenwerking, maar ook zeker buiten de eigen organisatie. Het is daarom belangrijk dat corporaties hierover met elkaar in gesprek gaan en een gemeenschappelijke taal ontwikkelen. Vanuit het Versnellingslab willen we ze daarbij ondersteunen.’
Inmiddels zijn ongeveer dertig woningcorporaties aangesloten en de eerste werksessies hebben ze achter de rug. Fijt: ‘Het eerste jaar willen we verhelderen en definiëren wat circulair bouwen precies is. In het tweede jaar kijken we naar het verdiepen van kennis en het verankeren van de doelen in het beleid. Vervolgens willen we in het derde jaar inzetten op een verdere verbreding en opschaling van circulair bouwen. Woningcorporaties die bij het Versnellingslab willen aansluiten zijn meer dan welkom.’