Het idee is simpel maar krachtig - als een wijk zijn eigen energie opwekt en gebruikt, maakt het niet uit dat het landelijke stroomnet vol zit. Netwerkbedrijf Alliander en gemeente Almere werken samen om dit te realiseren in de 'Balanswijk'.
Het stroomnet in Nederland zit vol. Op steeds meer plekken. Dat geldt met name voor de grootverbruikers, maar het dreigt ook woningbouw te belemmeren. Ook in Flevoland. Als antwoord hierop ontwikkelt Alliander samen met andere partijen de Balanswijk: een buurt die vrijwel volledig zelf in haar energiebehoefte voorziet.
‘We gaan het niet redden met alleen het elek-triciteitsnet uitbreiden’, zegt Lianda Sjerps-Koomen, manager strategische innovatie bij Alliander. ’Gelukkig zijn er slimmere routes die minder ruimte, geld en tijd kosten.’
Nu voegen netbeheerders zich al in een vroeg stadium bij bouwprojecten aan, in plaats van achteraf. Sjerps-Koomen: ‘Als je merkt dat je straks niet meer kunt bouwen zoals je nu doet vanwege problemen met de energietoevoer, wordt het een heel ander gesprek. Dan ga je vanzelf de vraag stellen: hoe kunnen we het beter doen?’ Voor de Balanswijk hebben Alliander en verschillende partners enkele belangrijke uitgangspunten bedacht: nog meer energiezuinig bouwen, slimme vervoersoplossingen in plaats van privéauto’s, voorzieningen dichtbij, inspelen op seizoenen en het gebruik van natuurlijke bouwmaterialen.
Radicaal andere aanpak
Dit vergt een radicaal andere aanpak in het ontwerpproces. ‘Het begint bij het ontwerp van de wijk’, zegt Sjerps-Koomen. ‘Tot mijn verrassing speelt energie daarin nu nog nauwelijks een rol. We moeten tot nieuwe uitgangspunten komen, samen met ontwerpers van wijken en huizen.’
In de Balanswijk pakken ze meerdere problemen tegelijk aan, niet één voor één. Sjerps-Koomen legt uit waarom dat beter werkt: ‘Vanaf dag één kijken alle partijen naar het totaalplaatje – hoe mensen wonen, energie gebruiken en prettig kunnen leven. Dat maakt het proces efficiënter en voorkomt dure aanpassingen achteraf.’
‘Er ontstaat een nieuw vakgebied: energie-planologie’
Alexander Sprong
Wethouder Almere
Pilotproject
Als pilotproject bood de gemeente Almere het nog te bouwen stadsdeel Pampus aan, waar vanaf 2030 zo’n 25.000 tot 35.000 woningen moeten verrijzen. ‘Het gaat erom als gebied volledig zelf de broek te kunnen ophouden voor wat betreft de energievoorziening’, legt Sjerps-Koomen uit. ‘Dan hoef je niet naar netbeheerders om te kijken of er voldoende ruimte is op het stroomnet.’
Wethouder Alexander Sprong (Energiearmoede, Energietransitie en Vastgoed) van de gemeente Almere heeft bij het plan voor de Balanswijk tegelijkertijd te maken met de dringende woningbouwopgave voor de gemeente. ‘Als grote stad worden we keihard geraakt door netcongestie, terwijl we veel woningen willen bouwen’, verklaart hij. ‘Alliander en wij vonden elkaar in de ambitie hiervoor een oplossing te vinden. In april hebben we de samenwerking bekrachtigd.’
Blanco Veld
Almere Pampus biedt volgens Sprong een unieke kans voor dit concept. ‘Het is een blanco veld. Er zit nog niks in de grond en er staat niks op. We gebruiken nieuwe, maar niet revolutionaire technieken zodat we snel kunnen testen. Zo ontstaat een nieuw vakgebied: energieplanologie.’
Een gedegen analyse van de beschikbare energiebronnen is een essentiële eerste stap. Sjerps-Koomen: ‘De belangrijkste energiebron in de wijk is zon. Warmte uit de grond, geothermie, is niet overal mogelijk, ook niet in Almere. We gingen daar in eerste instantie wel van uit om de lat hoog te leggen. Maar zonne-energie varieert sterk per seizoen en per dag, waardoor je enorme opslag nodig hebt – een zeecontainer vol accu’s toont hoeveel ruimte dat inneemt.’
De Balanswijk kan daarom alleen werken als er veel minder energie wordt gebruikt. Vooral in de winter wanneer de vraag het hoogst is. ‘De ‘gourmetpiek’ is het spannendste moment’, zegt Sjerps-Koomen. ‘Als je manieren vindt om energie te besparen in de winter, kan dat heel veel schelen. De huidige bouwregels tellen de energievraag in zomer en winter bij elkaar op. Als je netbewust wilt ontwerpen, is dat heel onhandig.’
Deze seizoensgebonden energiebehoefte vraagt om een nieuwe benadering: energie is niet langer bijzaak maar startpunt van het wijkontwerp. Voor Sjerps-Koomen illustreert de Balanswijk een fundamentele verandering in denken, waarbij energie een essentieel onderdeel wordt van elk gebouw en elke wijk.
'Het is tijd voor een fundamentele verandering in denken bij het ontwerpen van wijken’
Lianda Sjerps-Koomen
Manager strategische innovatie bij Alliander
Stedebouwkundigplan
Alliander en partners verkennen momenteel hoe zij principes van de Balanswijk zo snel mogelijk in pilots kunnen toepassen. Het is de bedoeling dat dit gebeurt bij kleinere projecten die eerder gebouwd worden in onder andere Almere. Onderdelen zoals slim omgaan met apparatuur en laden van elektrische auto’s komen ook uit toepassingen in bestaande wijken.
‘Alles wat we daar leren, passen we ook toe op wijken die eerder dan 2030 gebouwd worden’, legt Sjerps-Koomen uit. ‘Je komt het verst als je met een blanco veld begint. Maar wijken die al verder in ontwikkeling zijn, kunnen nog steeds veel van de principes toepassen, zonder het stedebouwkundigplan te hoeven omgooien.’
Gedeelde installaties
De gemeente Almere kijkt deze zomer of een project in het centrum als kleinere opstap naar de Balanswijk kan dienen. Sprong: ‘We ontwikkelen ook nieuwe financiële en organisatorische modellen. Zo werken we aan een ‘buurtbudget’: een maximaal stroomvermogen voor de hele wijk. Ideaal zou zijn om op nul uit te komen. Maar zelfs tachtig procent vermindering zou al enorm helpen. Sommige buurten bereiken dit nu al door energiezuinige huizen te combineren met slimme, gedeelde installaties voor verwarming en opladen.’
De voordelen van de Balanswijk reiken overigens verder dan alleen het oplossen van stroomnettekorten. Volgens Sjerps-Koomen gaat het niet alleen om energie, maar ook om een betere leefomgeving. De goed geïsoleerde woningen – met koeling, om meteen aan de toekomstige koeltevraag te voldoen – nabije voorzieningen en groenstructuren verbeteren de levenskwaliteit. De winst zit ook in gezondheid, comfort en gemeenschapsvorming.
Tijdsdruk
Hoewel de Balanswijk veel potentiële voordelen biedt, is er geen tijd te verliezen bij de ontwikkeling ervan. Het woningtekort en de netcongestie vragen om actie. Die tijdsdruk is volgens wethouder Sprong een belangrijke factor in het project.
‘We hebben niet de luxe om met elkaar rustig te gaan uitdokteren wat dit allemaal betekent. Daarom zijn we er 2,5 jaar geleden al mee begonnen. We moeten nu gewoon aan de slag. Met Pampus willen we een beeld krijgen van het energiesysteem van de toekomst. Elementen ervan kun je later in andere steden gaan toepassen. Als we externe energievoorzieningen kunnen minimaliseren, is dat al ontzettende winst.’
De gemeente werkt met geavanceerde rekenmodellen. ‘Eén model bevat parameters als zon, wind en externe energieaanvoer’, aldus Sprong. ‘Door aan knoppen te draaien zie je dat ander gebruik veel verschil maakt.’ Sprong ziet ook een kans in gedragsverandering van bewoners. ‘Door bijvoorbeeld je was te doen en de auto op te laden als de zon schijnt’, legt hij uit. ‘We streven naar slimme home energy-managementsystemen die apparaten zoals warmtepompen, wasmachines en elektrische auto’s aansturen. Het doel? Energie binnen de wijk houden en voorkomen dat er overschotten aan het net worden geleverd.’
Landelijke beweging
De innovatieve aanpak van de Balanswijk heeft veel interesse gewekt in de sector. Van een idee van Alliander groeide het initiatief uit tot een landelijke beweging, waarbij inmiddels meer dan 125 partijen zich hebben aangesloten. ‘In feite hebben we een beweging gestart. We proberen wat we leren snel te delen. Anders is iedereen steeds bezig opnieuw het wiel uit te vinden’, zegt Sjerps-Koomen.
Er zijn nog wel enkele praktische vragen op te lossen. Zoals: als iedereen samen energie opwekt en deelt, wie is dan verantwoordelijk? Wie betaalt voor de installaties en wie profiteert ervan? Ondanks die uitdagingen benadrukt Sjerps-Koomen het uiteindelijke doel dat alle inspanningen de moeite waard maakt: ‘Met de Balanswijk ga je wijken bouwen die je anders niet had kunnen bouwen.’