/ verbindend in maatschappelijk vastgoed
Anne Mette Andersen
Zorg Gemeenten Onderwijs Woningcorporaties
Artikel

Groen biedt mooie koppelkansen

10 juni 2025

Nederland versteent in rap tempo. Er lijkt nog maar weinig ruimte voor groen, en budget al helemaal niet. Maar het kan ook anders, stelt ruimtelijk ontwerper Anne-Mette Andersen. Voor de provincie Utrecht stelde ze onlangs de handreiking ‘Groen bij uitbreidingslocatie’ op. De integratie van kwalitatief hoogwaardig groen vraagt volgens haar een multidisciplinaire aanpak waarbij verder wordt gekeken dan het bouwplot zelf.

Quote icoon

‘Groen is een structurele voorwaarde voor duurzame gebiedsontwikkeling’

Anne Mette Andersen profiel

Anne-Mette Andersen groeide op in Denemarken, maar werkt inmiddels al meer dan twintig jaar in Nederland. Toch zijn haar Deense wortels nog duidelijk zichtbaar in haar werk. Ze laat zich graag inspireren door Scandinavische voorbeelden en stuurt bij gebiedsontwikkeling altijd op een integrale aanpak. ‘Dat is in Denemarken heel normaal. Hier in Nederland is alles meer verkokerd. Iedereen heeft hier zijn eigen belangen, zijn eigen visie en zijn eigen netwerk. In mijn rol als strateeg en ruimtelijk ontwerper probeer ik al die ogenschijnlijke tegenstellingen met elkaar te verbinden. Ik probeer van al die verschillende puzzelstukjes één passend plaatje te maken.’

Een lastige klus, gezien de maatschap-pelijk opgaven waar we voor staan.

‘Zeker. Maar het wordt makkelijker als we de opgaven complexer maken. Dat klinkt tegenstrijdig, maar is het niet. Het is de uitdaging om alle aspecten bij elkaar te brengen in één ontwerp: wonen, groen, klimaatadaptatie, gezonde leefomgeving, zorg – noem maar op. Alle stakeholders moeten hierbij aanhaken en er moet voor iedereen iets te “halen” zijn. Dan fungeert een ruimtelijk ontwerp als bindmiddel. Dan krijg je alle partijen mee en komt er opeens meer budget vrij. Die extra investering aan de voorkant leidt uiteindelijk tot winst in tijd en geld aan de achterkant. Het leidt bovendien tot een goed ontwerp met maatschappelijke meerwaarde waar iedereen blij van wordt.’

Maar hoe kom je tot zo’n ruimtelijk ontwerp waar iedereen blij van wordt?

‘Het gaat bij ruimtelijk ontwerpen in mijn ogen om de driehoek strategie, participatie en ontwerp. Die drie elementen moeten goed verweven zijn. Hierbij maak ik gebruik van het zandlopermodel: je brengt eerst de kansen en knelpunten in beeld, daarna vertaal je die naar een product, en vervolgens ga je het resultaat testen. Er is vooraf geen oordeel, geen vooringenomen concept; je gaat al ontwerpend onderzoeken wat de beste uitkomst wordt van het oplossen van een opgave. Alle stakeholders hebben hierin een stem en je houdt vrije ruimte om onvoorziene, kansrijke ontwikkelingen op te kunnen nemen. Zo krijgt het ontwerp gaandeweg zijn vorm.’

Uit recent onderzoek blijkt Nederland steeds meer te verstenen. Hoe is het tij te keren? 

‘Groen wordt nog te vaak als sluitpost gezien. Het wordt als laatste element aan een project toegevoegd. Maar dat werkt niet. Vanaf het begin moet de financiering van groen worden meegenomen in het financiële plan – zowel de aanleg als het onderhoud. Op die manier worden natuur en recreatievoorzieningen een integraal onderdeel van de businesscase van een gebiedsontwikkeling. Dat vraagt wel om een goede samenwerking tussen verschillende stakeholders, van gemeenten en provincies tot particuliere grondeigenaren en projectontwikkelaars. En het vereist een multidisciplinaire aanpak, waarbij niet alleen naar het bouwplot zelf wordt gekeken, maar ook naar de bredere context van het gebied. Er is duidelijk behoefte aan nieuwe vormen van samenwerking en afstemming.’

Voor de provincie Utrecht heb je onlangs meegewerkt aan de handreiking ‘Groen bij uitbreidingslocatie’. Wat houdt deze handreiking in?

‘De handreiking weerspiegelt de ambities van de provincie Utrecht voor het groen en biedt tegelijkertijd instrumenten om deze opgave in samenhang met de vele andere ruimte-claims op te lossen. Wanneer er in woning-bouwplannen voor uitbreidingslocaties volgens deze instrumenten wordt gewerkt, is de kans groot dat de plannen voldoen aan de provinciale Omgevingsverordening. Dat biedt houvast.’

Over welke instrumenten gaat het dan?

Het gaat hierbij om de concepten ‘Groene schakels van voordeur tot landschap’ en de ‘Schijf van Vijf’. De groene schakels beschrijven de verschillende niveaus van groen bij woningbouwontwikkelingen: voordeurgroen (direct bij de woning), buurtgroen, wijkgroen, stad-landgroen en het omringende landschap. De Schijf van Vijf focust op vijf kernaspecten voor waardecreatie en multifunctionaliteit: waterbalans, biodiversiteit, toegankelijkheid, de gezonde mens en identiteit. Wanneer deze aspecten goed worden ingevuld, ontstaat meervoudige waardecreatie van groen. Het is daarmee een praktisch hulpmiddel voor gemeenten en projectontwikkelaars.

Groen wordt zo het bindmiddel bij gebiedsontwikkeling? 

In zekere zin wel. Bij gebiedsontwikkeling moeten we het fysieke met het sociale verbinden. Daar heb ik me altijd sterk op gericht in mijn werk. Er is een duidelijke wisselwerking tussen de fysieke leefomgeving en de sociale dynamiek in wijken en buurten, en daarmee een belang om samen op te trekken. Groen is hierin geen bijkomstigheid meer, maar een structurele voorwaarde voor duurzame gebiedsontwikkeling. Om dit goed vorm te geven, moeten we de complexiteit omarmen en samenwerking intensiveren. Dan kunnen woningbouw en natuur hand in hand gaan. Hiervoor moet het groen niet alleen ecologisch en stedenbouwkundig kloppen, maar ook aantrekkelijk en bruikbaar zijn voor de bewoners. Zo ontstaat meervoudige waardecreatie en wordt het groen verbonden met thema’s als verduurzaming, mobiliteit en sociale cohesie. Zo ontstaan structureel betere leefomgevingen.

De provincie Utrecht heeft dat dus goed begrepen?

Zeker. Het is mooi om te zien dat de provincie Utrecht hierin het voortouw neemt, want het Rijk lijkt die verantwoordelijkheid niet te willen nemen. En met het ravijnjaar in zicht wordt het voor gemeenten heel lastig om de handschoen op te pakken. Het is daarom zaak dat provincies, zoals Utrecht, een sterke positie innemen. Zij kunnen echt het verschil maken.

Anne-Mette Andersen is strateeg en ruimtelijk ontwerper. Zij heeft zowel als adviseur en ontwerper talrijke stedenbouwkundige en buitenruimteprojecten uitgevoerd. In 2012 richtte zij haar eigen bureau AM Landskab op. Vanuit dit bureau werkt ze als adviseur voor projectontwikkelaars en overheden.