De onderwijssector in Nederland staat voor grote uitdagingen op het gebied van de huisvesting. Veel scholen zijn verouderd en toe aan verduurzaming, renovatie of sloop-nieuwbouw. Door de druk op de budgetten en het toenemende gebrek aan arbeidskrachten en grondstoffen komt de noodzakelijke versnelling in de scholenbouw echter moeilijk van de grond. De overheid zet daarom in op een programmatische aanpak van onderwijshuisvesting, waarbij projectmatige aanpakken worden vervangen door een meer gestructureerde aanpak. Schoonheid, kwaliteit en culturele waarde van schoolgebouwen mogen hierbij uiteraard niet uit het oog worden verloren.
Programma Onderwijshuisvesting
Het landelijke Programma Onderwijshuis-vesting (POHV) faciliteert, ondersteunt en stimuleert schoolbesturen en gemeenten in samenwerking met de markt om meer integraal en programmatisch te werk te gaan bij de onderwijshuisvestingsopgaves. Doel van het programma is om te laten zien wat een programmatische manier van werken kan opleveren en hoe deze onderdelen te implementeren zijn. Het programma bevat een kennis- en ondersteuningsinfrastructuur, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande kennis en waar nieuwe kennis wordt ontwikkeld in samenwerking met het werkveld.
Bovenregionaal IHP
Vanaf 2026 zijn gemeenten wettelijk verplicht om een Integraal Huisvestingsplan (IHP) voor het onderwijs op te stellen. Dit IHP is een langetermijnvisie op de huisvesting van
scholen, waarin afspraken worden gemaakt tussen gemeenten en schoolbesturen. Het doel is om te zorgen voor duurzame en toekomstbestendige schoolgebouwen. Een bovenregionaal IHP biedt kansen voor een meer gestandaardiseerde aanpak van scholenbouw. Zo kan een regionaal vlekkenplan bijdragen aan meer draagvlak en een toekomstbestendige sprei-ding van scholen. Ook kunnen opdrachten voor (ver)nieuwbouw of verduurzaming eerder worden gebundeld vanuit een bovenregionaal IHP.
Aandacht voor kwaliteit
De urgentie om zo snel, efficiënt en goedkoop mogelijk de scholenvoorraad uit te breiden, mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van het vastgoed. Een goed onderwijsgebouw draagt immers bij aan een positieve leeromgeving voor leerlingen en een prettige werkomgeving voor leraren. Dat vraagt onder andere om goede klimaatbeheersing, voldoende (dag)licht, goede akoestiek en een diversiteit aan onderwijsruimtes. In IHP’s en PvE’s zal daarnaast ruim aandacht moeten zijn voor thema’s als schoonheid, natuurinclusiviteit en de culturele waarde van het schoolgebouw in de wijk
Kansen in samenwerking
Samenwerking tussen schoolbesturen is cruciaal voor het realiseren van goed en toegankelijk onderwijs. Zo zorgt regionale samenwerking voor een divers en passend onderwijsaanbod, ook bij krimpende leerlingen aantallen. Bovendien kan de huisvesting efficiënter worden georganiseerd met een gezamenlijke aanpak. Hierdoor kunnen schoolbesturen sneller inspelen op demografische ontwikkelingen en ontwikkelingen in het onderwijs. Daarnaast kan samenwerking helpen bij het aantrekken, opleiden en
behouden van personeel. Niet onbelangrijk in tijden van personeelstekorten.
Inclusief onderwijs met NEN 9120
Inclusief onderwijs betekent dat alle leerlingen mee kunnen doen in dezelfde onderwijssetting, ongeacht hun achtergrond, leeftijd of eventuele beperking. Dit vraagt om universele toegankelijkheid van onderwijsgebouwen en dat gaat verder dan enkel de fysieke toegankelijkheid. Ook het bieden van een positieve leeromgeving en de juiste ondersteuning zijn hierbij van belang. De nieuwe NEN 9120, een norm voor universele toegankelijkheid van gebouwen, biedt handvatten om tot echt inclusieve onderwijsgebouwen te komen.
Bewegen in het onderwijs
Bewegingsarmoede is een groeiend probleem in Nederland. Een derde van de jongeren beweegt te weinig. Dit leidt op termijn tot een scala aan gezondheidsklachten, van
chronische ziektes tot depressies. Om deze gevaarlijke trend te doorbreken zal er meer aandacht moeten komen voor bewegen in het onderwijs en de kinderopvang. Dit vraagt om nieuwe plannen voor de inrichting, voor de openbare ruimte en voor nieuw beleid. In Programma’s van Eisen moet niet enkel worden gekeken naar de benodigde vierkante meters voor beweging, maar ook naar de verbinding tussen binnen en buiten en naar de aansluiting van beweging op het onderwijsconcept.
De menselijke maat
‘De menselijke maat’ is heel belangrijk in onderwijsgebouwen. Leerlingen voelen zich anders al snel verloren in een groot schoolgebouw. Bij het ontwerp en de inrichting kan hier rekening mee worden gehouden. Het is een kwestie van slim ontwerpen en organiseren, waarbij de focus ligt op het creëren van een gevoel van geborgenheid en een prettige leeromgeving. Zo kan een school worden ingedeeld in kleinere, overzichtelijke zones met elk hun eigen functie en sfeer. Denk aan verschillende leerpleinen, werkplekken of ontmoetingsruimtes. Het creëren van centrale plekken waar leerlingen elkaar kunnen ontmoeten en samenkomen, draagt vervolgens weer bij aan het gemeenschapsgevoel.