/ verbindend in maatschappelijk vastgoed
16 18 Vastgoed duurzaamheid Vastgoedsturing NR37 2025
Woningcorporaties
Artikel

Duurzaam verwarmen met warmte uit het riool

12 december 2025

In 2026 gaat Lieven de Key ruim zeshonderd sociale huurwoningen in Amsterdam-Noord duurzaam verwarmen met warmte uit het riool. Daarmee past de woonstichting als eerste in Nederland riothermie toe in bestaande bouw – een publiek alternatief voor stadswarmte dat zowel innovatief als betaalbaar is.

‘Het gaat niet stinken,’ staat nadrukkelijk vermeld bij de veelgestelde vragen op de website van Lieven de Key. Blijkbaar is dit waar veel huurders bij warmte uit rioolwater meteen aan denken. Toch is dit principe simpel en schoon: warmte die anders verloren gaat in het riool wordt teruggewonnen en gebruikt om woningen te verwarmen.

Half oktober gaven Lieven de Key, Waternet, warmtebedrijf Firan en de gemeente Amsterdam het startsein voor de aanleg van een riothermisch warmtenet in de Buikslotermeer. In 2026 worden daar twee wooncomplexen uit de jaren zeventig – met 128 seniorenwoningen en 489 studentenstudio’s – aangesloten op duurzame, betaalbare warmte.

Jeroen rademaker

Jeroen Rademaker, Projectleider Lieven de Key

Duurzaam alternatief

Het project begon acht jaar geleden uit onvrede met de afspraken tussen gemeente, warmtebedrijf Vattenfall en Amsterdamse corporaties om standaard stadswarmte uit te rollen. ‘Lieven de Key streefde jaren geleden al een hogere duurzaamheidsambitie na, waarbij eens echt serieuze hoeveelheden CO2-uitstoot beperkt zouden worden’, vertelt projectleider Jeroen Rademaker.

Stadswarmte in Amsterdam-Noord wordt gevoed door warmte die ontstaat uit de verbranding van afval en biomassa. De rest van de stad wordt gevoed door de aardgascentrales in Diemen, die zowel warmte als elektriciteit opwekken. Lieven de Key wilde duurzamere alternatieven onderzoeken.

Quote icoon

‘Als riothermie hier werkt, dan kan het overal’

De keuze viel op riothermie: een lagetemperatuuroplossing waarbij warmte uit het riool wordt gebruikt. Die temperatuur varieert van 10 tot 25 graden, afhankelijk van seizoen en locatie. ‘Bij hoge temperatuurwarmtenetten, zoals stadswarmte, gaat onderweg veel energie verloren’, zegt Rademaker. ‘Hoe lager de temperatuur, hoe kleiner de verliezen. Riothermie is dus duurzamer.’

16 18 Vastgoed duurzaamheid Vastgoedsturing NR37 2025

Stedelijke verduurzaming

Riothermie blijkt vooral kansrijk in stedelijke gebieden met voldoende rioolcapaciteit en een hoge woningdichtheid. Daar is veel restwarmte beschikbaar én zijn de afstanden tussen bron en gebouw kort. Lieven de Key laat met dit project zien dat verduurzaming van bestaande bouw mogelijk is, mits er samenwerking en lef is. ‘Er stroomt dag en nacht warmte onder onze voeten door die we nu gewoon laten weglopen. Daar zit een enorm potentieel.’

Warmte onder de straat

Rademaker noemt het inspirerend dat de warmte letterlijk onder de straat ligt. ‘We laten bij presentaties vaak een foto zien van een besneeuwde straat waar alleen de putdeksels zijn ontdooid. Daar zie je de warmte van het riool letterlijk naar boven komen – dat spreekt tot de verbeelding.’

Die beeldtaal hielp om bewoners, gemeente en partners enthousiast te maken. Want de grootste uitdaging was niet de techniek, maar het meekrijgen van alle betrokken partijen. Eerst moesten de huurders overtuigd worden, daarna de gemeente, Waternet en de subsidieverstrekkers. Warmtenetwerkbedrijf Firan was er gelukkig vanaf het begin bij. 
‘Dit project is alleen gelukt omdat alle partijen hun meest creatieve en gemotiveerde mensen hebben ingezet, die er vol voor zijn gegaan’, benadrukt Rademaker. ‘Iedereen wist: als het hier lukt, dan opent dat de deur voor veel meer wijken.’

Pionieren in bestaande bouw

De toepassing van riothermie in bestaande woningen is uniek voor Nederland. Nieuwbouwwoningen zijn beter geïsoleerd en hebben minder warmte nodig, maar bestaande bouw vormt een grotere uitdaging. ‘Deze opgave was dubbel zo moeilijk, omdat 70 procent van onze huurders in moest stemmen en bestaande woningen nooit zo optimaal geïsoleerd kunnen worden als moderne’, zegt Rademaker. ‘Juist daarom is dit project zo belangrijk. Als riothermie hier werkt, dan kan het overal.’

Een voordeel was dat de gebouwen al een collectief verwarmingssysteem hadden. Daardoor hoefde er in de woningen zelf weinig te worden aangepast. De oude collectieve gasgestookte ketels maken plaats voor twee grote warmtepompinstallaties. Dankzij isolatiemaatregelen hoeft het water straks nog maar tot 70 graden te worden opgewarmd in plaats van 80, wat veel energie scheelt.

Minimale aanpassingen

De woningen werden uitgebreid onderzocht door verschillende technische bureaus. De conclusie: de bestaande radiatoren zijn geschikt voor de nieuwe warmtevoorziening. Dat betekent minder overlast voor bewoners. Wel hebben de gebouwen extra dak- en gevelisolatie gekregen en wordt er nog HR++-glas aangebracht. Voor de overstap naar elektrisch koken was vooral een deel van de oudere bewoners in eerste instantie huiverig. Rademaker: ‘Dat begrijpen we goed. Maar we konden ook laten zien dat elektrisch koken veiliger is en minder schadelijke stoffen in huis brengt. Bovendien waren veel bewoners door de hoge gasprijzen al overtuigd dat een toekomst zonder gas verstandiger is.’ Studenten zijn milieubewuster. ‘Zij zeiden: waarom zijn we niet al jaren geleden van het gas af gegaan?’

16 18 Vastgoed duurzaamheid Vastgoedsturing NR37 2025

Ruimte voor uitbreiding

Bijzonder aan de locatie in Buiksloterham is dat er een persriool op relatief kleine afstand van de woongebouwen loopt en er voldoende ruimte is voor alle ondergrondse infrastructuur. De woonstichting heeft meer bezit in de buurt dat eventueel kan worden aangesloten. Het gaat om gespikkeld bezit. Volgens Rademaker hebben de particuliere eigenaren in de VvE-flat wel belangstelling, maar kijken ze eerst nog even de kat uit de boom. Dat komt goed uit, want er wordt eerst twee jaar proefgedraaid. Voor de zekerheid blijven de bestaande collectieve gasketels zolang als achtervang staan. ‘VvE-flats met daarin koopeigenaren zien natuurlijk ook de kosten voor warmte stijgen en denken aan het milieu. En er zijn aantrekkelijke subsidies voor VvE’s om ook aan te sluiten. In ieder geval zijn de ondergrondse warmtebuizen voorbereid op het aansluiten van meer gegadigden.’

Geen winstbejag

De hoofdrioolbuis die wordt aangepast, ligt op ongeveer 400 meter van de woongebouwen. Waternet en de gemeente stellen de warmte gratis beschikbaar. De investering in de ondergrondse warmtewisselaar wordt terugverdiend via een dertigjarige businesscase. Ja, u leest het goed, er is een sluitende businesscase.

De prijs van de warmte wordt volledig gebaseerd op de werkelijke kosten. Huurders betalen vastrecht voor de investeringen van Waternet (de warmtewisselaar) en Firan (het warmtenet). Dat vastrecht is lager dan bij stadswarmte. De variabele kosten bestaan uit de stroomkosten voor de pompen en warmtepompen, die in handen zijn van Firan en Lieven de Key.

Verrassend eenvoudig

De werking is verrassend eenvoudig. De ondergrondse warmtewisselaar van Waternet haalt warmte uit het rioolwater en geeft die af aan zogenoemd mediumwater – schoon water dat door het warmtenet van Firan circuleert. Dit lauwe mediumwater stroomt vervolgens langs de collectieve warmtepompen van Lieven de Key, die met elektriciteit de temperatuur verhogen tot het niveau dat nodig is voor verwarming en warm tapwater.

Op de daken liggen zonnepanelen, maar die leveren niet genoeg stroom voor de gehele installatie. Gelukkig had Lieven de Key op tijd extra stroomcapaciteit aangevraagd bij het netbeheerbedrijf – nog voordat de huidige netcongestie een probleem werd. ‘Zonder die vooruitziende blik hadden we nu waarschijnlijk geen aansluiting gekregen’, vertelt Rademaker.

Voordelen riothermie

De ontwikkeling van stadswarmte in Amsterdam stagneert momenteel. Investeringen zijn te hoog en er is veel weerstand bij bewoners. Met uitzondering van de lopende projecten sluit Vattenfall geen bestaande buurten meer aan. Het warmtebedrijf overweegt zelfs bestaande netten te verkopen. Commerciële partijen (zoals Vattenfall) zijn bovendien niet enthousiast over de nieuwe warmtewet, de Wet Collectieve Warmte die nog door de Eerste Kamer moet. Hierin staat dat warmtenetten voor minstens 50 procent in publieke handen moeten zijn. Lieven de Key’s riothermieproject heeft daar geen last van: het is een samenwerking tussen publieke en semipublieke partners.

De gemeente Amsterdam richt zich voorlopig meer op elektrificatie via luchtwarmtepompen, maar Rademaker ziet juist voordelen in riothermie: ‘Een luchtwarmtepomp gebruikt buitenlucht – en die is ’s winters koud. Rioolwater is ook in de winter lauw, waardoor onze warmtepompen veel minder stroom verbruiken. Dat is belangrijk gezien de netcongestie waar Nederland mee kampt.’