Klimaatrisico’s vastgoed in beeld met open methodiek
6 juli 2023
De financiële schade door opwarming van de aarde is enorm. DGBC ontwikkelde een methodiek om de risico’s voor het vastgoed in beeld te brengen.
Jan Kadijk, manager Kennis & Innovatie DGBC
Het inschatten van klimaatrisico’s wordt steeds belangrijker bij vastgoedinvesteringen en bouwplannen. Dutch Green Building Council (DGBC) ontwikkelde een open en transparante methodiek om deze klimaatrisico’s van bestaande gebouwen in beeld te brengen. Een ideaal vertrekpunt om tot gezamenlijke strategieën te komen voor klimaatadaptatie.
Een gebouw of gebied moet vandaag de dag niet enkel ‘Paris Proof’ zijn, maar ook ‘Climate Proof’. Dat stelt Jan Kadijk, manager Kennis & Innovatie bij Dutch Green Building Council. Kadijk werkte het afgelopen jaar samen met collega’s en dertig (markt)partijen aan een framework om klimaatrisico’s van bestaande gebouwen in beeld te brengen. Deze maand wordt het Framework for Climate Adaptive Buildings gepresenteerd tijdens vastgoedbeurs Provada.
‘Steeds meer financiers, beleggers en gebouweigenaren zien dat het veranderende klimaat een serieus risico vormt voor hun gebouwenportfolio’, stelt Kadijk. ‘Daarbij maken financiële toezichthouders zoals De Nederlandse Bank en de Europese Centrale Bank zich in toenemende mate zorgen over de stabiliteit van het financiële systeem door deze fysieke klimaatrisico’s. Ze vragen daarom om meer inzicht in deze risico’s. Voor gebouweigenaren, beleggers en investeerders wordt het steeds belangrijker om te weten waar de risico’s zitten en wat er tegen gedaan kan worden. De methodiek die wij het afgelopen jaar ontwikkeld hebben is precies daarvoor bedoeld: het brengt de risico’s eenduidig in beeld en biedt inspiratie voor de maatregelen die effectief kunnen zijn in het tegengaan van de risico’s.’
Het rapporteren over klimaatrisico’s wordt volgens Kadijk langzaamaan gemeengoed. ‘Er komen steeds meer wettelijke verplichtingen om hierover te rapporteren. Denk aan de EU Taxonomie, de duurzaamheidsrapportage CSRD en de TCFD-rapportage. Een gemeenschappelijke taal hiervoor was ver te zoeken, wat in de markt resulteerde in een oerwoud aan onderling onvergelijkbare klimaatrisico scans. Het is daarom goed dat we voortaan in Nederland één standaard methodiek hebben om deze klimaatrisico’s in beeld te brengen. Een open en transparante methode die gebruik maakt van open data. Dat is een grote stap vooruit ten opzichte van de black boxes waar de markt tot nu toe mee moest werken.’
Omgevingsscore De nieuwe methodiek, waarvan het eerste deel in 2022 is gepubliceerd, behandelt de thema’s die voor Nederland als grootste risico gelden: hitte, droogte, wateroverlast en overstroming. Daarnaast worden in de methodiek verschillende gebouwfuncties onderscheiden zoals wonen, kantoren, zorg en logistiek. Kadijk: ‘We kijken in de methodiek eerst naar de kenmerken van het gebied waarin het gebouw is gelegen (‘de omgevingsscore’), dan naar kenmerken van het gebouw zelf (‘de gebouwscore’) en uiteindelijk naar de maatregelen die je kunt treffen om de klimaatrisico’s tegen te gaan, zowel op gebouwniveau als op gebiedsniveau.’
Gelijk speelveld Met de nieuwe rekenmethodiek ontstaat er volgens Kadijk een gelijk speelveld voor alle partijen. ‘Met het Framework for Climate Adaptive Buildings hebben we één standaard aanpak om klimaatrisico’s in beeld te brengen, Eén methodiek voor screening en red flagging. Alle bureaus die in dit werkveld actief zijn, kunnen hun scans uitlijnen op deze standaard. Ze maken daarmee allemaal gebruik van dezelfde data en dezelfde tijdshorizon. Hierdoor krijg je transparante uitkomsten die met elkaar vergelijkbaar zijn. Vervolgens kunnen deze bureaus meerwaarde leveren door verder in te zoomen op gebouwniveau en mee te denken over effectieve maatregelen om de risico’s tegen te gaan. Zij kunnen bijvoorbeeld een verdiepingsslag maken door het gebouw verder te analyseren, of ondersteuning bieden bij het proces om te komen tot daadwerkelijke maatregelen, bijvoorbeeld op gebiedsniveau in samenwerking met andere partijen. Dat zijn immers uitdagende processen.’
De open methodiek van DGBC moet er op termijn voor zorgen dat er meer samenhangende plannen voor klimaatadaptatie van de grond komen. Kadijk: ‘Als alle partijen in een gebied de risico’s op eenzelfde manier in beeld brengen en tot ongeveer dezelfde conclusies komen, dan leidt dat eerder tot een handelingsperspectief, een gezamenlijke strategie om de risico’s het hoofd te bieden. Dan kun je echt gaan nadenken over een gezamenlijke aanpak op gebiedsniveau. Dan kunnen gebouweigenaren ook makkelijker aanhaken bij het beleid van de gemeente en kunnen bijvoorbeeld versteende gebieden gezamenlijk groener gemaakt worden.’
Open data uit KlimaatEffectAtlas Het Framework for Climate Adaptive Buildings werkt met vrij toegankelijke open data uit de KlimaatEffectAtlas van de stichting Climate Adaptation Services (CAS). Met dit framework heeft iedereen hetzelfde uitgangspunt en kunnen adviseurs op dezelfde basis bouwen bij het ontwikkelen van instrumenten om vastgoedportfolio’s door te rekenen op fysieke klimaatrisico’s. De methodiek zal na publicatie regelmatig geactualiseerd worden. Het KNMI publiceert eind 2023 nieuwe klimaatscenario’s en ook de kaartdata zullen hier op aangepast worden. Het framework van DGBC groeit zodoende mee met de kennis, nieuwe scenario’s en de veranderende data. Het is daarmee een levend document.
Volgens Kadijk wordt het voor gebouweigenaren en beleggers steeds belangrijker om te focussen op de fysieke klimaatrisico’s. ‘De focus ligt nu nog vooral op mitigatie en transitierisico’s: uitstoot verminderen en voorsorteren op regelgeving die eraan zit te komen. De label C verplichting voor kantoren is daar een goed voorbeeld van. Het is nu de hoogste tijd om een stap verder te gaan en gebouwen ook weerbaar te maken tegen de fysieke klimaatrisico’s.’
Overstroming is volgens Kadijk een klimaatrisico waar in Nederland ernstig rekening mee moet worden gehouden. De schade bij overstromingen is aanzienlijk. Zo leidden de overstromingen in Limburg in de zomer van 2021 bijvoorbeeld tot een geschatte schade van 350 tot 600 miljoen euro. Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) bedraagt de potentiële overstromingsschade bij verschillende scenario’s van dijkdoorbraken zelfs tussen de 20 en 60 miljard euro.
Schade door droogte Een ander klimaatrisico waar we ons in toenemende mate bewust van moeten zijn, is droogte. Nederland telt namelijk tussen de 750.000 en 1.000.000 panden met een houten paalfundering of een fundering op staal. Deze panden lopen gevaar bij droogte omdat dan paalrot en verschilzetting kan optreden. Dat heeft grote gevolgen. De verwachting is dat de schade aan deze panden tot 2050 kan oplopen tot wel 60 miljard euro. ‘Funderingsherstel is zeker kostbaar, maar de kosten van een ‘total loss’ zijn veel hoger.’
‘Het wordt steeds belangrijker dat we ons bewust zijn van dit soort risico’s’, stelt Kadijk. Een goede analyse van de fysieke klimaatrisico’s is hierbij een noodzakelijke eerste stap richting het nemen van doeltreffende maatregelen. ‘Vanuit DGBC hopen we dat onze methodiek een prikkel is om tot gezamenlijke strategieën te komen voor klimaatadaptatie. Strategieën waarbij op gebiedsniveau wordt gekeken hoe investeringsstromen, investeringsvolumes en investeringsopgaven aan elkaar geknoopt kunnen worden. Een gezamenlijke aanpak werkt beter dan allemaal losse, individuele plannen.’
Kosten van opwarming van de aarde Wetenschappers schatten in dat bij een temperatuurstijging van 4 graden Celsius, de wereldeconomie met een kwart kan krimpen. Het daarmee gemoeide bedrag overstijgt de totale schade van de financiële crisis van 2007-2008. Zelfs bij een volledige uitvoering van de afspraken in het Klimaatakkoord van Parijs, koerst de wereld af op een opwarming van ruim 2.7 graden aan het einde van deze eeuw. Voor Nederland is de totale klimaatgerelateerde financiële schade hiervan geraamd op 77,5 tot 173 miljard euro over de periode tot 2050. De klimaatgerelateerde risico’s kunnen zowel acuut zijn door bepaalde gebeurtenissen als chronisch vanwege verschuivingen op langere termijn. Acute risico’s ontstaan bijvoorbeeld door overstromingen, droogte en stormen. Chronische risico’s door langdurige hittestress, droogte en zeespiegelstijging.