/ verbindend in maatschappelijk vastgoed
IVVD corporatievastgoed header woningcorporaties2
Woningcorporaties
Artikel

Hoe krijgen corporaties hun verdienmodel weer sluitend?

11 februari 2025

Woningcorporaties staan voor grote uitdagingen in het licht van het duurzame prestatiemodel en gevraagde solidariteit. Dat vraagt om scherpe keuzes.

De verhuurderheffing is afgeschaft, maar het effect hiervan is door andere maatregelen alweer verdampt. Hierdoor houden corporaties moeite om het huishoudboekje sluitend te krijgen. Er wordt stevig geïnvesteerd in nieuwbouw, verduurzaming van het bestaand bezit en het leefbaar houden van wijken. De investeringsruimte zal de komende jaren echter nog verder onder druk komen te staan. Woningcorporaties zullen belangrijke keuzes moeten maken. Elke euro kan immers maar één keer worden uitgegeven. ‘Van corporaties wordt veel gevraagd de komende jaren’, stelt Jelmer Jens, adviseur bij BDO Advisory. ‘Ze zullen nog scherper aan de wind moeten zeilen.’ 

Jaap Kleijwegt en Jelmer Jens BDO

Tijdens de woningcorporatiedag van IVVD op 11 maart gaat Jens samen met zijn collega Jaap Kleijwegt dieper in op de ontwikkelingen op het financiële vlak bij woningcorporaties. Aan de hand van de Aedes benchmark nemen ze de financiële spankracht van corporaties onder de loep. Daarbij zoomen ze in op de belangrijkste succesfactoren om het verdienmodel weer sluitend te krijgen. Ook kijken ze hoe corporaties elkaar kunnen versterken bij het realiseren van hun gezamenlijke regionale opgaven. Solidariteit en samenwerking zijn daarbij belangrijke sleutelwoorden.

‘De keuzes die corporaties maken, zullen per gebied verschillen’, stelt Jens. ‘Maar solidariteit wordt een belangrijk thema de komende jaren. Woningcorporaties dragen gezamenlijk zorg voor het behalen van de opgaven die zijn afgesproken in de Nationale Prestatie Afspraken. Dat betekent dat ze over de grenzen van hun eigen gemeente of werkgebied heen moeten kijken. Of dat verplicht kan worden gesteld, is voer voor juristen. Maar dat solidariteit een belangrijke rol gaat spelen, is overduidelijk.’

Volgens Kleijwegt kunnen corporaties tot 2030 nog vrij gemakkelijk aan de ratio’s voldoen. Daarna wordt dat een lastiger verhaal. ‘We zien dat het vet bij corporaties vrij snel van de botten verdwijnt. Dat komt door investeringen in nieuwbouw, maar zeker ook door investeringen in het bestaand bezit. We zien in de benchmark bijvoorbeeld een verdere stijging van de onderhoudslasten. Willen corporaties de exploitatie rendabel houden, dan zullen ze moeten rationaliseren. Simpel gezegd: ze zullen relatief gezien minder moeten uitgeven.’

Corporaties hebben de komende jaren een ingewikkelde puzzel te leggen, stelt Jens. ‘Het is hierbij belangrijk dat ze de data goed op orde hebben. De informatievergaring zal dan ook makkelijker gemaakt moeten worden. Alleen op basis van de feiten kunnen de juiste keuzes worden gemaakt. Met goede financiële sturing kunnen ze de financiële middelen zo doelmatig mogelijk inzetten, maar daarvoor moeten ze wel het hele plaatje in beeld hebben.’

Ook de nieuwe beleidswaarde voor de sector komen in de lezing van Jens en Kleijwegt aan bod. Kleijwegt: ‘Een belangrijk thema voor corporaties aangezien de beleidswaarde inzicht verschaft in de onderhoudsbegroting. Dat is momenteel bij veel corporaties nog niet goed op niveau. Waar dat voorheen slechts een toelichting was, wordt dat nu echt een primaire waarderingspost. Dat vraagt om een andere aanpak. Daar hebben corporaties nog een slag te slaan.’