Beter sturen op gemeentelijk vastgoed met sectorstandaard

| Door Odette Koldewey

Gemeentelijk vastgoed is gebaat bij een sectorstandaard met standaard definities en begrippen. Sander de Clerck van Republiq pakt de handschoen op en doet een voorzet.

Met standaardisatie wordt sturen op gemeentelijk vastgoed makkelijker en leuker, stelt Sander de Clerck, partner bij vastgoedadviesbureau Republiq. ‘Als alle vastgoedafdelingen van gemeenten werken vanuit dezelfde basis, dan hebben ze allemaal hun informatiehuishouding op orde en kunnen ze makkelijker kennis delen en vergelijken. Ze sluiten bovendien beter aan bij de afdeling Financiën; dat zorgt voor betere interne samenwerking en meer gestroomlijnde communicatie naar college en raad.’

Volgens De Clerck wordt er in de wereld van het gemeentelijk vastgoed al zeker tien jaar gesproken over het op orde krijgen van de basis. In de praktijk gebeurt er echter te weinig. Daar wil hij verandering in brengen met zijn oproep om mee te werken aan een sectorstandaard. ‘Wij hebben een Wiki-pagina opgezet met een heleboel gestandaardiseerde begrippen, onder andere uit het codeboek van onze benchmark. Ik wil iedereen uit het gemeentelijk vastgoed vragen daar een bijdrage aan te leveren. Zo kunnen we gezamenlijk komen tot een open standaard waar de hele sector bij gebaat is.’

Sander de Clerck, partner bij vastgoedadviesbureau Republiq

De Clerck kijkt met een schuin oog naar de corporatiesector waar standaardisatie al meer gemeengoed is. ‘Je ziet in de corporatiewereld al enkele sectorstandaarden die structureel in hun systemen zijn opgenomen. De softwareontwikkelaars hebben dat opgepakt en hebben gezorgd voor een standaard inrichting volgens die sectorstandaard die corporaties plug-and-play kunnen gebruiken. Gemeenten werken over het algemeen nog met een eigen maatwerkinrichting van softwarepakketten. Dat maakt het niet alleen duur, maar ook inefficiënt en moeilijk vergelijkbaar.’

Gemeentelijk vastgoed van verschillende gemeenten is volgens De Clerck prima met elkaar te vergelijken. Het argument ‘wij zijn uniek, bij ons werk het allemaal net even anders’, gaat er bij hem niet in. ‘Natuurlijk heeft elke gemeente een paar unieke gebouwen, maar 95% is standaard. Dan hebben we het over de buurthuizen, de zwembaden en gymzalen, de gemeentehuizen, noem maar op. Als we voor dat vastgoed de datakwaliteit beter op orde krijgen en meer werken vanuit standaardisatie, dan is er een wereld te winnen.’

Niet alleen kunnen gemeenten met een sectorstandaard makkelijker data en ervaringen met elkaar delen, ook de communicatie met marktpartijen kan hiermee sterk verbeterd worden. ‘Ook voor marktpartijen is het fijn om volgens een datastandaard te werken. Dat geeft houvast en duidelijkheid en voorkomt miscommunicatie.’

Het doel van de sectorstandaard is om de sector vooruit te helpen, stelt De Clerck. ‘Wij geven de voorzet en hebben de Wiki-pagina opgezet. Nu is het aan de mensen uit het gemeentelijk vastgoed om hierop te reageren en aanpassingsvoorstellen te doen. Zij hebben de mogelijkheid om nieuwe definities en begrippen aan te dragen en goede voorbeelden uit hun organisatie voor het voetlicht te brengen. Zo kunnen we gezamenlijk zorgen voor betere datakwaliteit en meer standaardisatie.’

De Clerck hoopt dat de VNG de sectorstandaard in een later stadium wil adopteren. ‘Het zou mooi zijn als zij hier na afloop hun stempel op willen zetten. Bijvoorbeeld door een boekje uit te geven over de sectorstandaard. Maar zo ver zijn we nog lang niet. Laten we eerst met z’n allen zorgen voor een goede sectorstandaard.’

Vastgoeddata Congres 2022