Vanaf volgend schooljaar moet er verplicht in ieder klaslokaal een CO2-meter hangen. Ongeveer 40 procent van de scholen voldoet daar nu niet aan.
Met de winter in aantocht en toenemende coronabesmettingen wil minister Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs dat de ventilatie in lagere en middelbare scholen op orde is. Bij eerdere besmettingsgolven bleken scholen vaak coronahaarden te zijn. Daarom is de afgelopen maanden met grote inzet van gemeenten en scholen de ventilatie van schoolgebouwen verder verbeterd. Honderden scholen hebben gebruikgemaakt van de hulpteams van Ruimte-OK en er zijn duizenden CO2-meters geplaatst. Op deze meters is te zien of de luchtkwaliteit voldoet of dat extra ventileren noodzakelijk is.
Uit een peilingsonderzoek van het ministerie naar CO2-meters in de klas blijkt dat bij 60 procent van de respondenten inmiddels in ieder klaslokaal een werkende CO2-meter hangt. Dat dit bij 40 procent van de respondenten nog niet zo is, heeft vaak een reden. Zo zijn de meters bijvoorbeeld wel besteld, maar nog niet geleverd, of nog niet geïnstalleerd.
Verplichting
Wiersma is blij dat met de inzet van het aanzienlijke aantal scholen wel CO2-meters heeft geplaatst. “Maar ik constateer ook dat dit voor teveel klaslokalen nog niet zo is. Die resultaten sluiten niet aan bij de urgentie die ik voel en die wat mij betreft ook noodzakelijk bij alle scholen gevoeld moet worden.” Daarom stelt hij het scholen verplicht om ervoor te zorgen dat er een CO2-meter in ieder klaslokaal hangt. Deze verplichting gaat volgend schooljaar in. Dit gold al voor nieuw gebouwde en gerenoveerde basisschoolgebouwen, maar straks dus ook voor bestaande scholen.
Voor het verbeteren van de ventilatie is geld beschikbaar. Met de Maatwerkregeling ventilatie op scholen (voorheen SUViS-regeling) kunnen scholen een basissubsidie of een vangnetsubsidie aanvragen. Schoolbesturen kunnen via deze regeling maximaal 60% financiering vanuit het Rijk aanvragen. Scholen kunnen informatie vinden over de aanschaf en het gebruik van CO2-meters in de Handreiking Optimaal ventileren op scholen.
Deskundig advies
De hulpteams van Ruimte-OK bieden advies en hulp bij de aanvraag van de Maatwerkregeling via de website en de helpdesk (0800–0224402). Daarnaast kunnen de hulpteams scholen van deskundig advies voorzien. Bij hun bezoeken zien ze bijvoorbeeld dat sommige scholen nog steeds denken dat de ramen de hele dag open moeten staan om goed te kunnen ventileren. Bij de ondersteuning leggen de experts van de hulpteams uit dat dit in heel veel gevallen niet hoeft en hoe er wel gericht geventileerd kan worden. Dit scheelt straks in de winter in het comfort voor leerlingen en personeel, maar ook in de energiekosten.
De ondersteuning geeft scholen daarnaast meer inzicht in het verschil tussen het ventilatievraagstuk en warmteproblematiek. Er zijn scholen die weliswaar goede luchtverversing hebben, maar een probleem hebben met warmtestapeling. Dit betekent dat de warmte die het gebouw in komt niet goed afgevoerd kan worden. Experts geven tips hoe hier mee om te gaan en bieden een helpende hand. Als bij de ondersteuning wordt gesignaleerd dat er investeringen nodig zijn, worden scholen gewezen op de mogelijkheden van de Maatwerkregeling en daar actief bij geholpen.
Luchtreinigers
Wiersma vindt dat alle opties die bijdragen aan een gezond binnenklimaat moeten worden aangemoedigd en verkend. “Ik wil geen kansen laten liggen om coronabesmettingen op scholen te voorkomen of terug te dringen.” Daarom wil hij scholen stimuleren om luchtreinigers in te zetten om het binnenklimaat te verbeteren. Onder andere op scholen in Staphorst wordt daarmee geëxperimenteerd om te kijken of het werkt. Hier hebben 6 scholen samen 75 luchtreinigers geplaatst. De pilot ziet toe op het meten van de effecten van deze luchtreinigers. De onderzoeksresultaten worden in het voorjaar van 2023 verwacht.
De minister wil die proef graag uitbreiden en roept scholen op om zich erbij aan te sluiten. De scholen die geïnteresseerd zijn in deelname aan de pilot kunnen zich aanmelden via de website. Het onderzoeksteam bestaat uit wetenschappers van de Universiteit Utrecht en de Technische Universiteit Eindhoven.