De zorg stevent af op een perfecte storm

| Door Dieuwke van Vuure

Het zorglandschap in Rotterdam staat een metamorfose te wachten. Ronald Buijs, bestuursvoorzitter van Laurens, voorziet een lastige opgave. Maar hij ziet ook kansen.

[Door: Ivo van der Hoeven, redactie IVVD]

Ronald Buijs maakte vorig jaar november de overstap van ouderenzorgorganisatie de Zorgcirkel in Noord-Holland naar Laurens in Rotterdam. Als bestuursvoorzitter is hij de komende jaren onder andere verantwoordelijk voor de vastgoedontwikkeling van de Rotterdamse instelling voor ouderenzorg. Bij Laurens trof Buijs een organisatie aan die na een moeilijke periode weer goed is opgekrabbeld. Laurens is in zijn ogen dan ook klaar voor de toekomst. Maar een makkelijke toekomst wordt dat zeker niet, zo benadrukt hij.
‘In 2017 heeft Laurens onder toezicht gestaan en daar zien we nu nog de naweeën van. We hebben daardoor bijvoorbeeld een investeringsachterstand op onderhoud van vastgoed ten opzichte van andere zorginstellingen. Dat maakt de cumulatie van vraagstukken bij Laurens extra groot. Maar niet alleen wij hebben het moeilijk, de hele ouderenzorg zit momenteel in financieel zwaar weer. De kosten van het personeel gaan met tien procent omhoog, de kosten van leveranciers stijgen al jaren en de financiering van de zorg beweegt niet voldoende mee. Sterker nog, de zorgtarieven en de NHC worden vanaf 2024 zelfs verlaagd. En dat terwijl we juist flink moeten investeren in verduurzaming en digitalisering van de zorg. Dat wordt onder de huidige omstandigheden een onmogelijke opgave. Er is momenteel echt sprake van meerdere negatieve aspecten die samenkomen. Een perfecte storm.’

Dat klinkt dreigend. Wat moet er volgens u gebeuren om die storm zo goed mogelijk door te komen?
‘Allereerst moeten de verlagingen van zorgtarieven en de NHC teruggedraaid worden. Daar heeft de sector ook al een brandbrief over gestuurd naar de minister. Met de huidige neerwaartse financiële krachten komen zeer veel zorginstellingen anders in de problemen. Het is dus zaak om deze verlagingen van tafel te krijgen. Daarnaast hebben we een overbruggingsperiode nodig om de transitie in de zorg te maken die, mede door het woonzorg akkoord, zo noodzakelijk is. Bij die transitie zullen we sector overstijgend moeten samenwerken. We hebben echt een gezamenlijke verantwoordelijkheid om het ouderenvraagstuk zo goed mogelijk op te pakken. De gemeente, de woningcorporaties, de zorgkantoren, de zorgorganisaties en de welzijnsorganisaties hebben hier allemaal een rol in. Gelukkig wordt dit in Rotterdam al heel goed opgepakt.’

‘De voorgenomen verlaging van de NHC zal teruggedraaid moeten worden’

Is er in Rotterdam inmiddels al zicht op wat die zorgtransitie inhoudt?
‘De vergrijzing komt ook in Rotterdam onherroepelijk op ons af en er komen geen verpleeghuisplekken meer bij door de afspraken in het wozo-akkoord. Er zal de komende jaren dus flink geïnvesteerd moeten worden in nieuwe woonvormen waarin verpleegzorg geleverd kan worden. Die woonvormen zullen we samen met woningcorporaties en projectontwikkelaars moeten realiseren. Wij leveren daarin de zorg en de projectontwikkelaars en corporaties zorgen voor het vastgoed. Met de gemeente en met woningcorporaties zijn we bezig om vrij nauwkeurig in beeld te brengen wat er de komende jaren ontwikkeld moet worden en in welke aantallen. We weten inmiddels dat er ongeveer 2100 eenheden bij moeten komen in de stad. De vraag is nu: waar gaan we die realiseren? En belangrijker misschien nog wel: wie gaat dat met wie doen? Want hier zijn echt grote investeringen mee gemoeid. Een sector overstijgende projectgroep gaat zich de komende tijd over die twee vragen buigen.’

Hoe moeten die nieuwe woonvormen eruitzien volgens u?
‘Als we de ouderenzorg op lange termijn duurzaam en toegankelijk willen houden, dan moeten we enorm investeren in digitalisering en zelf- en samenredzaamheid van mensen. We zullen dus moeten investeren in nieuwe woonvormen waar zorg geleverd kan worden, maar waar mensen ook op een goede manier naar elkaar omkijken. Preventieve zorg wordt heel belangrijk. We moeten er met z’n allen voor zorgen dat de zwaardere zorgvraag van ouderen zo lang mogelijk op verantwoorde wijze wordt uitgesteld. Het gaat er voor mij dus niet zozeer om hoeveel vierkante meters een woning krijgt en hoe breed de badkamerdeur is, maar hoe we die gemeenschapszin kunnen ontwikkelen en hoe we die samenredzaamheid kunnen bevorderen. Daarin zit volgens mij de belangrijkste vraag die nu beantwoord moet worden.’

‘We moeten investeren in digitalisering en zelf- en samenredzaamheid van mensen’

Bij nieuwe woonzorgconcepten zal dus verder gekeken moeten worden dan de stenen?
‘Zeer zeker. En dat gebeurt gelukkig ook al. Er zijn in Rotterdam al enkele mooie voorbeelden te noemen, zoals de Thuisplusflats. Dit zijn appartementencomplexen voor senioren waar activiteiten worden georganiseerd rondom bewegen, samen eten en ontmoeten. Een zorg- en ondersteuningsteam staat hier klaar voor extra ondersteuning. Een mooi concept waar we inmiddels goede ervaringen mee hebben. De stad telt momenteel zes van dit soort flats, maar de gemeente gaat dit uitbreiden tot twintig. Daarnaast zullen we ook andere concepten moeten ontwikkelen. We hebben echt een diversiteit aan zorgvastgoed nodig. Sociale huur, middenhuur, geclusterd vastgoed en gespikkeld vastgoed. Van alle smaken hebben we wel wat nodig.’

Hoe gaat deze transitie zich verder ontwikkelen de komende jaren?
‘Ik maak me daar eerlijk gezegd best zorgen over. Neem de subsidieregeling zorggeschikte woningen. Daar is een maximaal bedrag van 15.000 euro mee gemoeid om woningcorporaties tegemoet te komen in de onrendabele top. Maar volgens onze berekeningen is er in veel gevallen minstens 25.000 euro per woning nodig voor die onrendabele top. Dat wordt dus echt spannend. En de val van het kabinet helpt ook niet mee. Hugo de Jonge en Conny Helder waren nauw betrokken bij het woonzorgvraagstuk, maar die zijn nu demissionair. De kans bestaat dat de zorgvastgoedontwikkeling en het financieringsvraagstuk daarmee op de lange baan worden geschoven. Dat zou een slechte zaak zijn. We dreigen nu al achter de feiten aan te lopen en kunnen echt niet langer wachten. We moeten aan de slag en dat kan ook. De kennis is er, de ervaring is er en de sector overstijgende samenwerking is er ook. Ik maak me alleen zorgen over de randvoorwaarden.’


Ronald Buijs is sinds november 2022 bestuursvoorzitter van Laurens. Daarvoor was hij van 2016 tot 2022 voorzitter van de Raad van Bestuur van De Zorgcirkel. Naast zijn werk voor Laurens is Buijs Lid Raad van Toezicht bij Rivas Zorggroep en bij Santé Partners.