Uit Vlaams promotieonderzoek blijkt dat een duurzame woning die gemakkelijk aanpasbaar is goedkoper kan zijn dan een doorsnee rijtjeshuis.
Aanpasbaar bouwen kan de verduurzaming een flinke impuls geven en tegelijk een oplossing zijn voor het tekort aan betaalbare woningen. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Charlotte Cambier van de Vrije Universiteit Brussel. De onderzoeksgroep Architectural Engineering waarvan ze deel uitmaakt, hanteert de term ‘aanpasbaar’ voor gebouwen die gemakkelijker en met minder bouwmateriaal en -afval aangepast kunnen worden aan de veranderde behoefte van de gebruikers.
‘Mensen denken vaak dat duurzaam en circulair bouwen complex is en dat het veel extra geld kost, maar eigenlijk is het bouwen met gezond verstand’, stelt Cambier. ‘Het gaat erom dat je goed nadenkt over hoe er later met het gebouw omgegaan zal worden; je moet niet alleen bouwen voor vandaag maar ook voor de toekomst. Soms kan dat eenvoudig door het gebruik van aanpasbare wanden in plaats van bakstenen wanden.’
Kernwoning
In het onderzoek van Cambier start de aanpasbare woning vanuit een kleine kern die op verschillende manieren kan worden uitgebreid, bijvoorbeeld doordat onderdelen zoals schrijnwerk en binnenwanden demonteerbaar en herbruikbaar zijn. De kernwoning kan bijvoorbeeld geschikt gemaakt worden voor alleenwonen, een klassieke gezinssituatie, kangoeroewonen, cohousing, thuiswerken. Dit woningtype is op verschillende vlakken vergeleken met een doorsnee Vlaams rijtjeshuis. Uit haar studie kwam dat bij een aanpasbare woning alle kosten – vanaf de bouw tot de sloop en inclusief onderhoud, reparaties en vervangingen – lager liggen.
‘Dit komt omdat de aanpasbare woning in de beginfase enkel met die ruimtes start die op dat moment voor de gezinssituatie nodig zijn’, vertelt Cambier. ‘Hierdoor hoeven er minder materialen aangekocht te worden, waardoor de aankoopkosten al lager liggen. Maar in de volgende jaren liggen ook de onderhoudskosten lager omdat er minder gebouwelementen zoals schrijnwerk, afwerkingsmaterialen et cetera moeten worden onderhouden en gerepareerd. Om dezelfde reden is de aanpasbare woning ook materiaalefficiënter en ligt de impact op het milieu lager.’
Houtskelet
Ook in Vlaanderen moet de bouwsector, verantwoordelijk voor 39 procent van de CO2-uitstoot, verduurzamen. Vanaf 2023 worden er aangescherpte eisen gesteld aan nieuwbouw. ‘Er werd vooral naar de energie-efficiëntie van gebouwen gekeken, maar geleidelijk aan zie je dat het breder wordt getrokken en er ook wordt gekeken naar bouwmaterialen, bouwmethodes en aanpasbaar bouwen. Als onderzoeksgroep Architectural Engineering proberen wij beleidmakers en ontwerpers ervan bewust te maken dat je verder moet kijken dan alleen naar de gebruikersfase.’
Duurzaam bouwen gaat niet alleen om minder materialen gebruiken maar ook om het soort materialen dat gebruikt wordt. De woning uit het onderzoek werd daarom zowel in conventionele materialen (zoals beton of baksteen) uitgewerkt als in demonteerbare materialen. Die laatste maken aanpassingen eenvoudiger, zoals bijvoorbeeld door lichtgewicht materialen te gebruiken die verbonden worden met omkeerbare verbindingen, zoals houtskelet of bouten.
Demonteerbaar
Op lange termijn kan het gebruik van demonteerbare materialen voordeliger uitvallen omdat ze doorverkocht kunnen worden. Hergebruik is bovendien duurzamer. ‘Met conventionele bouwmaterialen en -technieken is hergebruik praktisch onmogelijk en financieel niet interessant. Anders zou er niet bij elke huidige renovatie een afvalcontainer klaarstaan.’
In deze case bleek aanpasbaar bouwen goedkoper te zijn dan conventioneel bouwen. ‘Het is lastig om dat door te trekken naar alle woningen, maar deze studie toont aan dat het wel degelijk kan.’ Cambier ziet dat de conventionele bouwwereld huiverig is om de standaardmethodes die ze nu gebruiken los te laten. ‘Er wordt vaak gedacht dat er veel tijd en geld nodig is om nieuwe methodes te ontwikkelen. Maar die methodes zijn er al, we zijn daar juist vervreemd van geraakt. Als we afstappen van cement en beton en weer teruggaan naar houtskeletbouw en demonteerbare materialen, dan zijn we er al.’