Groene stad is gezonde stad

| Door Odette Koldewey

Natuur in bebouwde omgeving is goed voor gezondheid en welzijn. Vastgoedeigenaren, projectontwikkelaars en woningcorporaties zijn zich steeds meer gaan verdiepen in de meerwaarde van groen in de bebouwde omgeving

Groen in de bebouwde omgeving is bezig aan een opmars. Het zorgt voor verkoeling in de zomer, verkleint de kans op wateroverlast en bevordert de biodiversiteit. Maar belangrijker nog: groen draagt bij aan een betere gezondheid en een hoger welzijn. Kortom, het is de hoogste tijd om te vergroenen.

Wageningen University & Research (WUR) doet al meer dan twintig jaar onderzoek naar de invloed van groen op de gezondheid en het welzijn van mensen. In verschillende onderzoekstrajecten wordt gekeken naar de positieve invloed van groen in gebouwen, wijken en binnensteden.
Marian Stuiver, programmaleider Green Cities bij WUR, merkt dat er de laatste jaren een enorme spurt is in de opgave. ‘Vastgoedeigenaren, projectontwikkelaars en woningcorporaties zijn zich steeds meer gaan verdiepen in de meerwaarde van groen in de bebouwde omgeving. Kijk bijvoorbeeld naar het programma ‘Klimaatadaptief bouwen met de natuur’, een initiatief vanuit Neprom, Bouwend Nederland en NVB-Bouw waarbij in diverse pilots natuurrijke bouwprojecten worden gerealiseerd.’

Groene gebouwen
Ook architecten hebben volgens Stuiver in toenemende mate interesse in de integratie van groen in gebouwen. ‘Heel interessant om te zien hoe steeds meer partijen hiermee bezig zijn.’ Maar het stelt ons ook voor uitdagingen, waarschuwt ze. ‘Groen bouwen voor gezondheid stelt bijvoorbeeld andere eisen aan het groen dan groen bouwen voor klimaatadaptatie of biodiversiteit. Het is best nog een puzzel om erachter te komen hoe we die vergroening vorm moeten geven en hoe we al dat groen vervolgens moeten onderhouden.’

Marian Stuiver, programmaleider Green Cities – WUR

‘Groen bouwen voor gezondheid stelt bijvoorbeeld andere eisen aan het groen dan groen bouwen voor klimaatadaptatie of biodiversiteit’

Een andere belangrijke vraag is volgens Stuiver hoe we ervoor kunnen zorgen dat alle inwoners de vruchten plukken van natuur in de stad. ‘Wij willen dat zoveel mogelijk mensen profiteren van groene steden. Het mag niet enkel een feestje voor de happy few worden. Het groen moet juist ook terecht komen bij groepen die er het meeste baat bij hebben. We moeten dus ook heel nadrukkelijk kijken naar toepassingen van groen in wijken met een lagere sociaaleconomische status.’

Rol voor woningcorporaties
Stuiver ziet hierbij een grote rol weggelegd voor woningcorporaties. ‘Het probleem is dat woningcorporaties al voor enorme uitdagingen staan. Ze moeten in korte tijd veel nieuwbouw realiseren en bestaand vastgoed verduurzamen. Groen heeft daarom niet altijd prioriteit.’ Toch is het volgens Stuiver belangrijk dat woningcorporaties hier oog voor hebben. ‘Meer natuur in deze wijken heeft positieve effecten op de volksgezondheid, veiligheid en sociale cohesie. En het hoeft helemaal niet heel veel meer te kosten.’

Dat er vanuit de vastgoedwereld steeds meer aandacht komt voor groen in de bebouwde omgeving juicht Stuiver toe. Maatschappelijk vastgoed zou hierbij een belangrijke voorbeeldrol kunnen vervullen, denkt ze. ‘Daar is lef en visie voor nodig. Meer leiderschap op dit onderwerp vanuit de overheid zou hieraan een goede impuls kunnen geven. Ik ben dan ook benieuwd naar de nieuwe richtlijnen en plannen in het nieuwe regeerakkoord.’

WHO benadrukt belang van groene en blauwe ruimte
De WHO publiceerde deze zomer een rapport over het belang van groene en blauwe ruimte voor het mentaal welzijn van stedelingen. Hiermee heeft de wereldgezondheidsorganisatie een belangrijk signaal afgegeven, stelt Sjerp de Vries, onderzoeker bij Wageningen Environmental Research en betrokken bij het rapport. ‘Eerder lag de nadruk sterk op het effect van groen op lichamelijke gezondheid, via bijvoorbeeld het afvangen van fijnstof en het stimuleren van lichamelijke activiteit. Met de aandacht voor mentaal welzijn ontstaat er ook meer aandacht voor alledaags contact met kleine groenelementen, zoals bijvoorbeeld laanbomen en perkjes.’ Dit heeft volgens de onderzoeker positieve effecten op de gezondheid van stedelingen. ‘Zo is de dichtheid aan straatbomen omgekeerd gerelateerd aan het gebruik van antidepressiva. Hoe meer bomen, des te minder antidepressiva.’

De WHO geeft in het rapport ook handvatten voor beleidsmakers.

Masterclass Gezonde Gebouwen