Ons motto is learning by doing

| Door Odette Koldewey

Door telkens te leren van projecten, kunnen we samen met de markt circulariteit naar een hoger niveau tillen. En dat geldt niet alleen voor circulariteit, maar ook voor onze andere drie duurzame hoofdthema’s.

Bij circulaire oogstprojecten moet tevoren goed naar de bruikbaarheid en de waarde van de materialen worden gekeken. Foto © Rob Acket

Het Rijksvastgoedbedrijf zet met het programma Koers Circulair letterlijk koers naar een circulair RVB in 2050. Dit programma met actielijnen voor circulair bouwen en beheren moet in 2023 gereed zijn en dus zijn het drukke tijden voor Crystal Ririassa, programmamanager circulair bouwen en klimaatadaptatie bij het RVB.

Nederland circulair in 2050, dat is de stip aan de horizon. Maar voor we zo ver zijn moet er nog het nodige gebeuren, weet ook Crystal Ririassa. ‘We kennen inmiddels allemaal de beleidsdoelen. We weten waar we heen willen, maar het is nog een enorme ontdekkingstocht om uit te vinden hoe we daar kunnen komen. Zowel voor het Rijksvastgoedbedrijf als voor de hele sector.’
De beste manier om deze ontdekkingstocht tot een goed einde te brengen is volgens Ririassa door er gewoon mee aan de slag te gaan. Door projecten circulair aan te vliegen en daarvan te leren. ‘Learning by Doing, dat is ons motto. Veel evalueren dus, leren van voorgaande projecten en het geleerde vervolgens weer toepassen in nieuwe projecten. Zo kunnen we telkens een beetje opschalen richting een circulair 2050.’

Koers Circulair
Om enigszins houvast te bieden in deze onzekere transitietijd werkt het Rijksvastgoedbedrijf aan het programma Koers Circulair dat in 2023 gereed moet zijn. Ririassa is kartrekker van dit programma. ‘We sluiten hiermee aan bij het nationale Uitvoeringsprogramma Circulaire Bouweconomie. In 2023 moet het zogenaamde ‘base camp’ gereed zijn, het nationale basiskamp van waaruit we de circulaire economie verder kunnen opschalen. Als wij straks het programma Koers Circulair hebben afgerond hebben we ons eigen RVB-basiskamp gereed.’
In het programma Koers Circulair worden acht actielijnen gerealiseerd, zoals circulair inkopen en circulair beheren. ‘Het is echt een RVB-breed programma’, stelt Ririassa. ‘Alle directies zijn hierbij betrokken. Ze leveren allemaal vertegenwoordigers voor het programmateam. Zo werken we samen aan de circulaire plannen voor 2030 en 2050.’

Cultuurverandering
Naast het opstellen van actielijnen ondersteunt het programmateam ook collega’s bij circulaire vraagstukken. ‘We hebben binnen het RVB veel verschillende functiegroepen die allemaal andere rollen vervullen. Met al deze groepen gaan we in gesprek over wat circulair vastgoed voor hen betekent en wat het van hen vraagt. Waar lopen ze tegenaan? En waar zien ze kansen? Kortom, hoe kunnen we ervoor zorgen dat we samen de juiste kant op gaan? Dit doen we natuurlijk ook met onze opdrachtgevers en marktpartijen.’

Crystal Ririassa: ‘Een transitie als deze vraagt best veel van onze mensen. We moeten ze daar goed in begeleiden’

Het is volgens Ririassa superbelangrijk dat iedereen binnen de organisatie mee kan praten over de circulaire ambities. Het gaat namelijk niet alleen sec om circulair bouwen en circulair beheren, maar ook om de hele cultuurverandering die hiermee gepaard gaat. ‘Het RVB is een enorm grote organisatie met zeer divers vastgoed, van kantoren tot kazernes en van rechtbanken tot gevangenissen. In totaal hebben we 12 miljoen vierkante meter vloeroppervlak. We zijn daarmee de grootste vastgoedorganisatie van Nederland. Een transitie als deze vraagt daarom best veel van onze mensen. Daar moeten we ze goed in begeleiden. Vandaar ook dat we speciale RVB-professionals hebben benoemd die mensen in de organisatie verder helpen bij circulaire vraagstukken.’

Tussendoelen
Nederland volledig circulair in 2050 is het doel, maar 2050 is nog ver weg. Om de transitie iets overzichtelijker en tastbaarder te maken heeft het RVB voor 2030 enkele tussentijdse beleidsdoelen bepaald. Ririassa: ‘We hebben de ambitie om in 2030 alle opdrachten circulair aan te besteden en we willen alle rijkskantoren in onze portefeuille circulair beheren. Daarnaast willen we, aansluitend op de nationale doelstelling, 50 procent minder grondstoffen gebruiken.’
Vanaf 2030 zullen dus alle activiteiten die het RVB ontplooit om het vastgoed te beheren circulair worden aangevlogen. Dat betekent circulaire verbouwingen en circulair onderhoud, maar bijvoorbeeld ook circulair facilitair management. ‘Ook dat is circulair beheer’, stelt Ririassa. ‘Onze facilitaire partners binnen de Rijksoverheid zijn dan ook druk bezig met bijvoorbeeld circulaire ict en circulair kantoormeubilair.’

Nieuwe contractvormen
De transitie vraagt volgens Ririassa ook om andere contractvormen en andere manieren van samenwerken. ‘We zitten middenin deze ontwikkeling met de hele sector, maar sommige partijen zijn duidelijk al verder dan anderen. Als je kijkt naar circulaire bouw- en renovatieprojecten dan zijn er al best veel mooie voorbeelden, zeker ook binnen het RVB. Maar als je kijkt naar de installatiesector dan zie je dat daar nog een wereld te winnen is. Die sector is later met dit thema aan de slag gegaan, maar de brancheorganisatie Techniek Nederland maakt hier nu ook werk van.’
Het RVB heeft onlangs een nieuw groot contract afgesloten, de klimaatbundel. Een mooi voorbeeld van nieuwe samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. ‘Met de klimaatbundel kijken we echt anders naar het onderhoud van onze klimaatinstallaties. Dat is zowel voor de opdrachtnemer als voor ons een ontwikkel- en opleidingstraject. Gaandeweg zijn we ons samen aan het ontwikkelen om op een andere manier met dit soort vraagstukken om te gaan en zo tot andere keuzes te komen. Dus niet meer rücksichtslos één op één zaken vervangen en doen wat we altijd al deden, maar net even iets beter over alles nadenken. Ook hierbij geldt: leren door te doen.’

Circulaire projecten
Het RVB heeft de afgelopen jaren de nodige ervaring opgedaan met circulaire projecten. ‘We zijn begonnen met drie voorbeeldprojecten en hebben inmiddels al meer dan negentig projecten waarin circulariteit een belangrijke rol speelt’, stelt Ririassa. ‘Dan hebben we het over nieuwbouw- en grootschalige renovatieprojecten, maar bijvoorbeeld ook over sloopprojecten. We weten inmiddels wat de circulaire component hierbij voor ons betekent, zowel organisatorisch als financieel en technisch. Door alle ervaring die we hebben opgedaan kunnen we zo’n set met circulaire eisen steeds beter meegeven. We zijn misschien nog niet waar we willen zijn, maar we liggen wel heel erg op koers.’
Een van de eerste circulaire projecten van het RVB was de sloop van een kantoor in Winterswijk in 2017. ‘Daar hebben we veel van geleerd en die lessen hebben we vervolgens weer toegepast in nieuwe circulaire sloopprojecten, of beter gezegd circulaire oogstprojecten.’ De twee belangrijkste leerpunten: ‘Stel de gunningscriteria zo op dat je marktpartijen de ruimte geeft, maar dat je uiteindelijk wel echt krijgt wat je wilt, én maak een goede materialeninventarisatie. Er moet vooraf heel goed gekeken worden welke materialen er in een gebouw zitten en wat daarvan nog van waarde is.’

Doorontwikkelen
Inmiddels heeft het RVB met vier andere projecten het circulair oogsten verder doorontwikkeld. ‘We weten nu veel beter hoe je zo’n materialeninventarisatie opstelt. Dat gaan we nu ook verplichtstellen voor al onze sloopprojecten. Zo krijgen we steeds beter zicht én grip op de materialen. En met de gebouwenpaspoorten die we standaard opstellen bij nieuwbouw werken we ook al aan de materialeninventarisaties van de toekomst. Door al deze informatie goed vast te leggen en door steeds meer losmaakbaar te ontwerpen kunnen we circulariteit echt borgen.’

Tijdelijke rechtbank
Een mooi voorbeeld van losmaakbaar ontwerpen en bouwen vormt de tijdelijke rechtbank in Amsterdam. In 2016 werd dit gebouw gerealiseerd door een consortium van projectontwikkelaar cepezedprojects en Du Prie bouw & ontwikkeling. Nu, zes jaar later, wordt de rechtbank uit elkaar gehaald en 200 kilometer verderop in Twente weer in elkaar gezet. ‘Ook van dit project leren we heel veel’, stelt Ririassa. ‘Zo blijken de trappen moeilijker te demonteren dan gedacht. Bij een volgend remontabel ontwerp zullen we dit dus anders aan moeten pakken.’
Al deze projecten vormen zo een belangrijke leerschool voor Ririassa en haar collega’s. ‘Door telkens te leren van projecten, kunnen we samen met de markt circulariteit naar een hoger niveau tillen. En dat geldt niet alleen voor circulariteit, maar ook voor onze andere drie duurzame hoofdthema’s: energie, biodiversiteit en klimaatadaptatie. Samen met de markt werken we zo aan integrale oplossingen voor een duurzamer Nederland.’