Samenredzaamheid moet weer normaal worden

| Door Klementine Vis

Samenredzaamheid wordt volgens IJsselheembestuurder Karin Leferink hét sleutelwoord in de zorg. ‘De verzorgingsstaat is passé. We gaan naar een participatiesamenleving.’

De uitdagingen in de zorg stapelen zich op. Er is personeelsgebrek, een sterk veranderende zorgvraag en een schreeuwende behoefte aan nieuwbouw. De oplossing ligt volgens Karin Leferink, bestuurder van zorgorganisatie IJsselheem, voor een deel in samenredzaamheid. ‘We gaan van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. We zullen het samen moeten doen.’

Karin Leferink is sinds 2018 bestuurder van IJsselheem, een zorgorganisatie die ondersteuning biedt aan ouderen bij wonen, zorg en welzijn in de regio’s Kampen, Zwolle, Zwartewaterland en een klein stukje Veluwe. Het tekort aan zorgpersoneel loopt in Nederland in 2030 op tot meer dan 130.000 werknemers terwijl het aantal ouderen blijft groeit. ‘Dat probleem kunnen we benaderen vanuit schaarste, maar misschien moeten we het omdraaien’, stelt Leferink. ‘Misschien moeten we kijken hoe we met al die mensen die zich willen inzetten voor de kwetsbare ouderen in onze samenleving het efficiënter kunnen organiseren. Bijvoorbeeld door vastgoed anders in te richten en doelgroepen te mixen.’

Nieuw zorgvastgoed als oplossing voor de uitdagingen in de zorg?
‘Nee, we moeten geen nieuw zorgvastgoed bouwen, maar vastgoed waarin heel goed kan worden geleefd en zo nodig zorg verleend. We moeten woonomgevingen creëren die de zelfredzaamheid van mensen ondersteunt en het liefst zelfs een beetje uitbreidt. Omgevingen waar mensen elkaar helpen en naar elkaar omkijken. Als we dat op een goede manier organiseren, dan kunnen we met de huidige aantallen zorgmedewerkers meer mensen bedienen.’

Met een andere bril naar het vastgoed kijken dus?
‘Ja, daarin ligt volgens mij een deel van de oplossing. We hebben decennia lang specifiek zorgvastgoed gebouwd, instellingen en verpleeghuizen. Maar als we op die manier doorgaan weten we zeker dat de boel vastloopt. We hebben echt behoefte aan nieuwe woonvormen tussen thuis wonen en het verpleeghuis in. Lange tijd leek het alsof we maar twee smaken hadden: thuis wonen of het verpleeghuis. Daar komt gelukkig verandering in met nieuwe woonvormen zoals de knarrenhofjes. Dat zijn mooie initiatieven, maar vaak kleinschalig. Met de vergrijzing die op ons afkomt zullen we dit grootschaliger moeten organiseren.’

‘We moeten geen zorgvastgoed bouwen, maar vastgoed waarin je heel goed zorg kunt verlenen’

Hoe ziet u dat voor zich?
‘Zorgorganisaties zullen vaker en meer de samenwerking moeten zoeken met woningcorporaties en andere partijen. We moeten heel bewust kijken naar kansen van mengvormen. Naar wooncomplexen waar mensen met en zonder zorgvraag samenwonen. Plekken waar jong en oud elkaar ondersteunt. Jarenlang heeft de verzorgingsstaat de zorg bij mensen uit handen genomen, maar die tijd ligt achter ons. We stappen door naar een nieuwe tijd met elementen van voor de verzorgingsstaat. De tijd waarin buren, vrienden en familie elkaar hielpen en ondersteunden. Die samenredzaamheid en wederkerigheid zullen weer normaal worden.’

Wat betekent dit voor het vastgoed?
‘We moeten de komende jaren inzetten op flexibel vastgoed dat we ook anders in kunnen zetten. Als je bedenkt dat de piek in de vergrijzing korter duurt dan de levensduur van het vastgoed, dan is het beter om te bouwen voor meerdere toepassingen. Wonen en leven moeten hierbij de basis zijn. Om in deze woningen goede zorg te kunnen leveren, zullen we meer gebruik gaan maken van technologie, van domotica en zorg-apps. Dat kan ons helpen om de transitie te maken. Daarnaast denk ik dat we ook naar de inrichting van de buitenruimte moeten kijken. We moeten de wandeling naar de supermarkt en de apotheek veiliger maken voor ouderen. En we moeten ze met mooie wandelroutes en meer groen verleiden naar buiten te gaan.’

Eerst zullen we ze moeten verleiden om te verhuizen, want er wonen nu nog veel ouderen in eengezinswoningen. Hoe kunnen we dat versnellen?
‘Die verhuizing stimuleren is inderdaad heel belangrijk, ook voor de doorstroming op de woningmarkt. Maar ik zie het niet als taak voor zorgorganisaties om dat aan te zwengelen. Dat is meer een maatschappelijk vraagstuk waar we met z’n allen over na moeten denken. We zien nu helaas dat ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, totdat het niet meer gaat. Een verhuizing wordt dan een negatieve keuze. Terwijl als ze eerder die verhuisbeweging maken, ze veel makkelijker een nieuw sociaal netwerk kunnen opbouwen, met alle voordelen van dien. Wellicht kunnen we meer verhuizingen op gang brengen door ouderen mooie en inclusieve woonvormen te bieden.’

‘Wanneer we ouderen kunnen verleiden eerder te verhuizen hoeft verhuizen geen negatieve keuze te zijn’

Inclusiviteit als basis voor nieuw vastgoed?
‘Inclusiviteit is een belangrijk thema, maar dat gaat verder dan het vastgoed. Dat moet een plek krijgen in de hele maatschappij. Je kunt hier uiteraard wel op sturen met vastgoed door doelgroepen te mixen en partijen samen te brengen. Al denk ik persoonlijk dat je van bovenaf niet te actief moet duwen op inclusiviteit. Het moet ook van onderaf spontaan tot stand komen. Het zal normaal worden om dingen voor elkaar te doen en elkaar te ondersteunen. Wij zien dat in onze regio, bij IJsselheem ook echt al gebeuren. Bij zeventig procent van onze cliënten is de familie actief in het zorgplan betrokken. We doen het écht samen. Daar ben ik best trots op.’

De komende jaren zal er nog flink bijgebouwd moeten worden voor ouderen terwijl de bouwkosten blijven stijgen. Is dat nog wel vol te houden?
‘Dat zorgt voor een lastige puzzel. Zeker omdat we ook nog een enorme verduurzamingsopgave hebben. Gelukkig wordt er door woningcorporaties steeds meer gebouwd voor ouderen. Zo is in IJsselmuiden woningcorporatie Beter Wonen heel actief op dat gebied. Zelf hebben we in Kampen een oude HBS opgekocht die we gaan ombouwen tot appartementen voor ouderen met een zorgbehoefte, met in de kap een andere, jongere doelgroep vanuit PGVZ. En ook vanuit de gemeenten is er veel aandacht voor dit thema. Samen met andere zorgpartijen hebben we onlangs input geleverd voor de woonzorgvisie van Kampen. Een belangrijk document. Want als de visie helder is en de doelstellingen vanuit de verschillende perspectieven duidelijk, dan kun je als partij je rol pakken daarin. Dat doen wij nu bijvoorbeeld met de transformatie van de HBS. Ik zie dan ook mooie kansen in samenwerking en kennisdeling. Maar dat de opgave voor goede ouderenhuisvesting groot is, dat is duidelijk.’

–––
Karin Leferink is sinds 2018 bestuursvoorzitter van IJsselheem. Hiervoor vervulde ze 26 jaar lang verschillende rollen in de zorg. Naast haar werk voor IJsselheem is ze onder meer lid van de kwaliteitscommissie van de vereniging van bestuurders in de zorg en lid van de Stuurgroep Programma APV.