Woonzorg Nederland heeft vijf verschillende woonvormen ontwikkeld om mensen een écht goed alternatief op de huidige woning te bieden en vereenzaming te voorkomen.
Met de snel vergrijzende bevolking, het verdwijnen van de verzorgingstehuizen en het tekort aan geschikte zorg staat ouderenhuisvester Woonzorg Nederland voor flinke uitdagingen. Om ervoor te zorgen dat huurders langer zelfstandig kunnen wonen in een context die past bij hun woonwensen bedacht de corporatie vijf innovatieve woonvormen.
Je hoort het volgens Willemijn Souren, adviseur Strategie & Innovatie en formulemanager bij Woonzorg Nederland, op steeds meer plekken: dé senior bestaat niet.
‘Iedereen heeft andere woonwensen en ideeën over hoe hij of zij wil wonen. De één wil graag in de stad wonen, de ander liever in een dorp. De één alleen met gelijkgestemden, de ander in gemengde complexen. Daarom zijn we een aantal jaren geleden met formules begonnen gebaseerd op leefstijl. Dat hebben we omgebouwd naar woonvormen die uitgaan van de levensfase waarin mensen zitten en hun wensen over hoe ze willen samenwonen.’
Ouderenhuisvesting
Woonzorg Nederland is gespecialiseerd in ouderenhuisvesting en ziet enorme problemen op zich afkomen; het tekort aan seniorenwoningen neemt jaarlijks met 20.000 toe. In 2040 zijn er in Nederland naar verwachting 4,7 miljoen 65-plussers, waarvan 1,5 miljoen 85-plussers. Aangezien het aantal alleenstaanden enorm stijgt, moet worden nagedacht over het voorkomen van vereenzaming. De zorgvraag gaat uiteraard ook stijgen.
Souren: ‘Nu werkt één op de zes, zeven mensen in de zorg, straks zou dat één op de drie moeten zijn. Dat is natuurlijk onhaalbaar.’ Het verbaast haar dat niet iedereen met dit onderwerp bezig is. ‘Wij zien onze huurders alleen maar ouder worden. Waar ze voorheen verhuisden naar verzorg- en verpleeghuizen, blijven ze steeds langer bij ons. Dat geldt ook voor andere corporaties. Wij zien dat het soms precair wordt, omdat mensen gaan dwalen of meer zorg nodig hebben.’
Differentiatie
Meer differentiatie in de woonwensen vraagt om differentiatie in het woonaanbod. Woonzorg Nederland heeft vijf verschillende woonvormen ontwikkeld om mensen een écht goed alternatief op de huidige woning te bieden en vereenzaming te voorkomen. Alle complexen voldoen aan een aantal basisvoorwaarden. Er moeten bijvoorbeeld bepaalde faciliteiten op ‘rollatorafstand’ zijn, zoals openbaar vervoer en de drie A’s: de Aldi (of de Albert Heijn), de arts en de apotheek. ‘In al onze complexen is een bewonersconsulent actief, die naast verhuurtaken ook sociale taken heeft.’ Daarnaast is een ontmoetingsruimte belangrijk.
Woonzorg Nederland is druk bezig met het ontwikkelen van het eerste complex in de formule Stadsveteraan. ‘We geven huurders meer zeggenschap. Zij gaan samen de ruimtes beheren en bepalen wat er in die ruimtes gebeurt en hopelijk ontstaat er zo een gemeenschap. Daarnaast geven we huurders ook meer zeggenschap over wie er bij hen komt wonen.’
‘Een seniorenwoning is gemiddeld 20 duizend euro duurder in ontwikkeling en bouw dan een reguliere woning’
Voor de toelatingsprocedure moet een transparante methode worden ontwikkeld. Woonzorg Nederland werkt daar nu aan met een kopgroep van mensen die in het complex komen wonen. ‘Daarbij is het belangrijk dat er niet allemaal dezelfde mensen komen wonen of dat er vriendjespolitiek ontstaat. Je wilt dat er een goede verhouding is tussen wat je met een lelijke term vragers en dragers noemt. Dus een gemengde groep met actieve mensen die nog dingen kunnen en willen organiseren en mensen die net wat meer ondersteuning nodig hebben en opleven door de activiteiten.’
Langer thuis
Naar elkaar omzien is heel belangrijk in dit gebouw en dat is niet voor iedereen weggelegd. De woningen zijn wat kleiner, er zijn veel gedeelde ruimtes. Ook mensen van eind 50, begin 60 blijken geïnteresseerd te zijn. ‘Mensen waarvan je het niet zou verwachten, maar die graag willen samenwonen, bijvoorbeeld omdat ze voorzien dat ze in de toekomst eenzaam worden.’ Die interesse is volgens Souren verstandig. ‘Als je jong verhuist, kun je je netwerk nog onderhouden en verder opbouwen.’
Tijdens Rutte II werd besloten dat ouderen langer thuis moeten blijven wonen en verzorgingshuizen moesten sluiten. Deze complexen moesten een nieuwe bestemming krijgen. Daar kwam soms een woonvorm uit die op andere plekken ook goed zou kunnen werken. Zoals het Hofje van Auguste, een kleinschalige woonvorm voor mensen met dementie. Bewoners hebben maximale bewegingsvrijheid, gecombineerd met deskundige begeleiding. Woonzorg Nederland heeft er inmiddels twee gerealiseerd in oude verzorgingshuizen waarin een etage is omgebouwd. Hier wordt samengewerkt met een zorgorganisatie die de zorg verleent.
Een ander voorbeeld is het Blokkerhuis, dat ontstond toen het verzorgingshuis in het dorp Blokker verdween. Dat was een uitdaging. Vooral ook voor de aanleunwoningen ernaast. ‘We hebben op heel veel plekken gezien dat huurders ineens nergens meer tegen aanleunden, terwijl ze daar gingen wonen met het oog op een mogelijke toekomstige zorgvraag. Dat is wel een motivatie geweest om andere invullingen te zoeken.’
Zo ook in Blokker, waar Woonzorg Nederland huurders en dorpelingen vroeg wat zij belangrijk vonden. ‘Het dorp wilde dat er een centrale ruimte kwam voor ouderen uit het dorp die in contact willen blijven met de samenleving. Uiteindelijk hebben we van twee verzorgingshuisappartementen één tweekamerappartement van 50 vierkante meter gemaakt. De oude recreatieruimte is nu een ‘huis van de buurt’, waar schoolkinderen komen, een sportruimte is en op dringend verzoek een biljartruimte. Het mooie is dat de oude vrijwilligers van het verzorgingshuis de basis vormden van waaruit het buurtcentrum opgericht is.’
Voordeur
Voor de echte vergrijsde dorpen, waar het verzorgingstehuis het laatste bastion is wat verdwijnt, heeft Woonzorg Nederland het concept de Dorpsveteraan ontwikkeld. ‘Op veel plekken stonden bij het verdwijnen van het verzorgingstehuis dorpsbewoners op die zeiden: laat ons het maar doen. In zo’n dorpscoöperatie zitten ook jongeren die graag willen dat ouderen tot aan het einde van hun leven in het dorp kunnen blijven wonen. Mede door corona is het lastig gebleken dit soort initiatieven overeind te houden. We zijn aan het herbezinnen wat we met dit concept willen.’
Willemijn Souren: ‘Wij richten ons steeds meer op de vraag: hoe kun je die zware zorg faciliteren’
De gemiddelde leeftijd van de huurders van de corporatie stijgt richting de 80-plus. Komt er een moment waarop ze mensen niet meer kunnen huisvesten? Dat is een dilemma. ‘Woonzorg Nederland verhuurt de woning en verleent geen zorg, wij komen in principe niet achter de voordeur. Onze bewonersconsulenten zien het als het niet goed gaat met iemand, maar zij kunnen hooguit familie en bekenden waarschuwen.’
Bij de woonvorm G’oud Geregeld kunnen huurders blijven wonen als ze een zware, wat complexere zorgvraag hebben. ‘Daar maken we afspraken over met een zorgorganisatie. Als er al een zorgteam in een zorgcomplex actief is dat zorg verleent, is het gemakkelijker om in contact te komen met mensen die nog geen zorg vragen maar dat wel nodig hebben. Wij richten ons steeds meer op de vraag: hoe kun je die zware zorg faciliteren in je gebouwen en zorgen dat je dat ook aan je bewoners kunt aanbieden.’
Betaalbaarheid
Mensen met een inkomen tot de grens van passend toewijzen kunnen in minimaal 70 procent van de sociale huurvoorraad van Woonzorg Nederland terecht, dat gaat om huren onder de 763,47 euro. ‘We zien bij mensen die net niet in aanmerking komen voor sociale verhuur ook schrijnende gevallen. Dus wij breiden het aantal middenhuurwoningen de komende jaren uit. Het liefst maak je een mix van sociale- en middenhuur.’
Het is een enorme uitdaging om de huren betaalbaar te houden. ‘Een seniorenwoning is gemiddeld zo’n 20 duizend euro duurder in ontwikkeling en bouw dan een reguliere woning.’ Alles wordt zo gebouwd dat er zorg kan worden verleend, dus de badkamers zijn groter en de deurposten zijn breder zodat men er met een rollator of een rolstoel uit de voeten kan. Er zijn bredere gangen, de centrale hallen zijn wat breder, er moeten voldoende liften zijn, plek voor de scootmobiels en ruimte voor ontmoeting.
Om de zorg betaalbaar te houden wordt er ingezet op meer zware zorg thuis. Daarop zullen woningen aangepast moeten worden. ‘We zijn met het ministerie in overleg om het voor corporaties haalbaar en betaalbaar te houden om dergelijke woningen te kunnen blijven ontwikkelen.’