Zorg onder druk: keuzes noodzakelijk

| Door Dieuwke van Vuure

Nederlanders gebruiken steeds meer en duurdere zorg en dat kost dat de burger steeds meer geld. De Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid adviseert om op een andere manier zorgbeleid te maken.

Nederlanders gebruiken steeds meer en duurdere zorg. Als dat zo doorgaat, kost dat de burger over veertig jaar bijna drie keer zo veel als nu. En dan moet één op de drie mensen in de zorg werken, vergeleken met één op de zeven nu. We moeten dan bijna onze hele welvaartsgroei inzetten voor de stijgende zorgkosten. Dat vraagt steeds meer solidariteit van burgers. En gaat ten koste van andere maatschappelijke doelen, zoals goed onderwijs. Ook daarvoor zijn immers mensen en middelen nodig. Bovendien leidt de toenemende zorgvraag nu al tot negatieve effecten. Zo zijn er forse personeelstekorten in de zorg. En hoewel grote delen van onze zorg goed functioneren, staan in sommige sectoren de kwaliteit en toegankelijkheid onder druk. Dat leidt tot onrust in de samenleving. Kortom, de financiële, personele en maatschappelijke grenzen komen in zicht.

Op peil én in balans
Daarom adviseert de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) de regering om op een andere manier zorgbeleid te maken. En om zich actiever op te stellen. Grenzen aan financiële middelen, mensen en maatschappelijk draagvlak maken dit onvermijdelijk. De WRR noemt dat financiële, personele en maatschappelijke houdbaarheid. De zorg is alleen houdbaar als deze drie aspecten op peil én in balans met elkaar zijn. Alleen dan kan de zorg de kwaliteit en toegankelijkheid bieden die de samenleving verwacht.

Kwetsbare sectoren
Daarvoor zijn scherpe inhoudelijke keuzes nodig. De politiek moet dus prioriteiten stellen. Dat is een voorwaarde voor goede en toegankelijke zorg voor iedereen. Alleen efficiënter werken volstaat niet meer. Dat recept is uitgewerkt, schrijft de Raad in zijn rapport ‘Kiezen voor houdbaarheid. Mensen, middelen en maatschappelijk draagvlak‘. Het accent van zorgbeleid ligt nu echter te vaak op de financiële houdbaarheid alleen. Mede daardoor zijn in kwetsbare sectoren van de zorg – zoals delen van de geestelijke gezondheidszorg en de jeugdzorg – kwaliteit en toegankelijkheid zwaar onder de maat geraakt. We moeten beter kiezen waar onze prioriteiten in de zorg liggen. Die keuzes moeten gericht zijn op verbetering van de (gezonde) levensverwachting, op versterking van kwaliteit en toegankelijkheid en op de balans tussen mensen, middelen en maatschappelijk draagvlak.

Toenemende schaarste
De Raad komt met een aantal aanbevelingen voor politiek, zorgveld en samenleving die geen uitstel dulden. Zo moet de samenleving worden voorbereid op toenemende schaarste in de zorg en de noodzaak van keuzes. Vereiste daarbij is dat de stem van de burger wordt gehoord. Verder moet de politiek weer greep op de zorguitgaven krijgen. Dat betekent dat deze behandeld moeten worden net zoals andere overheidsuitgaven. Groei van zorg mag geen automatisme blijven. De politiek is ook aan zet om preventie vanuit alle departementen een vooraanstaande rol te laten spelen.
Dat kan zorg voorkomen en draagt bij aan verbetering van (gezonde) levensverwachting. Bij de inzet op preventie mag een verplichtende aanpak gericht op brede gezondheid niet uit de weg worden gegaan. De Raad adviseert ook beter af te bakenen welk deel van de zorg uit publieke middelen moet worden betaald. Dat vereist dat we beter onderzoeken welke vormen van de zorg goed werken en welke niet. En het vereist een heldere rolverdeling tussen politiek, toezichthouders en zorginkopers.