Rekenen met restwaarde stimuleert de circulaire bouw

| Door Ivo van der Hoeven

Circulair bouwen wordt pas mainstream als het een businesscase is. De sleutel hierbij is rekenen met restwaarde, zo betogen Jan Willem van Kasteel en Jim Teunizen tijdens het Circulair Vastgoed Congres 2023.

De groeiende schaarste aan grondstoffen en bouwproducten vraagt om een nieuw economisch waardesysteem. Een systeem waarbij alle producten in de bebouwde omgeving een bepaalde restwaarde vertegenwoordigen. Dit stimuleert het gebruik van hoogwaardige duurzame producten en zal op termijn leiden tot grootschalig hergebruik van bouwmaterialen. Het begint echter allemaal met rekenen met restwaarde. Hoe dat in z’n werk gaat, vertellen Jan Willem van Kasteel, ICS adviseur en Jim Teunizen, directeur van Alba Concepts, tijdens het Circulair Vastgoed Congres van IVVD op 28 juni.

Jan Willem van Kasteel

Building Circularity Index
Van Kasteel: ‘We willen mensen tijdens onze presentatie meenemen in het rekenen met restwaarde. We laten zien hoe circulaire restwaarde in financiële zin vertaald kan worden naar projecten en hoe dat in de boekhouding kan worden opgenomen. Ik leg uit hoe hier in de financieringslasten rekening mee gehouden kan worden en Jim zal ingaan op de methodiek die Alba Concepts hiervoor heeft ontwikkeld: de Building Circularity Index, ofwel de BCI.’

Circulair bouwen vraagt om een meerinvestering die zich op termijn terugverdient, stelt Van Kasteel. ‘Als je bepaalde restwaarde niet hoeft af te schrijven, verlaag je de jaarlasten. Daarmee creëer je ruimte om aan de voorkant extra te investeren in circulariteit en duurzaamheid. Aan het eind van de rit kan die restwaarde verzilverd worden als materialen uit een gebouw gehaald kunnen worden voor hergebruik. Maar dat vraagt wel om een goede langetermijnvisie met een focus op hoogwaardige duurzame producten en losmaakbaarheid.’

Pioniersgeest
Opdrachtgevers hebben volgens Van Kasteel de verantwoordelijkheid om circulair bouwen meer mainstream te maken. ‘In 2050 mogen we nog maar 10% primaire grondstoffen gebruiken bij bouwprojecten. We zullen dan veel meer met secundaire grondstoffen moeten werken, met bestaande materialen. Die materialen moeten dan uiteraard wel voorhanden zijn. Daarom is het zaak om nu gebouwen te ontwerpen die demontabel zijn. Gebouwen met duurzame, losmaakbare materialen die een hoge waarde vertegenwoordigen. Als we nu goede voorbeelden creëren, kan circulair bouwen gemeengoed worden. Maar dat vraagt wel om een bepaalde pioniersgeest bij opdrachtgevers.’

Rekenen met restwaarde is een relatief nieuw fenomeen en garanties kunnen nog niet gegeven worden, weet ook Van Kasteel. Toch kunnen we hier volgens hem niet langer omheen. ‘Er gaat de komende jaren veel meer gestuurd worden op de uitgangspunten van CB’23, op losmaakbaarheid en het verdisconteren van milieuschade in bouwprijzen. Dat heeft grote gevolgen voor de manier waarop we naar bouwprojecten kijken. Investeringen in duurzaamheid en circulariteit betalen zich op termijn dubbel en dwars uit, daar ben ik van overtuigd.’

Vooruitkijken
Om het rekenen met restwaarde verder door te ontwikkelen hebben we volgens Van Kasteel de denkkracht nodig van de wereld van de accountancy. ‘We moeten voortaan met accountants vooruitkijken in plaats van terugkijken. We moeten beweging creëren, ondanks het gebrek aan zekerheden en garanties. Alleen op die manier krijgen we de circulaire bouweconomie van de grond.’

Tijdens het Circulair Vastgoed Congres op 28 juni delen acht experts hun visie en kennis op het gebied van circulair bouwen. Het volledige programma is te vinden op de website van IVVD.