Standaardisatie van scholenbouw

| Door Odette Koldewey

Ronde Tafel Gesprek : Wat verstaan we onder standaardisatie van scholenbouw, waarom willen we standaardiseren en wat betekent dat voor de opdrachtgever?

scholenbouw
Van links naar rechts: Reimar von Meding, algemeen directeur/architect KAW, Wouter Kersten, projectleider Platform31 en Ferdie van de Winkel, kennisexpert Ruimte OK

In de IVVD-studio zijn vertegenwoordigers van verschillende partijen samengekomen voor een rondetafelgesprek over standaardisatie scholenbouw, te weten Reimar von Meding, algemeen directeur/architect KAW, Wouter Kersten, projectleider Platform31, en Ferdie van de Winkel, kennisexpert Ruimte OK.

Wat verstaan we onder standaardisatie?
Wouter: ‘Daarin heb je twee hoofdcategorieën. Eén is techniek, de bouwtechnische aspecten, en twee is het proces. Je kan bouwtechnisch dingen standaardiseren, maar je kan ook in processtappen denken.’

Ferdie: ‘Standaardisatie is optimalisatie van hoe we scholen ontwerpen, realiseren, onderhouden, gebruiken en hergebruiken. Het gaat daarbij om proces- en productstandaardisatie, zodat je dat niet alleen bij één school kunt inzetten, maar over meerdere scholen kunt uitrollen.’

Reimar von Meding: ‘Ik denk dat er twee motieven voor standaardisatie zijn: voorkomen van faalkosten en betere scholen’

Reimar: ‘Ik denk dat we over standaardisatie praten omdat we niet het wiel steeds opnieuw willen uitvinden, maar tijd en energie willen steken in hoe de spullen die we maken beter worden. Het gaat daarbij over het proces en het gaat over de middelen, de bouwonderdelen.’

Wouter: ‘Bij standaardisatie gaat het om efficiëntie aan de ene kant en relevantie aan de andere kant. Efficiëntie heeft te maken met dat we niet constant dezelfde dingen doen en dezelfde fouten maken. Relevantie is dat gedeelte waar een schoolbestuur zelf invloed op wil hebben om de belangrijkste aspecten van de eigen identiteit niet onder te laten sneeuwen. Bij standaardisatie moet je waken voor het maximaliseren van efficiëntie, als dat ten koste gaat van de relevantie voor de school. Je moet en kan het combineren, denk aan een 80-20 of 90-10 verhouding.’

Masterclass Standaardisatie Scholenbouw

Standaardisatie alleen over nieuwbouw?
Ferdie: ‘Het gaat om zowel nieuwbouw als renovatie. Ik denk dat bij nieuwbouw standaardisatie wat makkelijker is. Bij renovatie zit je per definitie met een bestaande situatie. Dan is het vooral de kunst hoe je toch bepaalde componenten, bouwdelen, kunt standaardiseren.’

Reimar: ‘Als je bij renovatie kijkt naar wat heb ik nu eigenlijk aan scholen, zul je zien dat je een gerichte aanpak voor bepaalde type scholen kan ontwikkelen. Heel grof heb je een aantal monumentale scholen, je hebt de scholen uit de twintiger en dertiger jaren, je hebt een enorme batch aan naoorlogse scholen die eigenlijk allemaal hetzelfde opgebouwd zijn en dan de scholen die vanaf de tachtiger jaren gebouwd zijn die ook veel gelijkenissen hebben.’

Wouter: ‘Als je die typologie goed weet te krijgen, dan kan je slagen maken. Dan kan je arrangementen, een soort van catalogus, ontwikkelen voor verschillende situaties. Je creëert zo meer overzicht zonder dat je doods versimpelt.’

Ferdie van de Winkel: ‘Het gaat om de output, niet om de gekozen oplossing’

Ferdie: ‘De onderwijskundige inpassing moet je altijd bewaken en borgen. Er moet het vertrouwen zijn dat je schoolgebouwen blijft realiseren waarmee het primaire proces optimaal wordt ondersteund. Op het moment dat je dat weet te realiseren, dan denk ik dat er een grote bereidheid is bij schoolbesturen en ook bij gemeenten om de stap naar standaardisatie te zetten. ‘

Waarom standaardiseren?
Wouter: Ik denk dat het vooral vanuit grote schoolbesturen met meer dan tien scholen en gemeenten met veel scholen komt. Je wil niet constant het wiel weer uitvinden. Je wil een mate van efficiëntie in het proces brengen, zodat het tegen uiteindelijk lagere totale kosten kan. Dat zou een van de drijfveren voor standaardisatie kunnen zijn.’

Reimar: ‘Ik denk dat er twee motieven voor standaardisatie zijn: voorkomen van faalkosten en betere scholen. Het eerste is dat wat je maakt goed willen maken zonder dat je steeds weer met faalkosten en het opnieuw inrichten van het proces te maken hebt. Dat is een belangrijke drijfveer om tot betaalbare scholen te komen. Het tweede is dat het gewoon beter wordt. Waar we ook komen, wordt alles op maat gemaakt. De problemen met ventilatie, koeling en geluid in een klas zijn echter steeds hetzelfde. Dat wil je toch een keer opgelost hebben. Die twee dingen, het betaalbaar voor elkaar krijgen en tot een hogere kwaliteit komen, zijn de belangrijkste doelen voor standaardisatie.’

Ferdie: ‘We zitten ook met een grote opgave. Het gebouwenbestand is behoorlijk verouderd. We hebben een inhaalslag te maken. Ook de verduurzaming en dergelijke moeten ingepast worden en het binnenklimaat blijft een issue. Het wordt dermate complex dat je per definitie een vorm van standaardisatie nodig hebt om het overzichtelijk te houden, om het betaalbaar te houden en de faalkosten zo klein mogelijk te houden.’

Wouter Kersten: ‘Bij standaardisatie moet je waken voor het maximaliseren van efficiëntie als dat ten koste gaat van de relevantie voor de school’

Reimar: ‘De urgentie is best wel groot. Als je nieuwbouw en renovatie bij elkaar neemt, moet je om aan alle doelen te voldoen 2 á 3 scholen per dag realiseren. Dat is een flinke stroom die er eigenlijk is, maar die nog niet aangeboden wordt, omdat de oplossingen er niet voor aangeleverd worden. Op zich is dat al voldoende reden voor standaardisatie om die stroom wél op gang te brengen.’

Wat betekent dat voor de opdrachtgever?
Wouter: ‘Uiteindelijk zal die geïnteresseerd zijn in een goed functionerend schoolgebouw tegen acceptabele kosten. Het gaat, zoals eerder al aangegeven, om efficiëntie aan de ene kant en relevantie aan de andere kant. Het moet niet 100% eigen identiteit zijn. Een 100% maatwerkschool moet je ook niet willen. De school, maar ook de gemeente, zullen genoemde dimensies helder voor ogen moeten hebben en zich ervan bewust zijn dat nieuwbouw of renovatie een afweging is tussen efficiëntie en relevantie. Als dat het geval is, dan kom je er wel uit.’

Reimar: ‘Voor veel scholen is nieuwbouw of renovatie vaak een eenmalige, bijzondere gebeurtenis. Iedere school gaat zich dan inwerken, inlezen en voorbereiden. Het voelt dan voor de school alsof zij met iets heel bijzonders bezig zijn. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Bij ieder schoolproces dat wij doorlopen, gebeurt er iedere keer weer exact hetzelfde. Er zijn eigenlijk helemaal geen verschillen. Als het aankomt op de identiteit van een bepaalde school worden er op dat terrein ook nauwelijks concessies gedaan. De identiteit van een school zit niet in hoe de palen de grond in gaan of hoe dik de isolatie op de muren is. Schoolbesturen hebben vooral interesse in de eigen identiteit: of het een vriendelijke school is, of de mensen zich welkom voelen en of er een goede verbinding is met de wijk. Je kunt verder ook niet zoveel verkeerd doen als je weet hoe je een school moet maken. Het zit er voor ons vooral in hoe je slimme oplossingen met elkaar combineert.’

Ferdie: ‘Ik denk ook dat opdrachtgeverschap een andere invulling krijgt. Wat je nu vooral ziet is dat er gestuurd wordt op de input, het maken van een Programma van Eisen, hoe zorg je dat de onderwijsvisie, het onderwijsconcept en uiteindelijk het huisvestingconcept allemaal goed vormgegeven worden in het schoolgebouw met de daarbij behorende technisch invulling. Je moet juist meer gaan sturen op de output. Dus niet wat voor type ventilatiesysteem er in het schoolgebouw moet komen, maar gewoon de schone lucht definiëren die nodig is. Dan ben je meer prestatiegericht aan het denken. Het gaat om de output, niet om de gekozen oplossing.’

Videoweergave van het rondetafelgesprek

Masterclass Standaardisatie Scholenbouw