september 2021 15
Facility Management gelooft Van der Harst
sterk in het koppelen van gebouwgebonden
data aan facilitaire processen. ‘Voor onze klan-ten
ontwikkelen we steeds vaker integrale
platforms waarin alle gebouwgebonden data
samenkomen. Voorheen werd die informatie
verzameld in verschillende portalen, maar dat
is niet handig. Daardoor kun je geen dwars-verbanden
leggen. Door al die informatie bij
elkaar te brengen, kun je gebouwen veel slim-mer
aansturen. En dat willen meegeven aan
de studenten Facility Management van de
Haagse Hogeschool.’
Grip op omgeving
We moeten meer grip krijgen op onze ruim-telijke
omgeving als we alle duurzaamheids-doelstellingen
willen halen, daarvan is docent
Facility Management Rachel Kuijlenburg
overtuigd. ‘Met technologie kunnen we de
verduurzaming aanjagen en in de gebouwde
omgeving welzijn en circulariteit op een hoger
niveau brengen.’ Als voorbeeld noemt ze de
pilot die de Haagse Hogeschool komend
studiejaar gaat starten met data driven
schoonmaak. ‘In samenwerking met schoon-maakbedrijf
CSU gaan we op basis van data
een slimmer schoonmaakprogramma maken.
De data in ons dashboard worden hiervoor
gekoppeld met ons FMIS-systeem en dat
systeem wordt weer gekoppeld met een app
op de telefoon van de schoonmaker. Die kan
vervolgens op basis van data schoonmaken.
Hij neemt dan geen halfvolle vuilniszakken
meer mee en heeft veel beter inzicht in waar
de afvalproductie plaatsvindt. Zo verbruik je
minder schoonmaakmiddelen en zwengel je
de verduurzaming verder aan.’
Ook wil de Haagse Hogeschool met de data
uit het Living Lab een bijdrage leveren aan de
reductie van afval in het schoolgebouw. Kuij-lenburg:
‘Met onze slimme afvalbakken pro-beren
we het scheiden van afval te stimuleren,
maar dat zorgt wel voor een ruimtelijk vraag-stuk.
Onze afvalstraat is nog helemaal niet
toegerust op die scheiding van de afvalstro-men.
Bovendien blijkt scheiden in de praktijk
lastiger dan gedacht, mensen houden zich
helaas niet altijd aan de regels. We denken dan
ook dat we vooral moeten inzetten op refuse,
rethink en redesign en minder op recycle en
re-use. De gebouwgebonden data kunnen
hierbij een belangrijke rol spelen.’
Sturen op comfort
Ook het comfort in het gebouw kan volgens
Joosstens met de verkregen data worden
verbeterd. ‘Met de data kunnen we een ver-taalslag
maken naar het ruimtegebruik. We
kunnen zien hoe de bezetting van de lokalen is
en hoe hoog de temperatuur, de luchtvochtig-heid
en het CO2-gehalte. Zo kunnen we simpel
sturen op comfort en energieverbruik.’
Qua ruimtegebruik is er nog meer winst te
behalen, denkt Joosstens. ‘We kunnen het
roosterbureau koppelen aan het sensorsys-teem.
Dan hebben we real time inzicht in
het lokalengebruik. Dat is wel zo handig nu
we naar meer digitaal onderwijs toegaan en
lokalen vaker leegstaan. We kunnen ruimtes
daardoor anders inzetten en vierkante meters
afstoten, maar dan heb je wel data nodig om
daar goed op te kunnen sturen.’
Joosstens, Kuijlenburg en Van der Harst
zijn ervan overtuigd dat slimme gebouwen
de komende jaren een enorme vlucht gaan
nemen. Van der Harst: ‘Sensoren worden
steeds goedkoper en de informatie die je
daarmee ophaalt steeds waardevoller. Je kunt
daarmee sturen op je vastgoedstrategie, op
efficiëntere schoonmaak en op meer comfort.
Want duurzaamheid en comfort gaan prima
hand in hand als je ze verrijkt met een digi-tale
component. De facilitair manager gaat
hierbij een belangrijke rol spelen, dat heeft
de Haagse Hogeschool heel goed gezien.’ <
Sander van der
Harst: ‘Sensoren
worden steeds
goedkoper en
de informatie
die je daarmee
ophaalt steeds
waardevoller’
Rachel Kuijlen-burg:
‘Met onze
slimme afvalbak-ken
proberen
we het schei-den
van afval te
stimuleren’