VASTGOEDBEHEER | INTERVIEW JAN KAPPERS
CENTRALE VASTGOEDORGANISATIE IN GEMEENTELIJK VASTGOED
NEN 8026 basis voor verdere
We spreken met Jan Kappers, hoofd vastgoedbeheer a.i. bij de gemeente
Utrecht. Hij heeft een bijzonder rijke ervaring met vastgoedsturing en
assetmanagement bij vele gemeenten. Hoe staat het er nu voor bij gemeenten?
40 Vastgoedsturing #20
professionalisering
Wat zijn de ontwikkelingen en waar gaat het naar toe?
Hoe heb je de vastgoedorganisatie bij
gemeenten zien ontwikkelen?
‘De meeste vastgoedorganisaties bij gemeen-ten
zijn gegroeid vanuit een club die het
onderhoud van het vastgoed centraal
ging doen voor alle afdelingen binnen de
gemeente. Langzaam kwamen daar meer
taken bij. Je ziet dat het vastgoedmanage-ment
steeds integraler is geworden en dat
er functies als ‘assetmanager’ ontstaan. En
gelukkig leren gemeenten ook van elkaar. We
zoeken elkaar op, delen kennis en ervaring
en komen zo samen verder, je ziet echt een
gestage groei in professionaliteit. Over de
invulling van een centrale vastgoedorganisa-tie
bestaan nog wel uiteenlopende ideeën bij
gemeenten. Zo is de verantwoording voor al
het vastgoed nog niet overal centraal gere-geld
en daarmee afhankelijk van de program-ma’s
waar het betreffende vastgoed in zit.
Het kan zo maar voorkomen dat er drie of
vier wethouders over delen van de vastgoed-portefeuille
gaan. Het hebben van vastgoed
betekent ook de risico’s daarvan in beeld
hebben, beheersen en maatregelen treffen.
De centrale concerncontroller wil die risico’s
vaak het liefst centraal nemen. De centrale
vastgoedorganisatie kan daar echter ook heel
goed zelf over gaan. Vastgoed gaat echt over
vastgoed. Bij de integrale zorg voor en stu-ring
op vastgoed hoort wat mij betreft dus
ook het in beeld hebben van de risico’s en
deze afprijzen in de kostprijsdekkende huur.
Op het moment dat je risico’s loopt, moet
je deze binnen de exploitatie van het vast-goed
oplossen. Dat doe je door een goede
inschatting te maken van je onderhoud, een
verzekering af te sluiten of een leegstands-reservering
te maken bijvoorbeeld. Als je
dat goed doet, dan kan dat de gemeente
voordelen opleveren. Dat hoort bij je profes-sionaliteit
als vastgoedmanager binnen een
gemeente. Daar zijn goede voorbeelden van.’
Hoe ziet een centrale vastgoedorganisatie
er idealiter uit?
‘Een centrale vastgoedorganisatie moet
namens de gemeente de eigenaarsrol invul-len,
inclusief de plussen en minnen. Al het
vastgoed komt in één vastgoedexploita-tie
samen en daarbinnen worden de risi-co’s
opgevangen. De beleidskant van de
gemeente gaat over het accommodatiebe-leid
en waar subsidies beschikbaar voor zijn.
De centrale vastgoedorganisatie staat voor
het vastgoedbeleid en geeft aan wat kan,
wat niet kan en hoe omgegaan moet wor-den
met risico’s in de exploitatie. Ze moeten
heel goed snappen (en samen optrekken met
de beleidskant over) wat er gebeurt in een
gebouw. Daarbij hoort een heel goed begrip
van huurder(s) en focus op hun toegevoegde
waarde. Maar bottomline is dat je gewoon
een huurovereenkomst hebt en daarvoor sta
je aan de lat. Daarbij past een zakelijke bena-dering.
Vastgoed is vooral ook vooruitkijken.
Wat moet ik nu doen, wat over een aantal
jaren, wat zijn de risico’s en wat betekent dat
Jan Kappers: ‘Op het moment dat je risico’s
loopt, moet je deze binnen de exploitatie
van het vastgoed oplossen’
Foto Maarten Corbijn