Warmtewet – een hot topic
aan de royale kant. Nu wordt die rege-ling
ook versoberd, maar of die aanpas-sing
doorwerkt in bestaande contracten
hangt weer af van het contract.
Ten tweede is het de vraag of een verhuur-der
met een aparte Energie BV ook van
de nieuwe regeling gebruik kan maken. De
wet zegt er niets over, maar Aedes is vrij
stellig: ja, dat kan. Ook uit uitlatingen van
de minister valt dit af te leiden. De vraag
is echter of dat juist is: de minister lijkt er
namelijk vanuit te gaan dat de Energie BV
slechts ‘beheerder’ is van de installatie,
maar niet de leverancier, zodat de corpo-ratie
zelf verantwoordelijk blijft voor de
warmtelevering. Veel vaker, zo niet altijd,
is de Energie BV echter zelf de leveran-cier.
Deze leverancier is niet gebonden
aan het huurrecht en blijft dus naar mijn
mening gewoon onder de Warmtewet
vallen. Ook dat noopt dus tot het maken
van nieuwe afspraken, waarbij de Energie
BV, opgericht vanwege de inwerkingtre-ding
van de Warmtewet, nu waarschijn-lijk
weer beter zou kunnen verdwijnen.
Voor leveranciers die onder de Warmte-wet
blijven vallen verandert ook het een en
ander. Zo wordt de compensatieregeling
beperkt en wordt de maximumprijs gedif-ferentieerd,
waarbij hoogwaardige warmte
een hogere maximumprijs krijgt dan laag-waardige
warmte (zoals bij bronwarmte,
waarbij de temperatuur veelal 11-12 graden
Celsius is en de warmte via een individuele
warmtepomp/booster wordt geüpgraded.
Voorlopig blijft de warmteprijs nog wel
gekoppeld aan de gasprijs, maar met die
differentiatie wordt bereikt dat kosten die
de verbruiker zelf moet maken, zoals voor
elektriciteit van zijn warmtepomp, ook in de
prijs betrokken worden. Die laatste aanpas-sing
gaat echter pas per 1 januari 2020 in.
juni 2019 7
Op 6 maart 2018 werd door de Tweede
Kamer het wetsvoorstel Herziening Warm-tewet
aangenomen. Een noodzakelijke
(tussen)stap naar een goede en toekomst-bestendige
regulering van de warmtemarkt.
De Warmtewet was aanvankelijk bedoeld
om stadsverwarmingsnetten te reguleren,
maar VvE’s met een collectieve ketel, WKO’s
en bronwarmtenetten bleken vervolgens
ook onder de reikwijdte te vallen. Ook de
volstrekt niet goed doordachte samenloop
met het huurrecht leidde tot veel kritiek. Na
‘informele aanpassingen’ komt er nu een
echte wijziging, hoewel zeker niet de laat-ste.
De Warmtewet 2.0 is al aangekondigd.
De meeste wijzigingen van het wetsvoor-stel
zijn per 1 juli 2019 van kracht. Belang-rijkste
aanpassing is dat een verhuurder
die ook warmte levert aan zijn huurders
niet langer onder de Warmtewet valt,
maar alleen onder het huurrecht. Dat
betekent: een aparte leveringsovereen-komst,
geen maximumprijs en geen com-pensatieregeling.
Afrekening kan weer
gewoon, net als voor 2014, via ‘de service-kosten’
of inmiddels de nutsvoorzienin-gen
met een individuele meter. Dus tegen
‘redelijke kosten’, waarbij toetsing kan
plaatsvinden door de huurcommissie.
Toch zijn er bij wetswijzigingen altijd een
aantal bananenschillen. Zo heeft de wijzi-ging
in beginsel geen invloed op lopende
contracten. Is dus met een huurder een
aparte leveringsovereenkomst afgeslo-ten,
dan blijft deze bestaan. De sugges-tie
van de minister van EZK is om deze
overeenkomsten ‘in overleg’ te beëindi-gen,
maar het is ernstig de vraag waarom
een huurder daarmee zou instemmen.
Met name voor storingsgevoelige instal-laties
is de compensatieregeling immers
COLUMN
Zijlma is
Jesse advocaat bij Barents-
Krans en hoofd van
de sectie vastgoed.
Gespecialiseerd in
juridische aspecten
van duurzame ener-gie,
van zonnepark tot
verduurzaming van
vastgoed.
Benieuwd naar de
overige wijzigingen?
Scan de QR-code
voor een workshop
over dit onderwerp.
Of ga direkt naar
ivvd.nl/agenda