juni 2020 13
minder uitdagingen. ‘Dat gebouw stamt uit
1958, een tijd dat er heel anders gebouwd
werd. Het gebouw van 17.000 vierkante meter
bevat veel asbest en de binnendeuren en pla-fondplaten
die we daar uithalen hebben echt
geen toekomstwaarde meer’, stelt Van Iersel.
‘We hebben deze sloop wel circulair aanbe-steed,
maar het gaat bij dit project meer om
de asbeststrategie dan om de circulariteit.’
Werkgroep stof
Toch wacht ook bij fase 2 van de sloop, die
door Oranje wordt verricht, een circulaire uit-daging.
Van Iersel: ‘We willen de kelder van
honderdvijftig bij twintig meter onder het
oude Dijkzigt ziekenhuis, behouden. Daar-mee
kunnen we omgerekend ongeveer 1.400
retourvluchten naar New York besparen qua
CO2-uitstoot.’ Het is volgens Van Iersel nog
niet honderd procent zeker of dit gaat lukken
aangezien het technisch een lastige opgave
is. ‘De ambitie is goed, maar we moeten dit
proces wel zorgvuldig doorlopen. Heeft die
kelder voor ons meerwaarde en wat willen we
er precies mee? Daar moeten we goed over
nadenken, want als we hem nu niet weghalen,
dan ligt ie daar de komende vijftig jaar nog.’
Wat het sloopproces van fase 2 nog extra
spannend maakt, is dat het oude Dijkzigt zie-kenhuis
slechts 20 tot 25 meter van het nieuwe
ziekenhuis af staat. ‘Veiligheid van onze kwets-bare
patiënten is onze eerste prioriteit’, stelt
Van Iersel. ‘De sloop moet dus heel zorgvul-dig
gebeuren, want in bouwstoffen zitten
veel schimmels, en dat is heel gevaarlijk voor
mensen met een lage weerstand. Daar moeten
we extra alert op zijn. We hebben daarom een
werkgroep stof opgericht om zich daarover
te buigen en hebben de aannemer gevraagd
daar extra maatrelen voor te treffen.’
Circulaire bril
Ook de continuïteit van de zorg moet gewaar-borgd
worden. De sloop mag immers geen
negatief effect hebben op volgende projecten
en programma’s. ‘Je hebt echt tijd nodig om
alles duidelijk op papier te krijgen. Zo hebben
we op aanraden van Synarchis ook de flora-
en faunazaken in kaart gebracht. Tijdrovende
trajecten, maar je wilt geen vertraging oplo-pen
omdat er vleermuizen of slechtvalken in
het slooppand zitten. Over dat soort zaken
moet je van tevoren goed nadenken.’
Als Van Iersel advies mag geven aan collega’s
die voor een sloopproject staan, dan springen
er twee zaken uit: ‘Neem de tijd. Zorg dat je
huishoudboekje op orde is en geef de aanne-mer
ook de tijd. Want hoe meer tijd de aan-nemer
krijgt, hoe beter het circulaire verhaal
eruit komt. En laat de circulaire handel aan de
markt over en ga niet zelf deals sluiten over
circulaire producten.’
Maar de belangrijkste les die Van Iersel mis-schien
wel geleerd heeft, is dat bouwpro-jecten
in het vervolg door een circulaire bril
bekeken moeten worden. ‘Dat is voor ons een
belangrijke volgende stap: circulair ontwerpen
en circulair en demontabel bouwen. Met dat
onderwerp gaan we bij het Erasmus MC nu
heel serieus aan de slag.’ ■