maart 2022 35
onderwijsinstellingen is dat alleen al een goede
reden om weer ruimte te bieden in onderwijs-gebouwen
en op campussen. Daarbij zal wel
kritisch gekeken moeten worden naar een
combinatie van hightech, no-tech en hybride.’
Den Heijer is er namelijk van overtuigd dat
no-tech heel belangrijk is voor de mentale
gezondheid van studenten en medewerkers.
‘Als we constant bezig zijn op onze scher-men
dan raken we overprikkeld. Met no-tech
zones kunnen we die overprikkeling tegen-gaan.
We hebben sfeervolle ruimtes nodig
waar we ons even kunnen terugtrekken zon-der
afleiding. Stilte is daarbij heel belangrijk.
Niet alleen op universiteitsterreinen maar in
het hele leven. Dat kun je prima combineren
met no-tech. Ook voor universiteiten ligt daar
een verantwoordelijkheid.’
No-tech zones
Deze stille gebieden of no-tech zones moe-ten
volgens Den Heijer bewust gefaciliteerd
worden. Er moeten plekken op de campus
gedefinieerd worden als technologie-arme
zones. ‘Zo’n plek is er natuurlijk al, de biblio-theek.
Daar zet je automatisch je telefoon uit.
Daar is stilte de belangrijkste kwaliteit. Het is
een ongeschreven regel dat het er stil is en
iedereen houdt zich daaraan. Daarom gaan
studenten ook zo graag naar de bibliotheek.’
Als het aan Den Heijer ligt komen er meer
stilteplekken op de campus. ‘Daar kun je in
tijd nog mee variëren. Dat bepaalde plekken
in examenperiodes worden aangewezen als
stilteplek bijvoorbeeld. Dat vraagt wel om
gedragsregels en handhaving. Die regels zul-len
expliciet gemaakt moeten worden. Dat
begint met bewustwording en het maken van
de juiste keuzes.’
Navigatie-app
Hoe dit allemaal vorm moet krijgen is ook
voor Den Heijer nog niet helemaal helder. ‘Mis-schien
moeten we technologie gebruiken om
dit in goede banen te leiden. Dat werkt soms
beter dan top-down regels doorvoeren. Met
apps kunnen we bijvoorbeeld de navigatie op
het terrein beter regelen. Dat iedereen met
de navigatie-app kan zien waar het rustig is
op de campus. Ook kunnen we technologie
gebruiken om onze studenten en medewer-kers
gezonder te laten leven, met persoonlijke
dashboards bijvoorbeeld.’
Den Heijer beseft dat hier een grappige para-dox
in zit. ‘We zetten in dat geval technolo-gie
in om no-tech te faciliteren. We gebruiken
dan apps om die technologie terug te schroe-ven.
Dat klinkt misschien tegenstrijdig, maar
‘t werkt wel.’ Dat nu juist de Technische Uni-versiteit
Delft hier werk van maakt, vindt de
hoogleraar publiek vastgoed dan wel weer
logisch. ‘Wij voelen als technische universiteit
de verantwoordelijkheid om de mens tegen
de negatieve aspecten van technologie te
beschermen en om ze te wijzen op de basis-behoeftes
die we allemaal hebben. Stilte en
no-tech horen daarbij.’
Voor het universiteitsvastgoed heeft dit ove-rigens
geen al te ingrijpende gevolgen, ver-wacht
Den Heijer. ‘De organisaties zijn veel
flexibeler geworden. Niet alleen door het
massale gebruik van smartphones en lap-tops,
maar ook door flexibele contracten in
het personeelsbestand. Als de gebouwen er
eenmaal staan, is het vooral de uitdaging om
het onderwijs daar op een goede manier in
te passen. Daarbij moeten we de komende
tijd ook nadrukkelijker kijken naar no-tech.’ <
‘Stille gebieden
en no-tech zones
moeten bewust
gefaciliteerd
worden’